Reinder Zwolsman: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Invulling parameters sjabloon
k linkfix
Regel 12:
Vanaf 1942 raakte Zwolsman betrokken bij het [[Nederlands verzet in de Tweede Wereldoorlog|verzet]]. Aanvankelijk financierde hij verzetsactiviteiten. Zo schonk hij geld voor de bouw van een geheime zender, aan beroepsofficieren die zich aan de collectieve aanmelding onttrokken, voor hulp aan ondergedoken Joden en voor de [[Zeemanspot]]. Onderzoek na de oorlog wees uit dat Zwolsman van de in totaal door hem gemaakte zwarte winsten (per ultimo 1944 circa 640.000 [[Nederlandse gulden|gulden]]) maar liefst 400.000 gulden besteed heeft voor anti-Duitse doeleinden.<ref>De Jong, t.a.p. blz 420</ref>
 
Begin 1944 kwam hij in contact met het NSB-lid Jan Haakman. Hij was betrokken geweest bij ondoorzichtige transacties met de [[Sicherheitsdienst|SD]]. In de loop van 1943 besefte hij op het verkeerde paard te hebben gewed en besloot hij van zijn goede relaties met de SD gebruik te maken om gearresteerde landgenoten vrij te krijgen. Later zou hij verklaren aldus goed te willen maken wat hij in de eerste oorlogsjaren verkeerd had gedaan. Zwolsman, daarin gesteund door zijn verzetsrelaties, besloot via Haakman te trachten illegale werkers vrij te krijgen. Daartoe voorzag hij Haakman van ruime financiële middelen, waarmee Haakman drank en rookwaren kon aanschaffen om zo SD’ers te vriend te kunnen houden.
 
Vanaf augustus 1943 raakt Zwolsman betrokken bij het in Londen gevestigde [[Bureau Bijzondere Opdrachten]] (BBO). De door dit bureau uitgezonden marconist [[J.A. Steman]], ging samenwerken met de Haagse verzetsman [[C.J. van Paaschen]]. De leden van zijn groep, waarvan Zwolsman deel uitmaakte, werden BBO-agenten.
Regel 52:
Met de semi-illegale plaatsing van het vierde ‘eiland’ van de Scheveningse Pier bruuskeerde Zwolsman de overheden opnieuw. Hij negeerde de regelgeving van minister [[Koos Andriessen|Andriessen]] (CHU) van [[Ministerie van Economische Zaken (Nederland)|Economische Zaken]] toen hij de toegangsprijzen van de Pier verdubbelde. Door de voortdurende stagnatie van de plannen voor het Wijnhavengebied, overigens niet alleen de schuld van Zwolsman, verpauperde de kavel zienderogen en jarenlang lag het centrum van Den Haag braak.
 
Begin [[1970-1979|jaren zeventig]] was Zwolsman een van de meest gehate figuren in Den Haag en ook zijn oorlogsverleden bleek opeens verre van vergeten. In diezelfde periode ging het bergafwaarts met de Zwolsman-bedrijven. Vele kleine beleggers verloren hun in aandelen E.M.S. belegde geld, evenals Zwolsman zelf. Een deel van het onroerend goed werd overgenomen door de Amsterdamse handelaar [[Maup Caransa]]. De E.M.S. verkocht zijn Scheveningse bezittingen in 1973 voor 56 miljoen gulden aan Bouwbedrijf Bredero, naar eigen zeggen omdat hij het getreuzel van de gemeente inzake besluitvorming beu was.<ref>(Nieuwe Leidse Courant, Leidsch Dagblad, Leidse Courant, verslaggeving 1964 - 1970, 1975)</ref> In 1974 kreeg Zwolsman een auto-ongeluk; hij kon maar ternauwernood uit zijn brandende [[Bentley (auto)|Bentley]] gered worden. Na dit ongeluk kreeg Zwolsman last van [[hoofdpijn]]aanvallen, die hem dwongen met pensioen te gaan.
 
De laatste Zwolsman-bedrijven, waaronder de E.M.S., werden in 1978 geliquideerd. In 1981 kondigde Zwolsman zijn come-back aan: hij presenteerde plannen voor het wetenschappelijk pretpark 'Futurama' dat moest worden gerealiseerd in [[Oost-Groningen]]. De plannen werden korte tijd later reeds afgeblazen.