Hart en vaatstelsel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
k kwam er pas laat achter, dat dit een vers, nog niet voltooid (overigens prima!) artikel is; toch maar doorgegaan
Regel 27:
 
Met '''vaatstelsel''' wordt het geheel van [[bloedvat]]en in het [[menselijk lichaam]] aangeduid. Dit stelsel is opgedeeld in de aanvoerende [[slagader]]s ([[arterieel stelsel]]) en de afvoerende [[ader (medisch)|aders]] ([[veneus stelsel]]).
De grootste hoeveelheid [[bloed]] bevindt zich in de aderen ([[ader (medisch)|venen]]). Binnen dithet veneuze stelsel heerst een relatief lage [[bloeddruk]]. In de slagaders ([[arterie|of ''arteriën]])'' bevindt zich maar een relatief klein deel van het bloed maar hier heerst een hoge druk. Dit is de reden waarom bij een [[slagaderlijke bloeding]] ook vrij snel een hoog bloedverlies optreedt en de levensbedreigende situatie [[shock]] kan optreden.
 
== Opbouw bloedsomloop ==
Bij de mens (na de [[bevalling|geboorte]]) wordt het bloed mechanisch voortgestuwd vanuit het [[hart]] met een normale maximale [[bloeddruk|druk]] van 120  [[mm Hg#geneeskunde|mm Hg]] (kwikdruk).
Het bloed stroomt daardoor met hoge snelheid vanuit de [[linkerventrikel|linkerhartkamer]] via de [[aorta]] door de [[bloedvat|slagaders]] tot in de [[orgaan|organen]] (de grote bloedsomloop).
 
De [[slagader]]s ''([[arterie|arteriën]])'' zijn stevige buizen die vooral instaan voor het snelle transport van het bloed.
 
Ter hoogte van de organen monden ze uit in [[arteriole]]n (letterlijk vertaald: ''kleine slagadertjes'') die kunnen samentrekken. Hun functie bestaat erin het [[debiet]] te regelen. Door samen te trekken, verkleinen ze hun vaatholte ''([[vaatholte|lumen]])'' zodat er minder bloed naar het orgaan vloeit. Door te ontspannen, vergroten ze hun diameter, zodat er meer bloed naar het orgaan kan stromen.
 
De arteriolen monden op hun beurt uit in de [[haarvat]]en (''[[capillair]]encapillairen''). Dit zijn heel dunne bloedvaatjes waar het bloed slechts erg traag doorheen kan stromen. Hierdoor kan er [[diffusie|uitwisseling]] plaatsvinden van zuurstof, voedingsstoffen en afvalstoffen met de [[weefsel (biologie)|weefsels]] waar deze capillairen doorheen lopen.
 
De haarvaten gaan over in de [[venule]]n (letterlijk: ''kleine adertjes)''. Dit zijn kleine vaten met een slappe wand waarin het bloed zeer traag stroomt. Het bloed is zuurstofarm (donkerrood) als het in de venulen terechtkomt, waardoor de weefsels hier makkelijker hun CO<sub>2</sub> kunnen afgeven.
 
Uit de venulen komt het bloed in de [[ader (anatomie)|aders]] ''([[ader (medisch)|venen]])'' terecht die vooral tot doel hebben als opslagplaats te dienen voor het bloed. Door hun slappe wand kunnen ze erg breed uitzetten en een groot volume bloed bevatten. Hier bevindt zich het grootste deel van het bloed. Wanneer er elders in het lichaam meer bloedtoevoer gevraagd wordt, zal er minder bloed aanwezig zijn in deze capaciteitsvaten.
 
DeAlle aders van het lichaam monden tenslotte uit in één van de twee [[holle ader]]s: ''([[venaeen cava]])''holle ader die het bloed uit eenhet bovenstebovenlichaam terugvoert naar het hart: de ''([[vena cava superior]])''; ende uitandere eenholle ondersteader: de ''([[vena cava inferior]])'', gedeeltedie bestaathetzelfde doet met het bloed uit het onderlichaam. DezeBeide holle aderaders staatmonden inieder verbindingapart metuit in de [[atrium (hart)|rechterhartboezem]] of ''(rechteratrium)'']].
 
Vanuit de rechterhartboezem wordt het bloed via de [[tricuspidalisklep]] in de rechterkamer ''([[rechterventrikel]])'' gepompt.
Regel 49:
Het zuurstofarm bloed wordt vervolgens door de [[pulmonalisklep]] heen via de [[longslagader|longslagaders]] ''([[arteria pulmonaria]])'' naar de longen (de kleine bloedsomloop) gepompt met een normale maximum [[bloeddruk]] van 65&nbsp;mm Hg.
 
De [[long (orgaan)|longen]] vervullen de belangrijke taak zuurstof en koolstofdioxide [[diffusie|uit te wisselen]] aan de bloedbaan (via arteriolen, capillairen en venulen).
 
Via de [[longader]] ''([[vena pulmonaria]])'' stroomt het nu zuurstofrijk bloed (helderrood) naar de [[atrium (hart)|linkerhartboezem]] of ''(linkeratrium)'']].
 
Vanuit de linkerhartboezem stroomt het bloed door de [[mitralisklep|mitralis ''(bicuspidalisklep)'']] in de linkerkamer. De boezem zal op het einde van de [[diastole]] samentrekken om zo veel mogelijk bloed in de linkerkamer te kunnen stuwen.
 
De [[ventrikel (hart)|linkerkamer]] ''(linkerventrikel)'']] is het krachtigste deel van het hart en zal voldoende kracht ontwikkelen om het hier verzamelde bloed via de [[aortaklep]] door de aorta en verder door de slagaders van het lichaam te stuwen.
 
<!--