Jo Koster

Nederlandse kunstschilder (1868-1944)

Johanna Petronella Catharina Antoinetta (Jo) Koster (Kampen, 16 april 1868Heelsum, 17 januari 1944) was een Nederlandse graficus, schilder en tekenaar.[1]

Jo Koster
Zelfportret (1939)
Zelfportret (1939)
Persoonsgegevens
Volledige naam Johanna Petronella Catharina Antoinetta Koster
Geboren Kampen, 16 april 1868
Overleden Heelsum, 17 januari 1944
Geboorteland Nederland
Beroep(en) graficus, schilder en tekenaar
RKD-profiel
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur

Leven en werk

bewerken

Koster was een dochter van Johannes Petrus Koster, kapitein-kwartiermeester, en Catharina Antoinetta van Veen. Na de middelbare school ging ze naar de Rijksnormaalschool voor Teekenonderwijzers in Amsterdam (1885-1888) en vervolgens naar de Rotterdamse academie (1888-1892), bij Jan Striening. Ze gaf enige tijd les aan de academie en volgde nadat ze in 1894 de Koninklijke Subsidie voor Vrije Schilderkunst ontving lessen in Brussel bij Ernest Blanc-Garin en aan de Académie Julian en de Académie Colarossi in Parijs.[2] In 1902 vestigde ze zich in Zwolle, waar ze een teken- en schildersklas oprichtte.[3] In de zomermaanden werkte ze geregeld in Staphorst, waar ze de boerenarbeiders en de klederdracht in beeld bracht. Toen zij in 1905 op een dood punt in haar carrière kwam, stopte ze op aanraden van H.P. Bremmer met schilderen en richtte zich eerst weer op het tekenen. Haar werk werd daarna zuiverder van kleur en compositie.[4]

Kosters stijl varieert in de loop van de jaren, ze schilderde onder meer neo-impressionistisch en maakte ook pointillistisch werk. Van 1910 tot 1924 woonde ze in Hattem, waarna ze telkens korte periodes woonde in Italië, Zwitserland en Nederland, tot ze in 1934 in Den Haag ging wonen. Naast de verkoop van vrij werk verdiende ze geld met reisverslagen voor kranten en portretten in opdracht.[5] Ze maakte ook naaldkunstwerken, ex librissen, illustraties en kamerschermen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het Statenkwartier waar ze woonde geëvacueerd en trok ze naar Zaltbommel.

Koster was aangesloten bij Arti et Amicitiae, Pulchri Studio, Vereeniging Sint Lucas en de Vereeniging van Beeldende Kunstenaars 'De Rotterdammers'. Ze exposeerde met deze verenigingen, maar ook bij onder andere de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid 1898 en de tentoonstelling De Vrouw 1813-1913. Ter gelegenheid van haar zeventigste verjaardag werd haar werk geëxposeerd in Den Haag, Dordrecht en Amersfoort.[2] Haar werk is onder meer opgenomen in de collecties van het Rijksmuseum Amsterdam, het Kröller-Müller Museum, het Singermuseum en het Voerman Stadsmuseum Hattem.

Koster woonde vanaf 1934 tot vlak voor haar dood samen met de schilderes Tjitske van Hettinga Tromp.

In 1943 werd bij Koster kanker geconstateerd. De kunstenares overleed het jaar erop, op 75-jarige leeftijd, toen ze bij een vriendin logeerde.

Leerlingen

bewerken

De Hongaars/Nederlandse kunstschilder Sárika Góth was een leerling van Koster.[6]

Literatuur

bewerken
  • Roodenburg, K., R. van der Linde-Beins en O. Maurer (2003). Jo Koster 1868-1944: een zwervend bestaan. Waanders / Amersfoort: Museum Flehite, Zwolle. ISBN 9040087873.
  • Hinrichs, Jan Paul (2024). Bremmerianen. Julie de Graag en haar kring: tien kunstenaressen in Den Haag en Laren. Fragment, Leiden, "'Jo verveelt zich hier en ze wil graag aan 't werk'. Tjitske van Hettinga Tromp en de laatste jaren van Jo Koster", p. 36-46.
Zie de categorie Jo Koster van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.