Hr.Ms. K XI (1925)

De Hr.Ms. K XI was een Nederlandse onderzeeboot van de K XI-klasse. De K XI werd gebouwd door de Rotterdamse scheepswerf Fijenoord. Net als alle andere K onderzeeboten werd de K XI door het Nederlandse ministerie van Koloniën als patrouilleschip voor Nederlands-Indië aangeschaft.[1] Voordat de K XI naar Nederlands-Indië vertrok maakte het schip in 1925 samen met de O 8, Jacob van Heemskerk, Tromp, Z 3 en de Z 5 een oefentocht naar de Oostzee. Tijdens deze tocht werden havens in Litouwen, Estland, Letland en Finland aangedaan. Op 15 oktober 1925 vertrok de K XI, onder commando van Luitenant ter zee eerste klase G.E.V.L. Beckman, naar Nederlands-Indië. Tijdens het eerste deel van de tocht, tot aan Tunesië, voerde F.A. Vening Meinesz een deel van zijn zwaartekrachtproeven uit. Op 28 december 1925 arriveerde de K XI in Sabang.[2]

Vlag
Vlag
Hr.Ms. K XI
Vlag
Vlag
Geschiedenis
Kiellegging 9 december 1922
Tewaterlating 24 april 1924
In dienst gesteld 24 maart 1925
Uit dienst gesteld 11 april 1945
Algemene kenmerken
Waterverplaatsing 688 ton (boven water)
828 ton (onder water)
Afmetingen 66,7 x 6,2 meter
Bemanning 31
Techniek en uitrusting
Machinevermogen 2 x 1200 pk (dieselmotor)
2 x 327 pk (elektromotor)
Snelheid 17 knopen (boven water)
8 knopen (onder water)
Bewapening 2 x 21 inch en 4 x 17,7 inch torpedobuizen
1 x 8,8 cm kanon
1 x 12,7 mm mitrailleur
Portaal  Portaalicoon   Marine

De K XI tijdens WO II

bewerken

Vanaf de Duitse aanval op Nederland in 1940 tot het moment dat Nederland Japan de oorlog verklaarde opereerde de K XI vanuit Soerabaja. Begin 1941 was de K XI ingedeeld bij de 2e divisie van het onderzeebootflottielje in Nederlands-Indië. Naast de K XI waren K X, de K XII en de K XIII onderdeel van de 2e divisie.[3] Van 8 december 1941 tot 23 januari 1942 viel de K XI onder Brits operationeel commando en voerde patrouilles uit oostelijk van Malaya.[2]

Van 23 januari 1942 tot aan de val van Nederlands-Indië in maart 1942 was de K XI voornamelijk in onderhoud. Gedurende deze tijd voerde het schip maar één patrouille uit ten westen van Sumatra. Vanwege de val van Nederlands-Indië vluchtte de K XI naar Colombo. Tijdens de tocht naar Colombo pikte de K XI in totaal achttien overlevenden op van de Australische sloep Yara, de Britse bevoorraader Anking en het Nederlandse koopvaardijschip Parigi. Van deze achttien opgepikte drenkelingen overleefden zeventien de tocht naar Colombo.[2]

In Colombo viel de K XI weer onder Brits operationeel commando. Tot 16 april 1942 voerde de K XI tweemaal een patrouille uit op de Indische Oceaan. Van april 1942 tot februari 1945 werd het schip als doelschip gebruikt door de Royal Navy en de Royal Indian Navy bij ASW- en ASDIC-tests.[2]

Op verzoek van de Royal Navy werd de K XI op 20 februari 1945 overgeplaatst naar Fremantle in Australië. In Australië waren manschappen nodig voor het bemannen van nog operationele onderzeeboten. Op 3 maart vertrok de K XI vanuit Trincomalee richting Fremantle waar het schip op 22 maart arriveerde. Begin april 1945, nadat de bemanning was overgeplaatst naar andere schepen, werd de K XI uit dienst genomen.[2]

Zie ook

bewerken