Onderzoek van het Internationaal Strafhof tegen Israël en Palestina

Het onderzoek van het Internationaal Strafhof tegen Israël en Palestina is een onderzoek van het Internationaal Strafhof naar mogelijke oorlogsmisdaden die door Israëlische en Palestijnse leiders zijn gepleegd in Palestina sinds 13 juni 2014. Een vooronderzoek startte na jarenlange vertraging op 16 januari 2015. Op 3 maart 2021 werd een volledig onderzoek gestart.

Toelatingsprocedure voor Palestina

bewerken

Eerste verzoek tot onderzoek

bewerken

Op 21 januari 2009, kort na het conflict in de Gazastrook 2008-2009, deponeerde de Palestijnse Autoriteit (PA) bij het ICC een verklaring, waarin het de rechtsmacht van het Internationaal Strafhof erkende vanaf 1 juli 2002.[1][2] Amnesty International eiste in maart 2011 onderzoek door het ICC naar oorlogsmisdaden en mogelijke misdaden tegen de menselijkheid, begaan in de Gaza-oorlog van 2008-2009, die binnen deze periode zou vallen.[3] Internationaal was er echter onenigheid over de vraag of Palestina door het ICC kon worden geaccepteerd als staat in de zin van het Statuut.[4]

De toenmalig aanklager van het ICC Luis Moreno Ocampo opende een vooronderzoek en publiceerde op 3 april 2012 zijn conclusie dat Palestina op dat moment door meer dan 130 regeringen was erkend als staat, maar door de VN slechts als "waarnemer" en niet als "niet-lid-staat". Palestina had op 23 september 2011 wel een verzoek ingediend voor toelating als lidstaat, maar de VN-Veiligheidsraad had daartoe geen positieve aanbeveling geleverd. Palestina kon derhalve nog niet door het ICC als lidstaat worden erkend.[1][5]

Tweede verzoek tot onderzoek

bewerken

Op 29 november 2012 erkende de VN middels resolutie 67/19 als niet-lid waarnemerstaat. Vanaf dat moment kreeg Palestina het recht toe te treden tot het Verdrag van Rome.[5] Pas tijdens de Gaza-oorlog van 2014 maakte de Palestijnse Autoriteit aanstalten om zich aan te sluiten bij het ICC. Zij waren daartoe alleen bereid als Hamas en Palestinian Islamic Jihad de aanvraag mee wilden ondertekenen. Volgens Al-Haq waren die daartoe bereid.[6] Op 25 juli 2014 zond volgens Al Jazeera de Minister van Justitie Saleem al-Saqqa een verzoek om een onderzoek naar oorlogsmisdaden naar het ICC. Volgens een uitgelekt document werd de aanvraag niet gehonoreerd, omdat hij niet was ondertekend door het staatshoofd (Mahmoud Abbas), het hoofd van de regering of de Minister van Buitenlandse Zaken.[7] Op 5 augustus reisde de Minister van Buitenlandse Zaken Riad Malki af naar Den Haag om de aanvraag te bespreken. Het ICC ontkende een officieel document van Palestina te hebben ontvangen over acceptatie van de jurisdictie van het Hof of een verzoek tot opening van een onderzoek naar misdaden.[8]

Op 9 december 2014 accepteerde het ICC de status van Palestina als staat, zodat alsnog een verzoek kon worden ingediend.[9] Op 1 januari 2015 deponeerde de regering van Palestina bij het ICC opnieuw een verklaring toe te willen treden tot het Verdrag van Rome, wat per 2 januari inging.[10][11][12]

Vooronderzoek

bewerken

Op 16 januari 2015 opende de toenmalig aanklager Fatou Bensouda een vooronderzoek. De jurisdictie van het ICC werd vastgesteld als het grondgebied in de Bezette Palestijnse gebieden, inclusief Oost-Jeruzalem. De te onderzoeken periode zou lopen vanaf 13 juni 2014, de datum waarop Palestina de erkenning had laten ingaan, waardoor ook de oorlogsmisdaden in de Gaza-oorlog van 2014 konden worden meegenomen. Een eventueel onderzoek zou starten op een nog nader te bepalen datum.[10][13]

Op 20 december 2019 maakte de aanklager bekend dat een onderzoek kon worden gestart, maar dat zij eerst nog met voorrang de Pre-Trial Chamber I wilde raadplegen over de territoriale reikwijdte ervan.[13] Deze nodigde belanghebbende partijen uit om hun visie op de zaak te geven.[14] Op 5 februari 2021 bracht de Pre-Trial Chamber I verslag uit van de reacties van deze partijen en bepaalde dat de jurisdictie van het ICC op grond van VN-resoluties reikt tot de Bezette Palestijnse gebieden, zijnde Gaza en de Westoever, inclusief Oost-Jeruzalem.[15]

