Gebruiker:P.K.Wijnmalen/klad

Klad

Begrenzing bewerken

 
Begrenzing van West-Brabant aan de hand van gemeenten in de ruime en smalle zin.

Het kerngebied van West-Brabant wordt gevormd door de gemeenten Bergen op Zoom, Halderberge, Moerdijk, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Woensdrecht en in beperktere mate, afhankelijk van de gehanteerde definitie, Breda, Etten-Leur en Zundert.

Historisch gezien valt de huidige West-Brabantse streek in ruime zin grotendeels samen met het oude Land van Breda, dat in de 14e eeuw onderverdeeld zou worden in de Baronie van Breda, het Markiezaat van Bergen op Zoom en de Heerlijkheid Steenbergen. Waar het, gezien vanuit het Hertogdom Brabant, de respectievelijke noordelijke en noordwestelijke grens vormde met de graafschappen Holland en Zeeland. In landschappelijke zin, wordt West-Brabant in het westen begrenst door de wateren van de Oosterschelde, het Volkerak en het Schelde-Rijnkanaal. In het zuiden door de Kempen en in het Oosten door het Land van Heusden en Altena en het Land van Rijen.

Traditioneel vormt Breda reeds eeuwenlang het bestuurlijk, religieus en economische centrum van de regio. Een rol die deze stad ook vandaag de dag blijft vervullen, bijvoorbeeld als zetel van de arrondissementsrechtbank, veiligheidsregio en het bisdom. Echter, in de loop van de 20ste eeuw hebben Breda en direct aangrenzende kernen zich in hoge mate qua industriële en politieke ontwikkeling op Midden-Brabant (specifiek Tilburg) toegelegd, waardoor zij in de beleving van sommigen meer tot de kern van de Zandstad behoord dan de kernregio van West-Brabant. Op taalkundig vlak echter, behoort Breda zeker tot de laatstgenoemde en vormt het Bredaas een scherpe afbakening tegenover de Midden en Oost-Brabantse dialecten. Roosendaal en Bergen op Zoom vormen de grootste steden in de regio, met Steenbergen, Zevenbergen en Oudenbosch als meer kleinere regionale centra.

Dorpen en steden bewerken

Een overzicht van de grotere en/of toeristische kernen. Plaatsen met het teken (S) beschikken historisch gezien over stadsrechten:

Hieronder zijn de stadswapens te zien van de zeven plaatsen met stadsrechten. Opvallend is de aanwezigheid van Sint-Andreaskruizen in vrijwel alle wapens. De stadsschilden met een drietal andreaskruizen (hoewel vaak verschillend in kleur) zijn allen afgeleid van het Wapen van Breda, de stad met de hoogste anciënniteit wat betreft stadsrechten, op enige afstand gevolgd door Bergen op Zoom en Steenbergen.[1] Roosendaal is uitzonderlijk in de zin dat zij haar stadsrechten niet van lokale Middeleeuwse adel heeft ontvangen, maar van koning Lodewijk Napoleon in 1809.

Landschap bewerken

Hoewel West-Brabant vooral vorm kreeg tijdens de laatste ijstijd, het Weichselien, is het in het Holoceen, een warmere periode die ongeveer 12.000 jaar geleden begon, dat de basis werd gelegd voor de natuur die in de Middeleeuwen van groot economisch belang zou blijken en uiteindelijk het huidige landschap hebben opgeleverd. Dankzij een vochtig en warm klimaat ontstond namelijk een grote hoeveelheid veen. In de getijdenbekkens van de kleine rivieren de Barlake, Mark en Vliet werd zand en klei afgezet hebben dankzij hun afzettingen latere bewoning mogelijk gemaakt. Dit veen werd, al dan niet, ingedijkt en afgegraven waarna het huidige landschap ontstond. De oorspronkelijke vorm is slechts zeer beperkt terug te vinden. Enkel het gorzengebied tussen De Heen en Steenbergen geeft een blik in dit verleden.[2]

