Landing (luchtvaart): verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→Zijwindlanding: taal |
|||
Regel 14:
[[Bestand:Prepare for landing (1443389904).jpg|thumb|right|Zicht vanuit de [[cockpit]] vlak voor de landing.]]
Bij het landen komt een vliegtuig onder een constante dalingshoek en met een relatief lage snelheid op het landingsterrein aangevlogen: de eindnadering (Engels: ''final approach''). De daalhoek is meestal ongeveer 3 graden. Om met een constante daalhoek naar de landingsbaan te vliegen gebruikt de piloot signalen van het [[Instrument landing system]] of - als hij op zicht landt - de lichten van de [[Precision Approach Path Indicator]]. Vlak voor de landing op de landingsbaan begint het "afvangen" (Engels: ''flare''), waarbij de neus van het toestel iets wordt opgelicht en de [[dalen (luchtvaart)|daling]] langzamer gaat. Deze stand wordt gehandhaafd totdat het [[landingsgestel]] de grond raakt. De [[piloot]] corrigeert het toestel daarna alleen nog maar om ook het neus- of staartwiel een zachte landing te laten maken.
Grote [[vliegtuig]]en landen door het toestel 'tegen de landingsbaan te vliegen’: de snelheid en de hoek van het toestel worden nauwkeurig ingesteld; de snelheid wordt ruim boven de overtreksnelheid gehouden met een constante daalsnelheid.
|