Start onderzoek

bewerken

Op 3 maart 2021 kondigde de aanklager aan dat het ICC na vijf jaar vooronderzoek misdaden tegen zowel Palestijnse als Israëlische slachtoffers zou gaan onderzoeken vanaf 13 juni 2014.[16] Bensouda zei dat er voldoende basis was om oorlogsmisdaden door de IDF en leden van Hamas en andere Palestijnse gewapende groepen te onderzoeken, alsmede oorlogsmisdaden gepleegd door leden van de Israëlische autoriteiten op de bezette Westoever.[17] Israël en de Verenigde Staten wezen een onderzoek af; de Palestijnse autoriteiten, inclusief Hamas juichten het toe. Benjamin Netanyahu noemde het onderzoek een antisemitische aanval op de enige joodse staat en "de essentie van hypocrisie". Achter de schermen werkten Israëlische beambten aan ondermijning van het Hof door het onderzoek tegen te werken en te vertragen en de impact te beperken.[17]

Op 16 juni 2021 werd het onderzoek overgenomen door Karim Ahmad Khan, die Bensouda als aanklager opvolgde voor een nieuwe termijn van 9 jaar. Hij installeerde voor het eerst een speciaal team om het onderzoek te versnellen.[18]

Eerste arrestatiebevelen

bewerken

Trigger Gazaoorlog 2023-2024

bewerken

Op 12 oktober 2023, in de eerste week van de Gazaoorlog van 2023-2024, waarschuwde de aanklager, Karim Ahmad Khan, dat mogelijke oorlogsmisdaden door Hamas in Israël en door Israël in Gaza door het ICC konden worden onderzocht, ook al had Israël zich niet aangesloten bij het ICC.[19]

Op 17 november maakte de aanklager bekend dat hij een gezamenlijk verzoek had ontvangen van Zuid-Afrika, Bangladesh, Bolivia, de Comoren en Djibouti om in Palestina onderzoek te doen naar vermeende nieuwe oorlogsmisdaden en een of meer specifieke personen die hiervoor verantwoordelijk konden worden gesteld. Hij zei dat hij reeds een significante hoeveelheid informatie en bewijsmateriaal had verzameld over misdaden die daar waren begaan door zowel Israëli's als Palestijnen. Khan deed een oproep aan alle bij het Hof aangesloten staten om het onderzoek te ondersteunen.[18][20] Op 18 januari 2024 deden Chili en mexico een soortgelijk verzoek.[13]

Arrestatiebevelen mei 2024

bewerken

Op 20 mei 2024 publiceerde aanklager Khan de door hem op basis van bewijzen voorgestelde door het ICC uit te vaardigen arrestatiebevelen voor drie leiders van Hamas, Yahya Sinwar, Mohammed Diab Ibrahim Al-Masri en Ismail Haniya, alsmede voor de Israëlische premier Benjamin Netanyahu en zijn defensieminister Yoav Gallant, voor oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. Hij zei bij voldoende aanwijzingen voor misdaden nog meer arrestatiebevelen voor te gaan leggen.[21]

De Hamasleiders werden er onder meer van beschuldigd verantwoordelijkheid te dragen voor uitroeiing, moord, gijzeling, seksueel geweld en marteling volgens de definities van het Verdrag van Rome. Ze werden ervan beschuldigd de Hamas-aanval in Israël op 7 oktober 2023 te hebben gepland en te hebben aangezet tot uitvoering ervan.[21]

De Israëlische leiders werden onder meer van beschuldigd van uithongering van burgers als oorlogswapen, opzettelijk veroorzaken van groot lijden, ernstige verwonding en wrede behandeling als oorlogswapen, opzettelijke doding en moord en directe aanvallen op een burgerpopulatie en 'uitroeiing en/of moord, inclusief in de context van doden door uithongering' en vervolging, eveneens allemaal volgens de definities van het Verdrag van Rome.[21]

De aankondiging stelt dat het gaat om een internationaal gewapend conflict tussen Israël en Palestina, parallel aan een niet-internationaal gewapend conflict tussen Israël en Hamas. Bij Hamas en andere gewapende groepen gaat het bij de beschuldiging om misdaden die deel uitmaakten van een wijdverspreide en systematische aanval op de civiele bevolking van Israël; bij Israël om misdaden die deel uitmaakten van een wijdverspreide en systematische aanval op de civiele Palestijnse bevolking op grond van staatspolitiek.[21]

