Brusselse PCC-car: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Code -> sjabloon
red.
Regel 25:
| staanplaatsen = ~ 68
}}
De '''Brusselse PCC-car''', ook bekend als de '''7000''' reeks, is een serie van 172 [[vierasser|vierassige]] [[tram]]s, gebouwd in de [[1950-1959|jaren 50]] en [[1970-1979|70]] door [[La Brugeoise et Nivelles|La Brugeoise]] voor het [[Brusselse tram]]net. Deze serie is inmiddels niet meer in regulier gebruik: de laatste ritten vonden plaats op 12 februari 2010 op lijnen [[Tramlijn_39_(Brussel)|39]] en [[Tramlijn_44_(Brussel)|44]]. Een aantal trams worden echter nog voor de scholing gebruikt.
 
Deze serie is inmiddels niet meer in regulier gebruik. In Brussel rijden nog wel andere PCC-tramseries: de [[Brusselse gelede PCC-car]] en de [[Brusselse dubbelgelede PCC-car]].
 
==Geschiedenis==
==Voorgeschiedenis==
In de [[1940-1949|jaren 40]] reden tijdens de [[Tweede Wereldoorlog]] honderden oude tweeassige trams in [[Brussel (stad)|Brussel]]. Begin [[1943]] wenste de exploitant van het tramnet, [[Les Tramways Bruxellois]], zich voor te bereiden op de aanschaf van een vloot nieuw materieel. Interesse ging uit naar de nieuwe vierassige trams van [[Zürich (stad)|Zürich]] en de [[Verenigde Staten|Amerikaanse]] [[Presidents' Conference Committee-Car|PCC-car]]. Omdat het [[Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer|Ministerie van Verkeer]] aandrong op een tramtype dat uniform kon worden ingevoerd op de Belgische tramnetten, werd gekozen voor de PCC-car. Ook in Amerika was dit type een standaardtram.
 
[[Bestand:5018 PCC Uiterlijk.JPG|thumb|150px|left|Vierasser 5018 uit [[1935]] waskreeg deeind eerstejaren tramveertig metals eerste het nieuwe PCC-uiterlijk. De wagen is bewaard gebleven in Brussel.]]
Omdat het uiterlijk van deDe Amerikaanse PCC-trams waren niet geschikt was voor Europa, doordat de rijtuigkast te breed was voor de smallere Brusselse straten. Bovendien hadden ze kleine raampjes, wat een benauwende indruk maakte. Daarom wilde men de trams een ander uiterlijk geven met grote zijruiten. DaaromEr werden proeven gedaan met de uit [[1935]] stammende [[vierasser]] 5018. Het ontwerp van de wagenkast was gebaseerd op dehet Zürichsemodel van tramZürich. De [[aandrijving]] van de [[draaistel]]len van de 5018 was ontleend aan die van de [[Brillliner]], de Amerikaanse concurrent van de PCC-car.
 
Na aanpassingen werd het nieuwe trammodel populair en zijn de meeste PCC-cars in West-Europa in dit nieuwe uiterlijk geleverd, met aanpassingen aan de lokale eisen en omstandigheden. Grote uitzonderingen zijn de 24 PCC-cars voor de [[Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen|SNCV / NMVB]] en de 234 [[Haagse PCC-car]]s, die door dezelfde industrieën geleverd werden, maar het Amerikaanse model volgden, zij het met wat kleinere afmetingen. Later heeft de [[Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel|MIVB]] twee series oude trams omgebouwd naar trams met een PCC-uiterlijk, namelijk de 4000- en 9000-series en ook nog enkele 5000-en, naast het [[prototype]] 5018.
==Aanpassing Amerikaans uiterlijk==
Omdat het uiterlijk van de Amerikaanse PCC-trams niet geschikt was voor Europa doordat de rijtuigkast te breed was voor de smallere Brusselse straten, wilde men de trams een ander uiterlijk geven. Daarom werden proeven gedaan met de uit [[1935]] stammende [[vierasser]] 5018. Het ontwerp van de wagenkast was gebaseerd op de Zürichse tram. De [[aandrijving]] van de [[draaistel]]len van de 5018 was ontleend aan die van de [[Brillliner]], de Amerikaanse concurrent van de PCC-car.
 