In het westelijk deel van Noord-Brabant is een opmerkelijke landschappelijke tegenstelling waar te nemen, waarbij het vlakke polderlandschap, met haar klei- en veenafzettingen; kenmerkend is voor het westen en noorden abrupt overgaan in de zandgronden, akkers en weilanden van het zuiden en oosten. De grens, ook wel de Naad van Brabant genoemd, heeft in West-Brabant een unieke verschijning dankzij de Brabantse Wal, een steilrand die in en rond Hoogerheide een hoogte van wel 40m bereikt.[3] De enorme Vlaamse schuren van het noorden stonden, zeker voor de uitvinding van kunstmest, in schril contrast met de kleinere hoeven van het zuiden. Op plekken waar de twee grondsoorten elkaar vonden was vaak onenigheid over de verdeling van de veel meer vruchtbare klei en het weinig opleverende zand. De achternaam Zantboer, oorspronkelijk een scheldnaam, vindt in deze streken dan ook haar oorsprong.[4]

De Brabantse Wal is door de provincie Noord-Brabant aangemerkt als een van de drie Landschap van Allure, samen met Het Groene Woud en De Maashorst, waarmee het de top vormt van de mooiste en de meest kansrijke landschappen die Brabant rijk is.[5] Het zuiden van West-Brabant staat bekend om de bossen, met name nabij Rucphen en de waterpartijen (specifiek de wateren rondom Willemstad, Steenbergen, Dinteloord, De Heen en de dorpen van het aangrenzende voormalige eiland Tholen, dat tot de provincie Zeeland behoort maar intensief met de regio West-Brabant samenwerkt. Over het algemeen is het gebied weinig verstedelijkt en worden de dorpen en steden doorgaans van elkaar gescheiden door uitgestrekte landbouwgronden.

Geschiedenis bewerken

Prehistorie en Romeinse Tijd bewerken

 
Het Mannetje van Willemstad, 4450 v.Chr.

Er zijn veel prehistorische gebruiks- en cultusvoorwerpen gevonden in West-Brabant. Het bekendste voorbeeld is wellicht het zogenaamde Mannetje van Willemstad, waarvan het nut noch of het daadwerkelijk om een mannelijk figuur gaat overigens duidelijk is.

De Romeinse geschiedenis van West-Brabant is maar beperkt onderzocht. In het verleden werd wel aangenomen dat er een Romeinse weg moest hebben gelegen, lopend van het huidige Antwerpen naar de limes in Zuid-Holland. Echter het ging hier altijd aanname op basis van losse gegevens, zoals enkele vroegmiddeleeuwse bronnen die herhaaldelijk spreken over den rechten wech of rechte heerstrate, en toevallige Romeinse vondsten. Een daadwerkelijk heerbaan is bij archeologisch onderzoek nooit aangetroffen.[6] Desondanks zijn in verschillende West-Brabantse plaatsen Romeinse resten ontdekt. Hieronder bevinden zich een Romeins-Germaanse offerplaats op de locatie van het huidige Bergen op Zoom, een goed bewaard gebleven ijzeren beeldje van een paard in Breda en een altaar gewijd aan de godin Sandraudiga dat gevonden werd in Tiggelt, in de omgeving van Zundert.[7][8][9] Al deze vindplaatsen bevonden zich destijds zich een zandrug met ten noorden daarvan enkel nog uit veenmoerassen bestonden, vondsten uit Romeinse tijd in het noorden van de streek zijn dan ook onwaarschijnlijk.

Cultuur bewerken

Streektaal bewerken

Het merendeel van de dialecten die in West-Brabant gesproken worden behoren tot het Noordwest-Brabants, in Nederland ook wel West-Brabants genoemd. Deze dialectgroep beperkt zich niet tot de West-Brabantse streek, maar wordt ook in de Belgische provincie Antwerpen (provincie) gesproken, waaronder het dialect van Antwerpen zelf.

Het Noordwest-Brabants heeft de volgende hoofdkenmerken:

  • H-deletie: in tegenstelling tot onder meer het Midden-Noord-Brabants spreekt men in dit gebied de h niet uit.
  • Frequente realisatie van i als ie.
  • Inversie van de cluster sp tot ps: weps; "wesp".

