Vazal

(Doorverwezen vanaf Leenman)

Een vazal is in engere zin een getrouwe van een koning, hoge edele of geestelijke in de middeleeuwen. Als de vazal (in engere zin) beleend wordt door zijn overste is hij een leenman. Dit gebruik begon onder de Karolingische koningen. Deze hoopten met de belening een groep loyale edelen tot hun beschikking te hebben.

Een vazal gaf zijn vrije status en bezit op aan een leenheer die hem in ruil veiligheid en werk (eventueel een ambt op zijn landgoed) aanbood. De vazal verplichtte zich tot het vervullen van herendienst, en de afdracht van een deel van de oogst als hij boer was op het leen.

HerkomstBewerken

Het woord vazal is ontleend aan Oudfrans vassal, dat stamt uit Gallisch vassos, dienaar. Verwant zijn Oudiers foss, dienaar, Welsh gwas, jongeman, dienaar en Bretons gwaz, man, echtgenoot.[1]

In ruimere zinBewerken

De term vazal wordt buiten de middeleeuwse context ook in ruimere zin gebruikt voor iemand die geheel onderworpen een heerser dient. In deze ruimere betekenis is het gebruik vaak pejoratief.[2] Bij uitbreiding wordt ook over vazalstaten gesproken.