Parelmoerwolk

Nacreous clouds Antarctica.jpg
Parelmoerwolken, NASA Radome, McMurdo Station, Antarctica
Arctic stratospheric cloud.jpg
Parelmoerwolk in het poolgebied
Polar stratospheric cloud type 2.jpg
Type II parelmoerwolk, bestaande uit ijswater
Parelmoerwolken 2FEB2016 019 sml.jpg
Parelmoerwolken gefotografeerd vanuit Leiden, Nederland, op 2 februari 2016

Een parelmoerwolk of polaire stratosferische wolk is een soort wolk die op zeer grote hoogte (15 tot 25 km), in de stratosfeer, voorkomt.

De meeste wolken, die bestaan uit waterdruppeltjes of uit ijskristallen, komen voor in de onderste twaalf kilometer van de atmosfeer. Deze luchtlaag kan veel gasvormig waterdamp bevatten, dat bij afkoeling overgaat in vloeibare waterdruppeltjes (condens) of in vaste ijskristallen, en dan zichtbaar wordt als wolken. Boven twaalf kilometer hoogte bevindt zich de stratosfeer, de luchtlaag die de meeste ozon bevat en ook bekendstaat als de ozonlaag.

StratosfeerBewerken

De ozonlaag bevat vrijwel geen water, en wolken komen op deze hoogte dan ook zelden voor. Alleen bij temperaturen onder −80 °C kunnen zich op deze hoogte alsnog kleine wolken vormen, die - om hun kleurschakeringen - parelmoerwolken worden genoemd. De kleurenpracht wordt veroorzaakt door de zeer kleine ijskristallen waaruit de wolken bestaan. De gekleurde wolken zijn enige tijd na zonsondergang of vóór zonsopgang zichtbaar, als het aardoppervlak donker is, terwijl op twintig kilometer hoogte de zon nog schijnt.

Parelmoerwolken kunnen dus ontstaan in gebieden waar de atmosfeer op grote hoogte extreem koud is.[1] In de winter kan dat gebeuren aan de lijzijde van hoge bergen, bij harde wind. Vooral in Groenland en Noorwegen komen ze voor, en soms worden ze 's winters zuidelijker in Europa waargenomen.

Ook boven de Zuidpool is het 's winters hoog in de atmosfeer koud genoeg om wolken te vormen. Hier worden ze polaire stratosferische wolken genoemd, en ze zijn groter dan parelmoerwolken. Behalve water-ijskristallen bevatten ze verbindingen van salpeterzuur en water. De massale vorming van deze wolken leidt tot chemische afbraak van ozon, en leidt tot de vorming van het zogenaamde "ozongat" boven de Zuidpool.

Lage LandenBewerken

Ook in de stratosfeer op meer dan twaalf kilometer hoogte boven de Lage Landen is het soms met temperaturen tot −84 °C extreem koud. De temperaturen zijn af en toe laag genoeg voor de vorming van parelmoerwolken, en ervaren waarnemers in het noordoosten van Groningen en in Deventer hebben deze voor Nederland zeldzame wolken op 16 februari 1996 kort na zonsondergang gezien. Meldingen kwamen ook uit 2006. Op 2 februari 2016 werden ze rond zonsondergang in een groot deel van het land gezien, en gefotografeerd.[2]

Uit ozonsonde-metingen van onder andere het KNMI blijkt dat de atmosfeer in februari 2001 op grote hoogte zeer koud was. Op 13 februari zijn op 19 en op 22 kilometer hoogte temperaturen gemeten van −79 graden, de dagen daarna was het op die hoogte kouder dan −80 graden. Ondanks de gunstige condities voor de vorming van parelmoerwolken zijn ze toen niet waargenomen.

De laatste jaren daalt de temperatuur in de stratosfeer geleidelijk, en broeikasexperts verwachten op grote hoogte een verdere temperatuurdaling. Mogelijk zijn parelmoerwolken daardoor in de toekomst in Nederland en België vaker te zien.

TypesBewerken

Er zijn drie typen parelmoerwolken: Ia, Ib en II naargelang hun chemische samenstelling:

  • Type I wolken bestaan uit salpeterzuur en water
    • Type Ia wolken bestaan uit kristallen gevormd uit salpeterzuur en water
    • Type Ib wolkdruppels bevatten daarnaast zwavelzuur en bevinden zich in de vorm van een onderkoelde oplossing
  • Type II wolken bestaan alleen uit ijswater

Zie ookBewerken

Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Polar stratospheric cloud op Wikimedia Commons.