Op [[30 mei]] [[1950]] werd door de [[Tramways Urbains de l'Agglomération Bruxelloise|TUAB]] bij de Europese [[Licentie#Licentie van de houder van een specifiek recht|licentiehouders]] La Brugeoise et Nicaise & Delcuve (vanaf 1956 La BrugoiseBrugeoise et Nivelles geheten) te [[Brugge]] en [[ACEC]] te [[Charleroi]] een bestelling geplaatst van 50 PCC-trams. Enkele onderdelen werden geïmporteerd uit Amerika: de elektrische uitrusting van [[Westinghouse Electric Company|Westinghouse]] (met uitzondering van de [[elektromotor|motoren]] van ACEC) en 48 B3-[[draaistel]]len van de [[Saint Louis Car Company]].
Na aanpassingen werd het nieuwe trammodel populair en zijn de meeste PCC-cars in West-Europa in dit nieuwe uiterlijk geleverd, met aanpassingen aan de lokale eisen en omstandigheden. Grote uitzonderingen zijn de 24 PCC-cars voor de [[Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen|SNCV / NMVB]] en de 234 [[Haagse PCC-car]]s, die door dezelfde industrieën geleverd werden, maar het Amerikaanse model volgden. Later heeft de [[Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel|MIVB]] twee series oude trams omgebouwd naar trams met een PCC-uiterlijk, namelijk de 4000- en 9000-series en ook nog enkele 5000-en, naast het [[prototype]] 5018.
 
Het ontwerpenontwerp en de bouw van de eerste Brusselse PCC-cars werdwerden op de voet gevolgd door het vervoersbedrijf. Doordat enkele constructies voor de eerste keer werden toegepast in België waren sommige onderdelen te licht uitgevoerd, waardoor zich vervormingen voordeden in de eerste tram. Van de eerste reeks is een 51e exemplaar geleverd aan [[Hamburg]], waar hij dienstdeed als PCC-car 3060, totdat hij in 1958 aan de MIVB werd verkocht.
==Aanschaf eerste trams==
Op [[30 mei]] [[1950]] werd door de [[Tramways Urbains de l'Agglomération Bruxelloise|TUAB]] bij de Europese [[Licentie#Licentie van de houder van een specifiek recht|licentiehouders]] La Brugeoise et Nicaise & Delcuve (vanaf 1956 La Brugoise et Nivelles geheten) te [[Brugge]] en [[ACEC]] te [[Charleroi]] een bestelling geplaatst van 50 PCC-trams. Enkele onderdelen werden geïmporteerd uit Amerika: de elektrische uitrusting van [[Westinghouse Electric Company|Westinghouse]] (met uitzondering van de [[elektromotor|motoren]] van ACEC) en 48 B3-[[draaistel]]len van de [[Saint Louis Car Company]].
 
Op [[26 november]] [[1951]] werd in [[Ukkel]] de 7001 als eerste PCC-car voor Brussel afgeleverd. Twee dagen later werd hetzij aan de pers voorgesteld en een maand later kwam de tram in dienst.
Het ontwerpen en de bouw van de eerste Brusselse PCC-cars werd op de voet gevolgd door het vervoersbedrijf. Doordat enkele constructies voor de eerste keer werden toegepast in België waren sommige onderdelen te licht uitgevoerd, waardoor zich vervormingen voordeden in de eerste tram. Van de eerste reeks is een 51e exemplaar geleverd aan [[Hamburg]], waar hij dienstdeed als PCC-car 3060 totdat hij in 1958 aan de MIVB werd verkocht.
 
De trams werden afgeleverd als eenrichtingstrams met 3 deuren. Achterin was een plek voor een tramconducteur. Instappen geschiedde dan ook achterin. De trams hadden zittingen van donkerbruin kunstleer.
Op [[26 november]] [[1951]] werd in [[Ukkel]] de 7001 als eerste PCC-car voor Brussel afgeleverd. Twee dagen later werd het aan de pers voorgesteld en een maand later kwam de tram in dienst.
 
In de jaren zestig werden de PCC-cars omgebouwd voor eenmanbediening. In de jaren 90 werden trams voorzien van een nieuwe geel/blauwe kleurstelling. Ook het interieur van de toen nog rijdende exemplaren werd vernieuwd.
 
De laatste ritten van vierassige PCC-cars in lijndienst vonden plaats op 12 februari 2010 op lijnen [[Tramlijn_39_(Brussel)|39]] en [[Tramlijn_44_(Brussel)|44]]. Een aantal trams worden echter nog voor de scholing gebruikt.
 