Met name de eigenschap van H-deletie, maakt voor andere sprekers van het Brabants gemakkelijk om te horen of de spreker uit West-Brabant afkomstig is. Binnen het Noordwest-Brabants zijn ook weer verschillende onderverdelingen te maken, zoals het Bergs, Steenbergs en Bredaas. Geoefende sprekers kunnen vaak aan de hand van kleine dialectverschillen iemand aan een bepaald dorp of aan een stad koppelen. Zo verraad het accent van iemand uit Bergen op Zoom zich bijvoorbeeld door enkele opvallende Hollandse invloeden, zoals aa in plaats van ao, die de bewoners hebben overgehouden aan de lange periode dat er in de voormalige garnizoensplaats voornamelijk Zeeuwse en Hollandse soldaten waren gelegerd.

De overgang tussen het Steenbergs en Bergs aan de ene kant en de aangrenzende Zeeuwse dialecten behoort tot de meest scherpe isoglosse binnen het Nederlandse taalgebied. Opvallend gelet op de geringe afstand, maar cultuurhistorisch te verklaren aan de hand van de lange geïsoleerdheid van de protestantse Zeeuwse eilanden ten opzichte van het overwegend katholieke vasteland.

In het Noordwestelijke deel van de streek, de Westhoek, worden geen Brabantse maar Hollandse dialecten gesproken. Westhoekse dialecten, zoals het Fijnaarts, zijn sterk beïnvloed door het Westbrabants maar hebben hun Zuid-Hollandse oorsprong in de kern behouden. Dit is bijvoorbeeld terug te horen aan het gebruik van jij, niet gij, uit het achtervoegsel -(t)je.

Media bewerken

Traditioneel wordt BN DeStem gezien als de regionale krant. Het is een fusie van twee voorheen zelfstandige dagbladen te weten De Stem uit Breda en het Brabants Nieuwsblad uit Roosendaal, die in 1998 plaatsvond. In het verleden waren er in West-Brabant ook tal van lokale kranten actief, zoals de Bredasche Courant,[10] maar deze zijn met de opmars van de landelijke en regionale dagbladen sterk verminderd. Tot de actieve lokale kranten behoren onder andere de Steenbergse Courant, met als verspreidingsgebied gemeente Steenbergen en Sint-Philipsland, de Westbrabander, een weekblad dat verspreidt wordt in de kernen Dinteloord, Heijningen en Stampersgat[11] alsmede de Zuidwestkrant die bedoeld is voor de gemeente Hoogerheide.[12]

Carnaval bewerken

Folklore bewerken

Religie bewerken

Rooms Katholicisme bewerken

 
De Basiliek van de H.H. Agatha en Barbara in Oudenbosch (1867-1880) is een verkleinde kopie van de Sint-Pieter te Rome.

Hoewel vaak gedacht wordt dat de Onze-Lieve-Vrouwekerk de hoofdkerk van het Bisdom Breda is, is dit niet het geval daar de Sint-Antoniuskathedraal de zetel van de bisschop vormt.

Protestantisme bewerken

 
De Koepelkerk in Willemstad (1597-1607) is de eerste kerk in de Nederland die voor protestantse diensten werd gebouwd.

In Willemstad bevindt zich de Koepelkerk, het eerste kerkgebouw in Nederland dat specifiek voor de protestantse eredienst werd gebouwd. Omdat het Ruigenhil, de naam van het dorpje dat later de vesting van Willemstad zou vormen, ontbrak aan een kerk werd er in 1597 begonnen aan de bouw van het godshuis die tien jaar later werd afgerond. Samen met de Hervormde Kerk te Dinteloord uit 1693 vormt de Koepelkerk de enige vooroorlogse van oorsprong protestantse kerk in West-Brabant. In overige plaatsen waar het protestantisme traditioneel sterk aanwezig is, zoals Klundert, Zevenbergen en Fijnaart betrekken de geloofsgemeenschappen van oorsprong Rooms-Katholieke kerkgebouwen.