Penseelbladige waterranonkel

soort uit het geslacht boterbloem

De penseelbladige waterranonkel (Ranunculus penicillatus, synoniem: Ranunculus peltatus var. heterophyllus) is een giftige, eenjarige of meerjarige waterplant uit de ranonkelfamilie (Ranunculaceae).

Penseelbladige waterranonkel
Penseelbladige waterranonkel
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Orde:Ranunculales
Familie:Ranunculaceae (Ranonkelfamilie)
Geslacht:Ranunculus (Boterbloem)
Soort
Ranunculus penicillatus
(Dumort.) Bab. (1874)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Penseelbladige waterranonkel op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Het areaal van de soort omvat Europa, behalve de meest noordelijke delen. De plant komt ook voor in de kustgebieden van Noord-Afrika. De soort komt in Nederland her en der verspreid voor, de concentratie in Noord-Brabant is zeer waarschijnlijk te danken aan de hier actieve en bekwame floristen.[1] De soort is inheems in België. Het aantal chromosomen is 2n = 16, 32,[2] 24, 40 of 48[3].

De kale, onderwater zittende, 10-500 cm lange stengels hebben luchtkamers en groeien rechtop of liggend. Er zijn vrij donkergroene drie- tot vijfspletig, halfronde drijvende bladeren met een wigvormige voet. De slippen zijn grof gekarteld. Ook kunnen de drijvende bladeren ontbreken. De draadachtige, lager geplaatste, ondergedoken bladeren zijn even lang of veel langer dan de stengelleden. Vaak zijn er overgangsbladeren met lobben die in draadvormige slippen uitlopen of die bij de middelste lob ontbreken. Buiten het water vormen de ondergedoken bladeren een soort penseel.

De penseelbladige waterranonkel bloeit vanaf mei tot in augustus met witte, 1,2-4,5 cm grote bloemen, die boven het water uitsteken. De bloemstelen zijn 5-15 cm lang. De vijf groene, kale, afstaande kelkblaadjes zijn 3-7 mm lang. De vijf kroonbladen zijn aan de basis geel en bedekken elkaar aan de randen. Hun vorm is omgekeerd eirond met een afgeronde top en zijn 10-15 (20) mm lang. De honinggroef op de plaat van de kroonbladen is meestal meer lang dan breed en soms zijn ze halvemaanvormig. Er zijn 8-20 (40) meeldraden en er zijn ook honingklieren aanwezig. De bloembodem is duidelijk behaard.

De bolvormige verzamelvrucht bestaat uit (15) 50-80, al of niet behaarde nootjes.

De penseelbladige waterranonkel staat op zonnige plaatsen in ondiep tot vrij diep, stilstaand tot vrij snel stromend, zwak zuur tot neutraal, zacht, matig voedselarm tot voedselrijk, soms zelfs enigszins vervuild water boven een bodem van, soms licht organisch zand. De eenjarige of overblijvende plant groeit in beken en gekanaliseerde rivieren, in plassen en poelen, in meren en vijvers, in sloten en kanalen, in zandafgravingen, afgesneden rivierarmen en in vennen met binnendringende meststoffen. Soms groeit de plant ook op droogvallende plaatsen. Bij deze soort zijn de lager geplaatste, ondergedoken bladeren gelijk aan of groter dan de stengelleden en drijfbladeren zijn al of niet aanwezig. De vruchten zijn kaal of behaard.[1]

Ondersoorten

bewerken
 
Ranunculus penicillatus subsp. pseudofluitans
  • Ranunculus penicillatus subsp. penicillatus
  • Ranunculus penicillatus subsp. pseudofluitans
bewerken
Zie de categorie Ranunculus penicillatus van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Wikispecies heeft een pagina over Ranunculus penicillatus.