Lijkschouw: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Versie 37907562 van 86.93.175.147 (overleg) ongedaan gemaakt. Misschien heb je wel gelijk maar de bron "nos.nl" is niet erg overtuigend
eerste aanzet tot herschrijven
Regel 1:
{{meebezig}}
#redirect [[autopsie]]
Een '''lijkschouw''' is letterlijk het 'schouwen' van een [[Kadaver|lijk]]. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen ''uitwendige'' en ''inwendige'' lijkschouw. De inwendige lijkschouw wordt ook wel [[autopsie]], sectie of obductie genoemd. Als een lijk - bij voorbeeld door een ongeval - al geopend is, vervaagt de grens tussen beide typen lijkschouw.
{{Zie artikel|Zie voor de inwendige lijkschouw het artikel [[Autopsie]].}}
 
{{Opmerking}}: ''Hieronder wordt de situatie beschreven zoals deze in Nederland bestaat. Het is denkbaar dat de situatie in België of andere landen op punten anders is.''
 
De uitwendige lijkschouw bij de mens - in dit artikel verder 'lijkschouw' te noemen - betreft een onderzoek aan het lijk waarbij het lijk alleen uitwendig wordt onderzocht maar niet wordt geopend. Tot de uitwendige lijkschouw wordt ook gerekend het met een naald of katheter afnemen van lichaamsvocht of -weefsel, of het binnendringen met een thermometer of een ander instrument, als dit ten dienste staat van de lijkschouw.
 
==Onderzoek naar natuurlijk of niet-natuurlijk overlijden==
Alvorens een lijk wordt geschouwd, dient eerst de [[dood]] te worden vastgesteld. Immers: zolang dit niet is gebeurd, is er geen sprake van een lijk. In de Nederlandse wet is overigens niet vastgesteld wie de dood vast kan stellen; iedereen kan dat dus doen.
 
De lijkschouw wordt zo spoedig mogelijk na het overlijden verricht door de behandelend arts. Dat is in de regel de arts die hoofdbehandelaar was van een patiënt tot aan diens overlijden, maar in het geval iemand niet onder behandeling was, is dat doorgaans de [[huisarts]]. Als het overlijden gebeurt terwijl deze arts niet beschikbaar is, kan dit ook worden overgenomen door diens waarnemer (bijvoorbeeld de arts van de [[huisartsenpost]]).
 
De schouwend arts overtuigt zich ervan dat er sprake is van een natuurlijk overlijden. Als dat het geval is, dan kan deze arts de schouw voortzetten en de [[overlijdenspapieren]] invullen. Als de arts constateert dat er geen sprake is van een natuurlijk overlijden, of er is twijfel hieromtrent, dan is vanaf dat moment het lijk van rechtswege 'in beslag genomen'. Dat houdt in dat er aan het lijk en de omgeving niets mag worden veranderd, en dat terstond een [[gemeentelijk lijkschouwer]] wordt ingelicht, die dan de schouw en vervolgacties overneemt. In de praktijk zal de gemeentelijk lijkschouwer dan vaak ook de politie (recherche) erbij vragen. De reden dat er aan een inbeslaggenomen lijk niets meer mag worden gedaan, is dat er anders sporen van een mogelijk misdrijf of ongeval verloren kunnen gaan.
 
Als op voorhand duidelijk is dat er sprake is van een niet-natuurlijke dood, dan is de politie daar meestal al vanaf het begin bij betrokken en wordt direct de gemeentelijk lijkschouwer ingeschakeld, die achteraf de behandelend arts inlicht.
 
==De lijkschouw zelf==
Bij elk overlijden is het nodig dat zorgvuldig onderzoek wordt verricht naar de aard en wijze van overlijden. De schouwend arts onderzoekt het lijk daartoe zover als nodig is om tot een redelijke conclusie te kunnen komen omtrent de doodsoorzaak. In sommige gevallen kan het onderzoek zeer beperkt worden gehouden (bijvoorbeeld bij iemand met een uitbehandelde dodelijke ziekte, waarvan het overlijden onvermijdelijk was geworden); soms is minutieus of uitgebreid onderzoek nodig. Dit kan onderzoek zijn aan het lichaam, middels observatie en [[Palperen|palpatie]], maar het kan ook voorkomen dat verslagen van recente artsencontacten of uitslagen van recente bloed- of röntgenonderzoeken daarbij wordt betrokken. Ook kan een gesprek met omstanders en naasten zinvolle informatie opleveren.
 
----
hier gebleven
----
 
Het verschil met een [[autopsie]] is dat bij een een autopsie de persoon al is overleden en deze wordt onderzocht om de [[doodsoorzaak]] en ziekte vast te stellen. Dit kan uitwendig alsmede inwendig.
 
==handelen==
Na een vermoeden van overlijden moet er zo snel mogelijk een lijkschouw worden ingesteld zodat eventuele sporen van niet natuurlijk overlijden zichtbaar blijven. Een veel voorkomende fout is dat een overledene al is verzorgt en aangekleed. Of dat de schouwarts een lijkschouw moet uitvoeren op een al gekoeld lichaam. Dit kan zelfs tot gevolg hebben dat een persoon niet is overleden en vervolgens ontwaakt in het mortuarium.<ref>http://nos.nl/artikel/258900-dode-wordt-wakker-in-mortuarium.html</ref> Daarnaast zijn er tekortkomingen in het invullen door schouwartsen van de overlijdenspapieren (A en B verklaring).
 
==procedure==
Als er tijdens de lijkschouw een natuurlijke dood wordt vastgesteld wordt vult de arts de overlijdenspapieren in. Bij twijfel wordt de [[GGD]] ingeschakeld. Wanneer er in een van beide gevallen sprake is van een niet natuurlijke dood wordt via de gemeentelijk lijkschouwer (GL) de (hulp) officier van justitie ingeschakeld. Niet natuurlijk overlijden moet daarbij altijd worden gemeld aan de Raad van bestuur van het betrokken medisch centrum.
Een niet natuurlijke dood legt een zware stress op de schouwarts omdat er gezorgd moet worden voor de emotioneel ontregelde nabestaanden alsmede de wettelijke voorschriften.<ref>Wiersma T, Cappers W. Zorg voor het lijk of voor de nabestaanden? Dilemma's van huisartsen bij een onaangekondigde dood. Med Contact 2000; 55:738-42. </ref>
 
{{appendix}}