Gebruiker:Peter b/Bisdommen/Bisdom Léon

Het bisdom Léon was een van de 9 historische bisdommen van Bretagne. Het was gelegen in het land van Léon, in het noorden van het huidige departement Finistère. In 1790 werd het bisdom samengevoegd met het bisdom Cornouaille tot het nieuwe bisdom Quimper en Léon. De zetel van het bisdom was gevestigd in Saint-Pol-de-Léon.

Bisdom Léon.
H. Paulinus Aurelianus.
Kathedraal van Saint-Pol-de-Léon (Finistère).
Klokkentoren van de kathedraal van Saint-Pol-de-Léon.

Aankomst van Paulinus Aurelianus in Armorica bewerken

Armorica werd in de 6e eeuw Brits of Bretons door de massale komst van immigranten uit Wales en Brits Dumnonia, vooral uit de streek van Cornwall. De kerstening van Léon (en Cornwall) was toen nog zeer pril.

De inwijkelingen die zich in het noorden van Armorica vestigden, stonden onder de leiding van een zekere Riwall. Onder het bewind van zijn zoon Deroch kreeg Amaricaans Dumnonia nieuwe inwijkelingen. Een van hen was de H. Tugdual. Eenmaal ontscheept op de westkust van Léon, vestigde Tugdual er een lann nabij Conquet. Hij begon het land van Léon te kerstenen en liet het na aan Pol-Aurelianus. Zelf trok hij verder naar het oosten om er kloosters te stichten, onder meer in Tréguier.

Pol, Paulinannus, of Paullinus, was afkomstig uit Wales, waar hij een leerling was geweest van Samson, Gildas en David in de kloosterschool van de H. Iltud. Met een groep volgelingen verliet hij zijn land en stak hij Brits Cornwall over. Samen met 12 geestelijken en 12 leken uit zijn familie- en kennissenkring, en een aantal slaven, bereikte hij Ouessant. Onder deze gezellen waren Tégonnec, Goeznou, Laouénan, Jaoua, Winiau en Séo. Hij stichtte nieuwe kloosters in Lampaul-Plouarzel, Lampaul-Ploudalmézeau, Lampaul-Guimiliau, op het Île de Batz.

Paulinus Aurelianus, eerste bisschop van Léon bewerken

Volgens een biografie uit de 11e eeuw, kreeg Paulinus de opdracht van chef Withur (of Wizur) van het Île de Batz, voor een zending naar de Frankische koning Childebert. In werkelijkheid had Withur de Merovinger gevraagd zijn gezag te gebruiken om Pol te verplichten het episcopaat te aanvaarden.

Op vraag van Withur en van Childebert, werd Paulinus tot bisschop gewijd, bisschop-abt van een klooster volgens de Keltische regel. Zijn werkgebied en dat van zijn leerlingen behelsde een groot deel van Dumnonia. Zijn apostolaat in Bretagne situeerde zich in de periode 530 tot 580.

Toen hij oud geworden was, liet Paulinus het bestuur van zijn bisdom over aan drie hulpbisschoppen en hield hij zich bezig met het bestuur van de abdij, die hij gesticht had. De kathedraal van Saint-Pol-de-Léon bewaart nog steeds zijn kloosterklokje.

De notie van bisdom, als een territorium waarover een bisschop het gezag uitoefent, bestond misschien wel bij de Gallo-Romeinen en de Franken, maar zeker niet bij de christenen die van over het Kanaal kwamen. De Bretonse kloosters onderhielden de Keltische monnikenregel (zoals de Keltische tonsuur, de Paasdatum) van Groot-Brittannië of Ierland. De bisschop-abt oefende zijn gezag uit over de moederabdij en over de andere kloosters in de omgeving, waarrond zich woonkernen vormden, waaruit de latere Bretonse parochies ontstonden. Deze toestand bleef aanhouden tot bij de vorming van het koninkrijk Bretagne.

Op het Concilie van Tours in 567 veroordeelden de Gallo-Franse prelaten de oprichting van een bisdom in Armorica zonder de goedkeuring van de metropoliet (die in Tours resideerde). De Bretoenen hielden daar echter geen rekening mede en raakten op een slecht blaadje bij Rome en bij de Karolingen.

Verdere ontwikkelingen bewerken

In 919 vond de grote inval van de Noormannen plaats. Heel Bretagne werd onder de voet gelopen en talrijke inwoners werden verkocht of verdreven. Graven, handelaars, monniken, geestelijken en al wie iets te verliezen had, ontvluchtte het land. Ten gevolge van de hervormingen die door Rome gevraagd waren, werd de kerkprovincie Bretagne rond 1000 onder het gezag van de metropoliet van Tours geplaatst.

