Snouck van Loosenpark

woningbouwcomplex in Enkhuizen

Het Snouck van Loosenpark in Enkhuizen is in leeftijd het tweede tuindorp van Nederland.[1] Het is een van de eerste sociale woningbouwprojecten in het land. Het op 19 juli 1897 geopende park bestond uit vijftig zogenoemde arbeiderswoningen en een opzichterswoning.

Snouck van Loosenpark
Hoofdingang van het Snouck van Loosenpark.
Locatie Enkhuizen
Coördinaten 52° 42′ NB, 5° 17′ OL
Opening 1897
Beheerder Gemeente Enkhuizen
Status Rijksmonument
Monumentnummer 359790
Detailkaart
Snouck van Loosenpark (Enkhuizen-centrum)
Snouck van Loosenpark

Voorgeschiedenis bewerken

De bouw van het Snouck van Loosenpark is betaald door het Snouck van Loosenfonds, beheerder van de erfenis van Margaretha Maria Snouck van Loosen (1807 - 1885), de laatst levende van zes (kinderloze) dochters van Cornelia Petronella van Loosen en Samuël Snoeck.

In het testament was onder andere vermeld dat er arbeiderswoningen moesten worden gebouwd 'als de stad gronden wil afstaan'. De wil van Margaretha Maria was dat "Elke woning van behoorlijke grootte en ruimte met drie slaapplaatsen en voldoende regenwaterbak en voor lage prijzen te verhuren aan gezinnen, die door duurzame arbeidzaamheid en goed gedrag boven anderen uitmunten". Niet iedereen kwam dus in aanmerking.

 
De centraal gelegen vijver

In 1893 deed het Snouck van Loosenfonds een verzoek aan de gemeenteraad van Enkhuizen voor de aanschaf van twee en een halve hectare grond voor de bouw van 51 woningen. Het stuk grond dat de stichting op het oog had was de gedempte 'Nieuwe Haven'. De heer Lakenman, beheerder van het fonds en tevens gemeenteraadslid was van mening dat er behoefte bestond aan goede, betaalbare huurwoningen. Met tien tegen een stemmen ging de raad akkoord.

Bouw bewerken

Architecten Christiaan Posthumus Meyjes sr. (huizen) en Hendrik Copijn (landschap) maakten het ontwerp. Het grondwerk voor het park begon in 1894. Een jaar later werd de aanbesteding gehouden. De laagste aanbieder was de 'Nederlandse Aannemingsmaatschappij' uit Gouda. Het bedrag van de aanbesteding was ƒ 293.443,-. Enkele bijzondere voorwaarden bij de aanbesteding waren het aanwezig zijn van goed drinkwater, 'reine privaten' en een verbandkist op de bouwput. Iedere bouwvakker was verzekerd tegen ongevallen en het loon van 14-16 cent per uur was hoog voor die tijd. In mei 1895 startte het heiwerk en de eerstesteenlegging vond plaats op 18 juni van dat jaar. Theodora Lakenman, de dochter van de beheerder van het Snouck van Loosenfonds, viel die eer te beurt.Twee jaar later was het project gereed.

Woningen en indeling bewerken

 
Buitenzijde wc met aan de onderzijde de plaats van het vroegere 'tonnetjes'-luik

De woningen in het Snouck van Loosenpark weken sterk af, voor die tijd, van de 'normale' sociale woningbouw. Waarschijnlijk is architect Posthumus Meyjes geïnspireerd door het Agnetapark in Delft, maar zeker is dat niet. De huizen waren, door ruime aanwezigheid van financiële middelen, zeer ruim van opzet. De woningen hadden een inhoud van 410-450 m³, en een vrije voor- en achtertuin. Riolering, afwatering en aanwezigheid van een kelder en binnentoilet, waren voor die tijd ook vooruitstrevend. Het toilet van de woningen was voorzien van een 'ton' om de behoefte in te doen. Omdat het verwisselen van die ton een vies karweitje was en het niet gewenst was om deze door het huis te vervoeren, werden er bij de toiletten aan de buitenkant van de woningen een luik aangebracht om het verwisselen van de tonnen te vergemakkelijken. In 1937 zijn de 'tonnen' vervangen door volwaardige toiletten zoals wij die nu ook kennen. Het enige wat er in die tijd nog niet aanwezig was, was een douche- of badkamer. Voor een 'grote wasbeurt' (een kleine wastafel was wel aanwezig in de grootste slaapkamer) was men aangewezen op de aanwezige waterput bij de woning. Personeelsleden van de Snouck van Loosenstichting die woonachtig waren in het park, mochten gebruikmaken van de badkamer van de Snouck van Loosenstichting op De Dijk te Enkhuizen. Deze is ongeveer 500 meter verwijderd van het Snouck van Loosenpark.

 
Detail van metselwerk

Het leven in het park bewerken

Het park heeft drie, door de Snouck van Loosenstichting betaalde, opzichters gekend. J.C. de Groot van 1893 tot 1907, U.J. van der Meulen van 1907 tot 1933 en D.J. Fledderus van 1933 tot 1974. De opzichters woonden tijdens hun dienstverband op nr. 1, de grootste woning van het park. Zij hadden van elke woning een sleutel om te kunnen controleren of mensen zich wel aan de voorwaarden hielden van het huurcontract.

