Randwijk: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Omzetting verouderd sjabloon + check op 40000
AlbertWaninge (overleg | bijdragen)
k →‎Geschiedenis: tegenstrijdige zin
Regel 24:
Randwijk kent een rijke geschiedenis, die teruggaat terug tot in de Romeinse tijd. Het huidige Randwijk lag aan de noordgrens van het [[Romeinse Rijk]] aan de [[Limes (Romeinse Rijk)|limes]]. Er zijn aanwijzingen dat de Romeinen in Randwijk een [[castellum]] bouwden. De resultaten van recent onderzoek hiernaar zijn nog niet bekend. Volgens archeologen zou er tussen de Romeinse forten in Arnhem-Meinerswijk ([[Castra Herculis]]) en [[Kesteren (Neder-Betuwe)|Kesteren]] ([[Carvo]]) nog een castellum moeten liggen. De meest logische plek is Randwijk, omdat het strategisch tegenover twee [[beekdal]]en in de Veluwe ligt. Bij het huidige [[Lexkesveer]] was in de Romeinse tijd een oversteekplaats tussen een belangrijke noord-zuidroute en de limesweg. De locatie ligt ook precies halverwege de route tussen de castella in Kesteren en Arnhem. In de tijd dat de Rijn nog vrij meanderde, lag hier dus een doorwaadbare plaats, die later steeds dieper moet zijn geworden. Dat klopt met de door de Romeinen beschreven klimaatsverandering: het is in de Betuwe door de eeuwen heen steeds natter geworden. Vanaf de (vroege) middeleeuwen wordt namelijk nergens vermelding gemaakt van een '[[Voorde (doorwaadbare plaats)|voorde]]' of 'forde'.
 
Toen de Romeinen verdwenen, namen de [[Bataven]] bezit van het gebied. Nadat de Bataven op hun beurt weer verdwenen waren, werd het land bewoond door [[Salische Franken]] en [[Chamaven]], daarna geruime tijd door de [[Saksen (volk)|Saksen]]. Dit is nog steeds te horen aan de tongval van de autochtone Betuwnaar, die, onterecht, vaak bestempeld wordt als dialect.
 
Graaf [[Balderik van Duffelgouw|Balderik]] en zijn vrouw [[Adela van Hamaland]] schonken in 1003 'tot heil hunner zielen', dat wil zeggen ten behoeve van de abdij die de aartsbisschop Heribert van Keulen voornemens was te stichten in Deutz, "Altinge et Villepo et Reinwigh, sciliet tres curtes nostras". In 1256 werden deze drie hoven, nl. te Eltingen, Velp en Rijnwijk, aan de graaf van Gelre verkocht tegelijk met Wijk (Wick)(bij Duurstede). De naam Randwijk zou een verbastering kunnen zijn van 'Rijnwijk' of in Oudnederlands 'Rinwic' (in Oudduits: Reinwich). Handelscentra aan rivieren of aan de kust droegen vanaf de achtste eeuw vaak in hun naam het achtervoegsel -wic. Een wic is een wijkplaats of haven, een plaats voor de koopman om te overwinteren en zijn goederen op te slaan.