Op het einde van 11e eeuw werden de bisdomsgrenzen definitief en werden de parochies belangrijker. De bouw van de kathedraal van Saint-Pol-de-Léon begint in de 13e eeuw in Normandische stijl. Schip en koor dateren uit de 15e eeuw.

In 1237 werd het dominicanenklooster van Morlaix gesticht. De Reformatie bereikte Bretagne weinig of niet. Na het concilie van Trente (1545-1563), kwam er geleidelijk een ander soort geestelijken. De geestelijken waren nu verplicht om in hun parochie te wonen.Er werden vele nieuwe kloosters gesticht. Zo openden op 50 jaar tijd 6 nieuwe kloosters in Morlaix hun deuren.

In 1580 werd in Saint-Pol een bisschoppelijk college opgericht en in 1687 een groot-seminarie. Vanaf 1772 was Jean-François de La Marche de laatste bisschop van Léon. Hij introduceerde er onder meer de aardappel. Door de Franse Revolutie werd hij echter verplicht om naar Londen uit te wijken.

Wanneer Lodewijk XIV van Frankrijk in 1788 de Staten-Generaal samenroept in Versailles, heeft de geestelijkheid van het Léon recht op 2 vertegenwoordigers. Na de Franse Revolutie werd in 1789 een decreet uitgevaardigd waardoor de bezittingen van de kerk aan de staat toekomen. In 1790 werden de religieuze orden afgeschaft (behalve deze voor ziekenzorg en onderwijs) en hetzelfde jaar werden de bisdommen heringericht tot "één bisdom per departement".

Wanneer in 1790 de bisschop van Cornwall overleed, werd voor de eerste maal de nieuwe wet toegepast. Het kiezerskorps van Finistère werd samengeroepen in de kathedraal van Quimper. Bij de derde stembeurt kreeg Louis-Alexandre Expilly de la Poipe 233 van de 380 stemmen. Expilly werd uitgeroepen tot de nieuwe bisschop van Finistère. In 1793 werd hij echter gearresteerd en hij stierf onder de guillotine in 1794. Het bisdom bleef vervolgens 4 jaar vacant.

Bisschoppen van Léon bewerken

  • H. Paulinus Aurelianus (6e eeuw)
  • H. Jaoua & Tigernomaglus
  • H. Paul
  • Cetomerimus
  • H. Goulven
  • H. Thenenan
  • H.Houardon
  • H. Goueznou
  • Gilbert
  • Guyomark
  • Leonorius
  • Liberalis (850 en 866)
  • Dotwoion (850–866)
  • Hinvoret (884)
  • Isaias
  • Octreo
  • Jakobn 950
  • Conan um 962
  • Mabbo
  • Paulinien
  • Eudon (995 en 1033)
  • Salomon I (1039)
  • Omnes (1040–1055)
  • Jakob
  • Pierre de Gualon (1106, 1128)
  • Guy I (1142, 1145)
  • Salomon II (1149, 1160)
  • Hamon de Léon (1161–1172)
  • Guy (1180)
  • Yves I Le Touil (1180–1186)
  • Jean (1187–1227)
  • Derrien (1227–1238)
  • Guy II (1238–1262)
  • Yves II (1262–1292)
  • Guillaume de Kersauzon (1292–1327)
  • Pierre Benoît (of Bernard) (1328–1349)
  • Guillaume Ouvroin, du Mans (1349–1385)
  • Guy Le Barbu (1385–1410)
  • Alain de Kerazred (of de la Rue) (1411–1419)
  • Philippe de Coëtquis (1419–1427)
  • Jean de Saint-Léon Validire, O.P. (1427–1432)
  • Ollivier du Tillay (1432–1436)
  • Jean Prigent (1436–1439)
  • Guillaume Le Ferron (1439–1472)
  • Vincent de Kerléau (1472–1476)
  • Michel Guibé (1477–1478)
  • Thomas James (1478–1482)
  • Alain Le Maout (1482–1484) (voorheen Bischof van Cornouaille)
  • Antoine de Longueil (1484–1500)
  • Jean d'Epinay (1500–1503)
  • Jean de Kermavan (1503–1514)
  • Guy Le Clerc (1514–1521)
  • Christophe de Chavigné (1521–1554)
  • Roland de Chavigné (1554–1563)
  • Roland de Neufville (1563–1613)
  • René de Rieux (1613–1651)
  • Robert Cupif (1639–1646)
  • Henri de Laval de Boisdauphin (1651–1662)
  • François de Visdelou (1665–1668)
  • Jean de Montigny (?–1671)
  • Pierre Le Neboux de la Brousse (1671–1701)
  • Jean-Louis de la Bourdonnaye (1701–1745)
  • Jean-Louis Gouyon de Vaudurand (1745–1763)
  • Jean-François d'Andigné de la Chasse (1763–1772)
  • Jean-François de la Marche (1772–1802)

Leon Categorie:Geschiedenis van Bretagne