Antoine Nicolas Duchesne: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Linkfix ivm sjabloonnaamgeving + standaardtabelopmaak met AWB
Regel 1:
{{Infobox botanicus
{{Botanicus
| naam=Antoine Nicolas Duchesne
| foto=[[AfbeeldingBestand:Antoine Nicolas Duchesne.jpg|250px]]
| afkorting=Duchesne
}}
'''Antoine Nicolas Duchesne''' ([[Versailles]], [[7 oktober]] [[1747]] – [[Parijs]], [[18 februari]] [[1827]]) was een [[Frankrijk|Franse]] [[botanicus]].
 
==Levensloop==
Regel 11:
Op 13-jarige leeftijd zaaide hij al zaden van ''[[Fragaria moschata]]'' uit in de kleine tuin bij zijn vaders huis. De belangstelling voor aardbeien nam toe toen hij in een zaaisel van ''[[Fragaria vesca]]'' een plant ontdekte met enkelvoudig blad en bleek dat de planten uit zaad van die plant ook enkelvoudig blad hadden. Hij beschreef in 1767 het verschijnsel in een brief aan [[Carl Linnaeus]]. Toen bleek dat een plant van dezelfde soort geen [[stengel#Uitloper|uitlopers]] vormde en dat dit over twee generaties werd doorgegeven, begon hij zoveel mogelijk aardbeimonsters uit andere landen te verzamelen. In 1767 kreeg hij van de tuinman van de [[botanische tuin]] van [[Petit Trianon]] planten van ''[[Fragaria chiloensis]]'' die geen vruchten wilde dragen. Deze planten waren in 1714 door [[Frezier]] uit [[Chili]] Frankrijk ingevoerd. Duchesne onderkende dat het ging om planten met alleen vrouwelijke [[bloem (plant)|bloemen]]. Hij plantte een mannelijk plant van ''[[Fragaria moschata]]'' naast de vrouwelijk planten voor bestuiving en toonde aan dat niet goede grond en gunstig weer, zoals toentertijd algemeen gedacht werd, maar het stuifmeel vruchtzetting veroorzaakte. Duchesne kreeg uit [[Brest (Frankrijk)|Brest]] de soort ''[[Fragaria virginiana]]'' waar deze voor bestuiving tussen ''Fragaria chiloensis'' hadden gestaan. Ook kreeg hij planten van ''[[Fragaria ananassa]]'' uit Nederland en stelde vast dat deze soort een hybride was van ''Fragaria virginiana'' en ''Fragaria chiloensis''.
 
Duchesne heeft de toentertijd bekende [[aardbei]]soorten in een [[monografie]] uitvoerig beschreven en vastgelegd in tekeningen. Daarnaast ging zijn interesse ook uit naar [[pompoen]]en. Duchesne was onder andere werkzaam in de parken van het [[Slot Versailles]], waar hij in de botanische tuin van Petit Trianon in de loop der jaren een belangrijke verzameling aardbeien bij elkaar gebracht heeft.
 
In 1798 werd hij professor d'histoire naturelle (biologie) aan de École centrale du département de Seine et Oise in [[Versailles]] en de École Militaire de [[Saint-Cyr-l'École|Saint-Cyr]]. Hij gaf les in [[biologie]], [[mineralogie]], [[geologie]], [[zoölogie]], [[vergelijkende anatomie]], [[botanie]] en planten[[fysiologie]]. Vier jaar later werd hij [[conrector]] van het Lycée de Versailles. Na zijn pensionering bleef hij actief als secretaris van de Societé d'Agriculture te Versailles. Omstreeks 1813 verhuisde hij naar Parijs waar hij verschillende wetenschappelijke problemen, zoals de oorzaak van steriliteit bij planten, bestudeerde.
 
Het vroegere geslacht ''Duchesnea'' nu ''[[Potentilla]]'' met de [[schijnaardbei]] (''Potentilla indica'' syn. ''Duchesnea indica'') was naar hem vernoemd.
 
Regel 23:
* ''Sur la formation des jardins'', Dorez, Paris 1775.
* ''Monographie sur les citrouilles'', l'Encyclopédie Méthodique Botanique, 2 de [[Lamarck]], 1785.
 
 
{{bron|bronvermelding=