Eerste Israëlische reacties

bewerken

Israël noemde de aankondiging een "vleesgeworden absurditeit", een "dwaasheid van de hoogste orde". Hij noemde de beslissing "moreel verdraaid", omdat Israël het slachtoffer is van misdaden van Hamas en "de aanvallers gelijk worden gesteld aan de aangevallenen".[22] Het persbericht zei dat Israël handelt volgens het internationaal recht en blijft doorgaan met zijn pogingen om humanitaire hulp naar de Gazaanse bevolking door te sturen. Karim Khan's beschuldigingen noemde het ongegrond, het internationaal recht verdraaiend en het Hof zelf vertrappend. Het zei dat Israël de jurisdictie van het ICC over dit conflict niet erkent.[22]

Netanyahu zei dat Khan bloedsprookjes verspreidde en hardvochtig olie op het vuur van antisemitisme goot en plaats nam onder de grote antisemieten in moderne tijden. Hij vergeleek hem met de Duitse rechters in Nazi-Duitsland.[23][24] Hij beloofde "de vijanden van Israël, inclusief de collaborateurs in Den Haag", dat Israël zal doorgaan met de oorlog tegen Hamas totdat de oorlog is gewonnen.[23]

President Isaac Herzog zei dat het trekken van parallellen tussen wrede terroristen en de democratisch gekozen regering van Israël schandalig is en door niemand kan worden geaccepteerd.[25] Minister Benny Gantz noemde "het trekken van parallellen tussen een democratisch land en verachtelijke terreurleiders van een bloeddorstige organisatie" een "diepe vervorming van het recht en een klinkklaar moreel bankroet".[26] Defensieminister Yoav Gallant omschreef de arrestatiebevelen als een schandelijke poging om in te grijpen in de oorlog.[27] Hij zei dat het een poging was om Israël te beroven van het recht op zelfverdediging en bevrijding van de gijzelaars. Hij noemde de vergelijking van Israël met Hamas "verachtelijk en walgelijk".[28] Minister Bezalel Smotrich noemde de aankondiging "Nazi propaganda" en een show van hypocrisie en jodenhaat.[25][26]

Mensenrechtenorganisatie B'Tselem zei dat dat het tijdperk van straffeloosheid voor Israël voorbij is.[25] B'Tselem zei dat het "Israëls snelle afdaling in een morele afgrond" markeerde.[24]

Eerste Palestijnse reacties

bewerken

Het Gaza Mediabureau verwelkomde de arrestatiebevelen voor de Israëlische leiders, maar veroordeelde die voor de Hamas-leiders. Hamas zei dat de beslissing zeven maanden te laat kwam en dat Khan de slachtoffers gelijkstelde aan de beulen. Mustafa Barghouti van het Palestijns Nationaal Initiatief noemde het een eerste stap om Israël verantwoordelijk te stellen voor de "genocide tegen de Gazanen".[25]

Al-Haq, Al Mezan en PCHR noemden de beslissing een cruciale stap om de straffeloosheid voor Israëls oorlog tegen Gaza te stoppen en zeiden dat genocide aan de beschuldigingen moet worden toegevoegd.[25] Addameer verwelkomde de aankondiging ook, maar zei dat geen rekening was gehouden met oorlogsmisdaden van Israëlische burgers en beambten van vóór (de door Khan genoemde datum) 8 oktober 2023. Addameer riep op om ook arrestatiebevelen uit te vaardigen tegen onder andere militaire commandanten die verantwoordelijk waren voor oorlogsmisdaden tegen Palestijnse gevangenen, inclusief martelingen. Dit gold ook voor andere superieuren, zoals minister Ben Gvir, de (ex)gevangenis-directeuren Kobi Yaakobi en Katy Perry en andere verantwoordelijken binnen het gevangenissysteem.[29]

