Zeelelies: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Terecht komen -> terechtkomen n.a.v. Wikipedia:Wikiproject/SpellingCheck. Help mee!
Regel 26:
Zeelelies leefden al in tijden dat er nog geen gespecialiseerde roofdieren waren. De dieren hebben een kalkskelet en leven op de zeebodem. Als ze doodgaan blijven ze daar liggen en hopen zich op. Zo hebben zich gedurende verschillende geologische tijdperken op verschillende plekken enorme aantallen afgezet. Ze kunnen wereldwijd worden aangetroffen in rotsformaties.<ref name="SPECTRUM">{{citeer boek | Achternaam = D Hillenius ea | Titel = Spectrum Dieren Encyclopedie Deel 4| Bladzijdes = Pagina 2576, 2577| Datum = 1971 | Uitgever = Uitgeverij Het Spectrum| ISBN = 90 274 2097 1}}</ref> Vooral de gefossiliseerde steelschijfjes zijn op veel plaatsen teruggevonden. Een bekende vindplaats van gefossiliseerde zeelelies is [[Holzmaden]] in [[Duitsland]], waar een ruim 40 meter dikke [[Formatie (stratigrafie)|formatie]] [[posidoniaschalie]] uit het [[Jura (periode)|Jura]] goed geconserveerde fossielen van zeelelies bevat. Sommige kalksteenformaties, zoals de [[blauwe hardsteen]] (arduin) uit [[België]], bestaan voornamelijk uit de resten van zeelelies. Er zijn fossiele soorten bekend die tientallen meters lang werden.
 
Losse steelschijfjes worden als [[zwerfsteen]] aangetroffen in de [[Pleistoceen|Pleistocene]] [[keileem|keilemen]] van Nederland en Duitsland.<ref>{{Aut|Hucke, K.}}, 1967. ''Einführung in die Geschiebeforschung.'' Uitgeverij Nederlandse Geologische Vereniging, Oldenzaal, 132 p., 50 pls.</ref> De schijfjes worden ook ingebed gevonden in kalkstenen samen met andere fossielen zoals [[Mosdiertjes|mosdierkolonies]], [[koraal (zoölogie)|koralen]], [[Ammonoidea|ammonieten]], [[brachiopoda|brachiopoden]], etc. die eveneens als zwerfsteen in keileem aanwezig kunnen zijn. Ze zijn door het [[gletsjer]]ijs aangevoerd uit verschillende delen van [[Skandinavië]]. Op hun beurt kunnen deze fossielen weer door [[erosie]]ve werking van het zeewater tijdens opvolgende [[interglaciaal|interglacialen]] uit de keileem gespoeld worden en in de jongere mariene [[Sedimentair gesteente|afzettingen]] terecht komenterechtkomen. In de basislagen van de mariene afzettingen uit het [[Eemien]] worden deze vaak [[Mesozoicum|mesozoische]] fossielen nogal eens aangetroffen.<ref>{{Aut|Meijer, T.}}, 1968. ''Fossielen uit oudere perioden op de opgespoten terreinen''. De Kreukel, 4(5): 4 pp.</ref> Zij zijn dan afkomstig uit de onderliggende keileem van [[Saalien]] ouderdom. Omdat wordt aangenomen dat Nederland slechts een keer door het landijs werd bereikt en dat dit tijdens het Saalien gebeurde, wordt het voorkomen van deze mesozoische fossielen in een mariene laag in Midden- en Noord -Nederland als een sterke aanwijzing gezien dat die mariene laag jonger dan Saalien is en niet uit het [[Midden Pleistoceen]] dateert.
 
== Uiterlijke kenmerken ==
Regel 42:
De meeste zeelelies leven permanent op een steel die met het substraat verbonden is. De vormen die de steel verlaten en vrij kunnen bewegen zijn ontstaan uit de gesteelde soorten. Uit de fossiele geschiedenis van de zeelelies blijkt dat de gesteelde soorten in aantal veruit de vrijlevende overtroffen. Tegenwoordig zijn juist de gesteelde zeelelies minder soortenrijk. Ze zijn vooral op grotere dieptes te vinden. Zeelelies kunnen, in tegenstelling tot veel andere organismen uit de diepzee, geen licht ([[bioluminescentie]]) produceren.<ref name="LECTURAMA"/>
 
De voortplanting van zeelelies geschiedt door het loslaten van zaad- en eicellen die vervolgens door het zeewater worden meegevoerd. De dieren zoeken elkaar dus niet op voor een paring. Uit de bevruchte eicellen ontstaat een vrijzwemmendevrij zwemmende larve, die een aantal stadia doorloopt. Zodra de kalkskeletjes worden ontwikkeld, zinkt de larve naar de bodem waar hij zich vasthecht.
 
In het jonge stadium vormen alle soorten een lange gelede steel waarmee zij aan de ondergrond vastzitten. Deze breekt bij de soorten uit de orde [[Comatulida]] echter in een later stadium af, waarna de dieren vrij kunnen bewegen. Ze zwemmen door middel van golvende bewegingen van hun armen. Zij gebruiken hun cirri om zich aan rotsen of koralen vast te klemmen.