==De reeksen==
De 7000's kwamen in vier reeksen:
;7001-7050 en 7000
* in 1951-53 de eerste reeks: 7001-7050. In de loop van de jaren zijn op deze trams tal van verbeteringen aangebracht. De Hamburgse 3060 werd in 1958 met het nummer 7000 alsnog aan deze reeks toegevoegd. Enkele trams van de eerste reeks hebben het tot het einde volgehouden: de 7008 was de laatste 7000 die in commerciële dienst reed op 12 oktober 2010. Het rijtuig was ruim 58 jaar in dienst. Van deze reeks wordt de 7047 bewaard door het [[Museum voor het Stedelijk Vervoer te Brussel]]. De 7037 bevindt zich sinds 2004 in [[San Francisco]], waar hij op lijn [[F Market & Wharves]] wordt ingezet.
In 1951-53 de eerste 50 PCC's. In de loop van de jaren zijn op deze trams tal van verbeteringen aangebracht. De Hamburgse 3060 werd in 1958 met het nummer 7000 alsnog aan de eerste reeks toegevoegd.
* in 1956 de tweede reeks: 7051-7080, geheel vervaardigd door La Brugeoise en ACEC. De vele verbeteringen bij de eerste reeks waren bij deze trams al bij de bouw aangebracht.
* in 1957-58 de derde reeks: 7081-7155, vervaardigd op basis van tweedehands B2-draaistellen van de [[Clark Equipment Company]] en elektrische installaties en motoren van Westinghouse die zijn overgenomen van het opgeheven trambedrijf van [[Kansas City (Missouri)|Kansas City]]. Deze trams werden grotendeels gedurende de jaren 1980 buiten dienst gesteld; de 7093 en 7126 worden bewaard door het trammuseum.
* in 1970-71 de vierde reeks: 7156-7171. Deze maakte gebruik van tweedehands B3-draaistellen van de Saint Louis Car Company en elektrische installaties en motoren van Westinghouse, afkomstig van het opgeheven trambedrijf van [[Johnstown (Pennsylvania)|Johnstown, Pennsylvania]]. Zij werd veel later afgeleverd dan de eerste drie reeksen; de 7171 werd toevallig in dienst gesteld op 7 januari 1971 (7-1-71).
 
==Uitvoering==
De trams werden afgeleverd als eenrichtingstrams met 3 deuren. Achterin was een plek voor een tramconducteur. Instappen geschiedde dan ook achterin. De trams hadden zittingen van donkerbruin kunstleer.
 
* in 1951-53 de eerste reeks: 7001-7050. In de loop van de jaren zijn op deze trams tal van verbeteringen aangebracht. De Hamburgse 3060 werd in 1958 met het nummer 7000 alsnog aan deze reeks toegevoegd. Enkele trams van de eerste reeks hebben het tot het einde volgehouden: de 7008 was de laatste 7000 die in commerciële dienst reed op 12 oktober 2010. Het rijtuig was ruim 58 jaar in dienst. Van deze reeks wordt de 7047 bewaard door het [[Museum voor het Stedelijk Vervoer te Brussel]]. De 7037 bevindt zich sinds 2004 in [[San Francisco]], waar hij op lijn [[F Market & Wharves]] wordt ingezet.
In de jaren zestig werden de PCC-cars omgebouwd voor eenmanbediening. In de jaren 90 werden trams voorzien van een nieuwe geel/blauwe kleurstelling. Ook het interieur werd vernieuwd.
;7051-7080
* inIn 1956 denog tweedeeens reeks:30 7051-7080PCC's, geheel vervaardigd door La Brugeoise en ACEC. De vele verbeteringen bij de eerste reeks waren bij deze trams al bij de bouw aangebracht.
;7081-7155
* inIn 1957-58 de derde reeks: 7081-7155van 75 stuks, vervaardigd op basis van tweedehands B2-draaistellen van de [[Clark Equipment Company]] en elektrische installaties en motoren van Westinghouse die zijn overgenomen van het opgeheven trambedrijf van [[Kansas City (Missouri)|Kansas City]]. DezeOp tramsgrond werdenvan grotendeelshet gedurendeafwijkende dedraaisteltype jarenwerd 1980deze reeks als eerste buiten dienst gesteld;, grotendeels gedurende de jaren. De 7093 en 7126 worden bewaard door het trammuseum.
;7156-7171
* inIn 1970-71 de vierdelaatste 16 exemplaren reeks: 7156-7171. Deze maaktemaakten gebruik van tweedehands B3-draaistellen van de Saint Louis Car Company en elektrische installaties en motoren van Westinghouse, afkomstig van het opgeheven trambedrijf van [[Johnstown (Pennsylvania)|Johnstown, Pennsylvania]]. ZijDeze werdonderdelen veelwaren lateral in afgeleverd1962 dandoor de eersteMIVB drieaangekocht, reeksen;maar werden pas in 1970 gebruikt bij de bouw van deze reeks. De 7171 werd toevallig in dienst gesteld op 7 januari 1971 (7-1-71).
 
==Afbeeldingen==