Tegenwerking

bewerken

In februari 2015, enkele weken nadat de start van het vooronderzoek door het ICC was verkondigd, werd aan toenmalig aanklager Fatou Bensouda op haar prive-adres door twee onbekenden geld en een Israëlische telefoon overhandigd. Dit werd als een subtiele bedreiging opgevat.[30] Volgens een onderzoek van The Guardian werd vanaf het begin van de zaak een operatie tegen het ICC geleid door Yossi Cohen, die door Netanyahu in 2016 als hoofd van de Israëlische geheime dienst Mossad was aangesteld. Cohen zou Bensouda in 2017 voor het eerst persoonlijk hebben ontmoet op een veiligheidsconferentie. De Mossad kreeg hulp van Joseph Kabila, de toenmalig president van DR Congo. Bensouda werd vervolgens telefonisch gestalkt en naarmate duidelijker werd dat zij zich niet liet beïnvloeden ging dit over in bedreigingen en manipulatie.[31] In de periode december 2019 tot maart 2021, toen de Pre-Trial Chamber I het volle onderzoek voorbereidde, werden volgens meerdere bronnen pogingen gedaan om Bensouda er toe te bewegen het onderzoek niet te starten. Cohen bezocht Bensouda meermaals en zijzelf en haar familie werden bedreigd. In die periode legde de regering van VS-president Donald Trump beperkingen en sancties op aan Bensouda.[31] Telefoon- en emailverkeer tussen Bensouda's team en Palestijnen werd door Israël gehackt.[30]

Bij terugkomst na een overleg met de aanklager werd op 21 maart 2021 de Palestijnse minister van Buitenlandse Zaken Riyad Malki met zijn delegatie aan de Jordaanse grens vastgenomen en verhoord door het Israëlische leger. Zijn 'VIP card' en die van twee topambtenaren werden afgenomen.[32] Hem werd gezegd dat het onderzoek voor Israël een 'rode lijn' was en dat bij voortgang sancties zouden volgen.[33] Twee speciale rapporteurs van de VN-mensenrechtenraad spraken hun diepe bezorgdheid uit over dreigementen van Mike Pompeo en John Bolton met maatregelen tegen het ICC, als dit door zou gaan met het onderzoeken van oorlogsmisdaden die gepleegd zouden zijn door de VS, Israël of andere bondgenoten van de VS.[34]

Toen op 28 april 2024 geruchten rond gingen dat er arrestatiebevelen aan zaten te komen, riep Netanyahu de hulp in van de Amerikaanse president Biden. De volgende dag kondigde het Amerikaanse Congres zware sancties tegen het Hof en haar medewerkers aan als dit zou gebeuren. Israël dreigde met ingrijpende sancties tegen de Palestijnse Autoriteit. Aanklager Khan maakte melding van bedreiging en intimidatie jegens het ICC.[35] Op 17 mei uitte het ICC zijn zorgen over publieke uitingen, bedoeld om de onafhankelijkheid, integriteit en onpartijdigheid van het Hof te ondermijnen. Bij een aantal was er sprake van bedreigingen van wraak op het Hof en zijn beambten.[36]

Een groep van 26 experts van de VN-mensenrechtenraad sprak in een persverklaring op 10 mei 2024 hun ongenoegen uit over bedreigingen van de VS en Israël aan het adres van het ICC en diens leden en hun familieleden. Ze hekelden ook het dreigement van Israël om gelden van de Palestijnse Autoriteit in te houden.[37] Op 22 mei schreven 121 organisaties wereldwijd een open brief aan president Joe Biden, waarin zij opriepen de ondermijning van het ICC te stoppen.[38]

