Grootgrondbezitter: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
k Volgorde: 100% brede kadersjablonen laten aansluiten op kader van de categorieën, maar boven cats
Regel 6:
In de vroege middeleeuwen ontstonde de [[allodium|allodia]], bestaande uit één of meer centraal gelegen [[boerderij|hoeven]]. De bewoners waren [[lijfeigene]]n of [[horige]]n. Zij moesten het land bewerken en een deel van de oogst afstaan. Later ontstond hieruit de [[heerlijkheid (bestuursvorm)|heerlijkheid]]. De heer bezat meestal een groot landgoed, maar had ook bepaalde rechten omtrent de gronden waarvan hij niet rechtstreeks eigenaar was, zoals het [[jachtrecht]] en het [[windrecht]]. Daarnaast was de bevolking [[Laat|cijnsplichtig]]. De heer was van adel, maar in de 17e eeuw en later kochten ook [[regenten]] en vermogende [[kooplieden]] vaak een heerlijkheid met bijbehorende -erfelijke- adellijke titel.
 
Landgoederen kenmerkten zich gewoonlijk door een kasteel, later een landhuis of villa met bijgebouwen, waaromheen zich een tuin bevond. Voorts was een jachtgebied of [[warande]] vaak een onderdeel van een dergelijk landgoed, dat voorts uit productiebossen en landbouwgrond bestond.
 
Na de opheffing van het feodale stelsel, eind 18e eeuw, bleef grootgrondbezit bestaan, aangezien particulieren soms grote oppervlakten aan woeste grond, gewoonlijk vroeger gemeenschapsbezit en later gemeentelijk bezit, konden kopen. Deze moderne landgoederen werden vaak op dezelfde manier ingericht als de voormalige adellijke landgoederen. Het betrof vaak fabrikanten, bankiers, notabelen en dergelijke.
Regel 13:
 
== Institutioneel grootgrondbezit ==
Er zijn ook grote landoppervlakten in het bezit van bedrijven, stichtingen, investeringsmaatschappijen en dergelijke. Voorbeelden zijn: de landgoederen van de [[Maatschappij van Welstand]], de [[Oranjebond van Orde]], [[Landgoed de Utrecht]], eigendom van een verzekeringsmaatschappij. Dit betreft bijvoorbeeld plantages, productiebossen, uitgestrekte landbouwgronden en dergelijke. Daarnaast kunnen gebieden in handen zijn van natuurbeschermingsorganisaties of van overheden.
 
== Grootgrondbezitters in China ==
Nadat de [[Chinese communisten]] in 1950 de [[Chinese Burgeroorlog]] hadden gewonnen werden alle grootgrondbezitters (大地主) in de [[Volksrepubliek China]] vervolgd. Ze waren [[kapitalisten]] en werden als vijanden en uitbuiters van het volk gezien. Velen van hen werden berecht door een communistische dorpsraad en vervolgens publiekelijk vernederd, mishandeld of geëxecuteerd. De uitkomst van het oordeel werd sterk beïnvloed door de hoogoplopende emoties van de lokale boeren. Na de veroordeling was al het bezit van de grootgrondbezitter staatseigendom en werd de landbouwgrond verdeeld onder de arme boeren. Deze boeren waren generaties lang door de grootgrondbezitters als [[horige]]n onderdrukt doordat ze verplicht waren te werken voor weinig inkomsten. Veel familie van grondeigenaren vluchtte na de machtsovername naar [[Republiek China (Taiwan)|Taiwan]] of [[Hongkong]]. Kinderen en andere familieleden van kapitalisten werden namelijk ook als 'vijanden van het volk' gezien.<ref>http://www.voorbeginners.info/china/politiek-1.htm</ref>
 
[[Categorie:Landgoed]]
{{Appendix}}
 
[[Categorie:Landgoed]]