Isaac de l'Ostal de Saint-Martin

Nederlands botanicus (1629-1696)

Isaac de l'Ostal de Saint-Martin (Oloron-Sainte-Marie?, ca 1629 – Batavia, 14 april 1696) was een militair in dienst bij de VOC, raad van Indië, commandant van een garnizoen in Batavia. Daarnaast hield hij zich bezig met botanie en het verzamelen van boeken in diverse talen, waaronder het Maleis.

Isaac de l'Ostal de Saint-Martin
Isaac de l'Ostal de Saint-Martin, toegeschreven aan Jan de Baen. (Rijksmuseum Amsterdam)
Algemene informatie
Geboren circa 1629
Overleden 14 april 1696, Batavia
Portaal  Portaalicoon   VOC

L'Ostal was een edelman, afkomstig uit de Béarn. Zijn (groot)vader heette waarschijnlijk Pierre de Lostal, heer van Roquebonne, Sendos et Maucor, vice-kanselier in Neder-Navarra en woonachtig in Saint-Palais of daar in de buurt. Pierre de Lostal was een ietwat dubieuze auteur die zich tot het calvinisme had bekeerd en Hendrik IV aanzette tot oorlog met Spanje om het zuidelijk deel van Navarra terug te krijgen.[1] De bronnen over de familie Lostal zijn beperkt en maken het niet veel duidelijker.[2] Vanaf 1620 viel Neder-Navarra onder Frankrijk en werd het calvinisme er bestreden.

Biografie bewerken

Na zijn opleiding in het Staatse leger reisde Isaac in 1657 als vaandrig met Johan Bax van Herenthals en Hendrik van Rheede naar Batavia.[3] Hij was gestationeerd op Ceylon (VOC-gebied) en in 1663 in Cochin op de Malabarkust samen met Van Rheede en onder Rijcklof van Goens. In augustus 1664 werd hij bevorderd tot kapitein, net als Bax en Van Rheede.[4] In 1672 toen de Republiek in oorlog was met Frankrijk schijnt hij op eigen verzoek te zijn overgeplaatst naar Batavia.[bron?] In 1677-1679 nam hij deel aan de strijd tegen Mataram[5] en in 1680 op Ternate.

 
Hottentots-Holland

In 1682 was hij betrokken bij de onderwerping van Bantam. Hij voer met een troep Duitse soldaten naar de havenstad waar de Engelsen meer invloed hadden dan de Nederlanders. Hij wist te bereiken dat de Engelsen vertrokken en Abdul, een neef van Hassan, op de troon werd gezet. Toen het fort was veroverd is er £20.000 aan zilver en goud buitgemaakt. De Engelse vlag werd aan stukken gescheurd en als sjerp om het lijf gedragen.[6] Zijn superieuren waren ontevreden met zijn actie toen hij vervolgens probeerde een van zijn ondergeschikten kwijt te raken. Onno Zwier van Haren verwerkte in Agon, sultan van Bantam (1769), een tragedie in vijf bedrijven, de wederwaardigheden van l'Ostal.[7] In 1683 woonde hij in Utrecht bij Van Rheede en in 1684 werd hij benoemd als raad van Indië. Op de dag voor kerst vertrok hij met Van Rheede naar de Kaap de Goede Hoop op het schip Bantam.[8]

In 1685 bevond hij zich met Van Rheede in de Kaapkolonie, waar de wijnbouw onder Simon van der Stel werd bevorderd. De mannen gingen blijkbaar op onderzoek uit om de Kaapflora te bestuderen en een vallei ten noorden van de Piketberg is naar hem vernoemd.[9] Hij nam zitting in de Raad van Indië als buitengewoon raad, drie jaar later als gewoon raad, maar al in 1688 vroeg hij ontslag en in het jaar daarop opnieuw samen met Joan van Hoorn. De Raad bestond toen onder andere uit Johannes Camphuys en Willem van Outhoorn. In 1690 vertegenwoordigde hij de Raad van Indië bij de troonsbestijging van de nieuwe sultan in Bantam.[bron?]

De verzamelaar bewerken

 
Landschap in Neder-Navarra

L'Ostal was geïnteresseerd in botanie en had al diverse planten opgestuurd naar de Hortus Botanicus, voor een groot deel geïnitieerd door Joan Huydecoper van Maarsseveen (1625-1704). Hij ondersteunde de blinde botanicus en geograaf Rumphius die meerdere boeken schreef (d.w.z. dicteerde) over Ambon. Hij gaf Engelbert Kaempfer opdracht de samenstelling van Japans papier (washi) vast te leggen.

L'Ostal was grootgrondbezitter in onder meer wat nu Kemayoran heet. Deze naam is afgeleid van zijn rang destijds, majoor. Het landgoed in de buurt van Weltevreden met een Japans paviljoen werd in 1745 een Chinese begraafplaats.[10] De angst van veel Chinezen om terug te keren naar Batavia na de moord op de Chinezen in 1740 of het feit dat de Chinezen vanaf dat jaar geen grond of huizenbezit werd toegestaan in Batavia zou de aanleiding kunnen zijn geweest.[11]

L'Ostal was nooit getrouwd en erfgenaam was zijn broer Gratian, een advocaat in Oloron (Pyrénées-Atlantiques).[12] Zijn landgoed ten zuidoosten van Batavia werd na zijn dood onmiddellijk verkocht omdat de VOC buitenlanders geen grondbezit toestond en ging over naar Joan van Hoorn. L'Ostal bezat een omvangrijke verzameling wapens, schelpen, drie microscopen en twee astrolabia. In 1924 kwam zijn collectie van 1200 boeken met Hebreeuwse, Maleise, Javaanse, Perzische, Arabische en Portugese teksten, alsmede een zeldzame catalogus vanuit Pau terecht bij het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde.[13] Daar bevindt zich ook een Verzameling brieven en losse aantekeningen afkomstig van Joan van Hoorn.[14]