Kapittel van Sint-Servaas: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Ecritures (overleg | bijdragen)
k {{{prinsbisschop}}} => {{{prins-bisschop}}} (n.a.v. Wikipedia:Wikiproject/SpellingCheck) Help mee!, replaced: prinsbisschop → prins-bisschop met AWB
Regel 19:
In de 11e en 12e eeuw bereikte het Sint-Servaaskapittel het toppunt van zijn macht. De banden tussen de [[Rijkskerksysteem|rijkskerk]] en de [[Duitse koningen]] waren nauw en een lange reeks proosten bekleedden het ambt van [[Kanselier (historisch)|rijkskanselier]] van het [[Heilige Roomse Rijk]].<ref>Kroos, R., ''Der Schrein des heiligen Servatius in Maastricht und die vier zugehörigen Reliquiare in Brüssel'' (München, 1985), pp. 49-53</ref> De proosten kwamen vrijwel zonder uitzondering uit de hoogste kringen van de Duitse adel en combineerden hun functie in Maastricht vaak met andere eervolle banen, zoals het proostschap in [[Aken (stad)|Aken]], [[Keulen (stad)|Keulen]] of [[Bonn]], of werden later (aarts)bisschop van [[Luik (stad)|Luik]], Keulen of [[Mainz]].<ref>A. Bosman, ''De Onze Lieve Vrouwekerk te Maastricht''. Utrecht/Zutphen (1990), p. 172</ref> In 1204 kwam het benoemingsrecht van de proosten bij de [[lijst van graven van Brussel en hertogen van Brabant|hertog van Brabant]] te liggen, waarna het belang van het kapittel enigszins afnam.
 
In deze periode zegden de kanunniken het gemeenschappelijke leven vaarwel en gingen zelfstandig wonen. De [[Kanunnikenhuis|kanunnikenhuizen]] van het Sint-Servaaskapittel bevonden zich in een aaneengesloten gebied rondom de Sint-Servaaskerk, voornamelijk aan het [[Vrijthof (Maastricht)|Vrijthof]], het Sint Servaasklooster, het [[Henric van Veldekeplein]] en het [[Keizer Karelplein (Maastricht)|Keizer Karelplein]]. In dit gebied, de ''claustrale singel'' of [[Immuniteit (grondstuk)|immuniteit]] van het kapittel, bevonden zich tevens de [[Sint-Janskerk (Maastricht)|Sint-Janskerk]] (de doop- en parochiekerk), het [[Sint-Servaasgasthuis]] en de [[Sint-Jacobsgasthuis (Maastricht)|Sint-Jacobskapel]] (waar pelgrims werden opgevangen en zieken werden verzorgd), de [[Proosdij van Sint-Servaas|proosdij]], de bakkerij, de brouwerij, de voorraadschuren en de paardenstallen van het kapittel. Rechtspraak vond plaats in de 'lange gang' van de [[kloostergang]], executies vonden plaats achter de proosdij bij de muur van de eerste omwalling, de grens van de immuniteit. Veroordeelden afkomstig uit de [[elf banken van Sint-Servaas]] werden in de [[Kasteel De Burght|Burght]] van [[Heer (Maastricht)|Heer]] opgesloten.
 
Naast de eigen kapittelkerk (de Sint-Servaas) oefende het kapittel ook het gezag uit over twee Maastrichtse parochiekerken (de Sint-Janskerk en de [[Sint-Matthiaskerk (Maastricht)|Sint-Matthijskerk]]) en een zevental wijk- of kerspelkapellen (Sint-Jacob, Sint Joris, Heilige Geest, Sint-Amor, Wittevrouwen, Sint-Catharina en Sint-Antonius; allemaal gesloopt).<ref>Ubachs/Evers, 2006, pp. 71-72.</ref> Daarnaast bezat het kapittel parochiekerken in verderafgelegen dorpen (wellicht ooit vanuit het [[bisdom Maastricht]] gesticht), waarvan het kapittel de [[Collatierecht|collatie]] bezat en recht had op de [[tiend]].