In het begin van het park moet het leven niet helemaal 'rozengeur en maneschijn' geweest zijn, omdat tot 1905 direct naast het park de gemeentelijke 'mestvaalt' lag. De woonregels op het park waren streng. Zelf behangen was bijvoorbeeld niet toegestaan. Jaarlijks liet het fonds een van de ruimtes in elk huis behangen. Huisdieren houden was niet toegestaan en openbare dronkenschap had directe verwijdering tot gevolg.

 
Aanblik van een van de karakteristieke daken

Accommodaties in en om het park bewerken

Behalve de 51 woningen had het park meer te bieden. Tot aan de jaren 1930 was er een speeltuin, die toen vervangen werd voor een volière. Behalve vogels werden er ook apen in gehouden. Aan de westkant van het park was een kweektuin, waar alle in het park geplaatste gewassen werden 'voorgekweekt'. Tevens was hier de opslag van grind, zand en grond, nodig voor de opvulling van de gronden en grindpaden van het park.

Verkoop bewerken

Het Snouck van Loosenfonds kwam in de jaren 1970 in de problemen vanwege het park. Het was niet of nauwelijks meer in staat om de hoge kosten van onderhoud te betalen. Het bedrag uit het testament van Margaretha Maria Snouck van Loosen stond vast voor het leven tegen een laag percentage van 2,5%, en met een oplopende inflatie betekende dat dat het fonds steeds minder geld had. Daarom werd overwogen om de huizen op de vrije markt te koop aan te bieden. De gemeente vond dat geen goed plan, omdat hiermee het sociale karakter van het park zou verdwijnen.

In 1977 kreeg de gemeente namens de toenmalige staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Jan Schaefer onder voorwaarden een rijksbijdrage van twee miljoen gulden (twee derde van het aankoopbedrag) toegekend voor de aankoop van het park. Het sociale karakter diende behouden te blijven en er diende een volledige renovatie plaats te vinden. Doorverkoop was alleen toegestaan aan 'woningbouwvereniging'. De gemeente ging, na het verkrijgen van de rijksbijdrage akkoord met de aankoop van het park.[2] Het park zelf is wel in eigendom van de gemeente Enkhuizen gebleven.

 
Detail van een raampartij

Renovatie bewerken

Na de overdracht is lange tijd gepraat over de renovatie van het Snouck van Loosenpark. De status van rijksmonument werd aangevraagd en in 1981 verkregen was. Daardoor was substantiële financiële steun van Monumentenzorg mogelijk. De kosten van ƒ 135.000,- per woning voor de restauratie zou een huurverhoging noodzakelijk maken van ƒ 350,-. Dit was volgens de gemeente vanwege het sociale karakter van het park onaanvaardbaar. Het ministerie ging ten slotte akkoord met een voorstel om de huurverhoging te beperken waardoor de totale huurkosten na de renovatie ƒ 320,- zouden bedragen.

De renovatie begon begin 1983. Grootste verandering binnen de woning was het aanbrengen van een badkamer en centrale verwarming. Voor de daken werden de karakteristieke dakpannen, inmiddels niet meer leverbaar, speciaal opnieuw in productie genomen. Aan de buitenkant werden de waterputten gedempt, en bij de woningen werden bergingen (zo veel mogelijk uit het zicht om het aanzicht van het park niet te schaden) gebouwd. In de zomer van 1983 werd de eerste gerenoveerde woning opgeleverd, de laatste in november 1984. De kosten van aanschaf en renovatie van het park bleken uiteindelijk twaalf miljoen gulden te bedragen.

Feesten bewerken

Indien er iets te vieren valt, pakt het park op een bijzondere manier uit: dan worden in het park duizenden 'vetpotjes' aangestoken en langs de paden neergezet, wat een feeëriek beeld geeft. De eerste keer dat dat gebeurde was in 1898 ter gelegenheid van de inhuldiging van koningin Wilhelmina. Andere keren waren onder andere het 25-jarig jubileum van Wilhelmina en het 600-jarig bestaan van Enkhuizen in 1955. Natuurlijk werden de vetpotjes ook weer aangestoken bij het 100-jarig bestaan van het Snouck van Loosenpark in 1997. Sinds het 100-jarig bestaan is er ook jaarlijks een grote rommelmarkt in het park met meer dan 100 kramen verdeeld over het hele park.

 
Huizenblok in het park

Vestia bewerken

Het park valt nog steeds onder 'sociale woningbouw'. De dure renovatie en de hoge onderhoudskosten van het park hebben de gemeente wel genoopt de woningen van het park te verkopen. Woningcorporatie Vestia is nu de eigenaar en verhuurder van de woningen. De grond van het park blijft eigendom van de gemeente, die ook verantwoordelijk blijft voor het onderhoud van de perken en paden in het park.

Zie de categorie Snouck van Loosenpark van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.