Zie ook

bewerken

Genocidezaak van Zuid-Afrika tegen Israël bij het Internationaal Gerechtshof

Referenties

bewerken
  1. a b Update on Situation in Palestine.  ICC Office of the Prosecutor, 3 apr 2012. Gearchiveerd; Via (gearchiveerd)
  2. Aanvraag d.d. 21 sep 2009 
  3. Refer Gaza situation to ICC - Amnesty call on UN Human Rights Council. Persbericht Amnesty International, 9 maart 2011. Gearchiveerd
  4. Situation in Palestine, Summary of submissions on whether the declaration lodged by the Palestinian National Authority meets statutory requirements. ICC, 3 mei 2010.  Via
  5. a b Fatou Bensouda: the truth about the ICC and Gaza. Fatou Bensouda, The Guardian, 29 aug 2014. Gearchiveerd; Publicatie op de ICC-website.
    "Nonetheless, to date, the statute is not one of the treaties that Palestine has decided to accede to, nor has it lodged a new declaration following the November 2012 general assembly resolution."
  6. Palestinian leaders poised to join ICC in order to pursue Israel for war crimes. The Guardian, 5 aug 2014. Gearchiveerd
  7. Is the PA stalling Gaza war crimes probe? Al Jazeera, 12 sep 2014
  8. The Prosecutor of the International Criminal Court, Fatou Bensouda, receives the Minister of Foreign Affairs of Palestine. Statement Fatou Bensouda, ICC, 5 aug 2014
  9. Hague-based ICC accepts Palestine’s status. Al Jazeera, 9 dec 2014
  10. a b The Prosecutor of the International Criminal Court, Fatou Bensouda, opens a preliminary examination of the situation in Palestine. Persbericht ICC, 16 jan 2015
  11. The State of Palestine accedes to the Rome Statute. Persbericht ICC, 7 jan 2015
  12. Verklaring van acceptatie jurisdictie ICC, 31 dec 2014, ondertekend door president Abbas.
  13. a b c State of Palestine – Situation in the State of Palestine. ICC, zaaknummer ICC-01/18
  14. ICC Pre-Trial Chamber invites Palestine, Israel, interested States and others to submit observations. ICC, 28 jan 2020
  15. Decision on the ‘Prosecution request pursuant to article 19(3) for a ruling on the Court’s territorial jurisdiction in Palestine’, par. 116-118   (1,3 MB). ICC Pre-Trial Chamber I, 5 feb 2021. Via.
    "On this basis, the Chamber finds that the Court’s territorial jurisdiction in the Situation in Palestine extends to the territories occupied by Israel since 1967, namely Gaza and the West Bank, including East Jerusalem."
  16. Statement of ICC Prosecutor, Fatou Bensouda, respecting an investigation of the Situation in Palestine. ICC, 3 maart 2021. Gearchiveerd
  17. a b ICC opens 'war crimes' investigation in West Bank and Gaza. BBC, 3 maart 2021
  18. a b Statement of the Prosecutor of the International Criminal Court, Karim A.A. Khan KC, on the Situation in the State of Palestine: receipt of a referral from five States Parties. ICC, 17 nov 2023. Verzoek 5 staten 
  19. Exclusive: Hamas attack, Israeli response fall under ICC jurisdiction, prosecutor says. Reuters, 12 okt 2023. Gearchiveerd
  20. ICC receives Palestine referral from Bangladesh, Bolivia, Comoros, Djibouti and South Africa. JURISTnews Uni Pittsburgh, 19 nov 2023. Gearchiveerd
  21. a b c d Statement of ICC Prosecutor Karim A.A. Khan KC: Applications for arrest warrants in the situation in the State of Palestine. ICC, 20 mei 2024
  22. a b MFA response to the ICC prosecutor’s decision. Israel MFA, 20 mei 2024. Gearchiveerd
  23. a b Statement by PM Netanyahu. Prime Minister's Office (PMO), 20 mei 2024. Gearchiveerd
  24. a b What the ICC arrest warrants mean for Israel and Hamas. BBC, 21 mei 2024
  25. a b c d e World reacts to ICC prosecutor seeking Israel, Hamas arrest warrants. Al Jazeera, 20 mei 2024
  26. a b Reactions to ICC prosecutor's request for arrest warrants for Israeli, Hamas leaders. Reuters, 20 mei 2024
  27. Israel’s Gallant slams ICC prosecutor’s move against him, Netanyahu as ‘disgraceful’. Al Arabiya, 21 mei 2024
  28. ‘Civilised world’ must refuse to arrest Netanyahu, says Israel. The Telegraph, 21 mei 2024
  29. ICC Prosecutor Completely Neglects to Mention the Crimes Committed Against Palestinian Prisoners in Arrest Warrants for Israeli Officials. Addameer, 22 mei 2024. Gearchiveerd
  30. a b Israel’s clashes with the ICC over the past decade – a timeline of events. Al Jazeera, 30 mei 2024
  31. a b Revealed: Israeli spy chief ‘threatened’ ICC prosecutor over war crimes inquiry. The Guardian, 28 mei 2024. Gearchiveerd
  32. To punish him for meeting ICC Prosecutor, Israel withdraws VIP card from Foreign Minister Malki. WAFA, 21 maart 2021
  33. Foreign Minister Malki: Contacts with the International Criminal Court will continue despite Israeli obstacles. WAFA, 22 maart 2021
  34. US "threats" against International Criminal Court must stop, say UN experts. OHCHR, 22 maart 2019
  35. Netanyahu vroeg Rutte om druk op Strafhof te zetten. The Rigts Forum, 8 mei 2024
  36. Statement by the Presidency of the Assembly of States Parties in support of the independence and impartiality of the International Criminal Court. Persbericht ICC, 17 mei 2024
  37. Israel/Gaza: Threats against the ICC promote a culture of impunity, say UN experts. OHCHR, 10 mei 2024. Gearchiveerd op reliefweb
  38. Joint Letter: Biden Should Oppose US Sanctions on ICC. Human rights Now, 22 mei 2024