Gebruiker:Chescargot/Vrouwenschaak

Wikipedia:Wikiproject/Gendergap/InternationaleVrouwendag2021/Wikigap 6 maart

Dames- of vrouwenschaak is het schaakspel gespeeld door vrouwen. Het onderscheidt zich van het 'gewone' of 'genderneutraal' schaken dat door beide seksen gespeeld kan worden.

Hoogovenschaaktoernooi 1953. Fenny Heemskerk (links) speelt een partij met Rowena Bruce. Hans Bouwmeester (links) en Hein Donner kijken toe.

De term 'vrouwenschaak' wordt officieel gebruikt om schaakcompetitie voor uitsluitend vrouwen te duiden.

Schaken is echter van oorsprong genderneutraal: het is door de eeuwen heen door zowel man en vrouw al dan niet gemengd gespeeld en vormde een medium waarin man en vrouw op gelijkwaardige wijze konden interacteren: Het schaakspel leek in elk geval sinds zijn vermoedelijke uitvinding tot aan het einde van de vijftiende eeuw nauwelijks onderhevig te zijn geweest aan de strikte omgangsregels van de seksen en etiquettes die normaliter voor vrouwen golden.

Tegen het einde van de 15e eeuw kregen de schaakstukken de bewegingsvrijheid zoals dat heden gekend wordt. Die bewegingsvrijheid leidde tot een versnelling en daarmee tot een competitievere en agressievere karakter van het spel. Omdat de partijen ook qua zetten nu veel korter werden leende het zich veel beter voor systematische studie.

Terwijl bewegingsvrijheid van met name de dame op het bord tegen het einde van de 15e eeuw enorm toegenomen was, werd de maatschappelijke vrijheid van de vrouw vanaf de 16e eeuw geleidelijk aan beknot en gereguleerd door de door mannen gedomineerde maatschappij, waar verwacht werd dat de vrouw zich meer op huiselijke taken richtte en zich minder publiekelijk zou tonen.

Pas tegen het einde van de 19e eeuw lieten de maatschappelijke ontwikkelingen toe de vrouw zich weer enigszins in het schaakspel te roeren: het vrouwenschaak kwam op om de dames weer in de kaart te spelen. De beperkte maatschappelijke mogelijkheden voor de vrouw (en de daarmee gepaard gaande genderdiscussie) en het karakter van het spel hebben er echter toe geleid dat het aantal schakende vrouwen nog altijd zeer beperkt is (5% van de schakende gemeenschap) en het niveau van vrouwenschaak met mondjesmaat stijgt. Dit zijn de hoofdredenen waarom het vrouwenschaak sinds de 19e eeuw als aparte schaakdiscipline en de vraag waarom de vrouw niet zo goed zou kunnen schaken als de man, tot heden zijn blijven bestaan.

Geschiedenis bewerken

Het schaakspel heeft een ambivalente verhouding met de vrouw, wiens rol, betekenis en waarde gedurende de geschiedenis van het spel voortdurend aan verandering onderhevig is geweest. Net als in het leven lijken Vrouwen in de schaakwereld zich voortdurend te moeten heruitvinden om zich te weren tegen de dominante opinie van de man en op gelijkwaardige wijze partij te kunnen bieden. Feit is echter, dat de vrouw immer een cruciale positie op en naast het bord inneemt en die positie zelden op waarde geschat wordt.

Chaturanga in India bewerken

 
Krishna en Radha spelen chaturanga

Het schaakspel was rond het 5e eeuw bekend als Chaturanga, een oorlogsspel waarmee militaire operaties getraind konden worden en bestonden de stukken uit de eenheden die in de Indiase legers voorkwamen: naast de koning en de vizier (voorganger van de dame) waren dat de paarden, olifanten, strijdwagens en -paarden, voetsoldaten. Dat was mogelijk de enige tijd dat er, althans op het bord, geen rol voor de vrouw weggelegd was. Maar uit de beeldende kunst en literatuur van toen blijkt dat er geen onderscheid tussen man en vrouw gemaakt werd wanneer het op het spel aankwam: afbeeldingen zijn te vinden waarin de vrouw chaturanga speelt. Een legendes over het ontstaan van het spel verhaalt van een Indiase koningin die op tactvolle wijze geïnformeerd moest worden over de dood van een van haar zoons in een veldslag. Chaturanga ontwikkeld zijn om haar op tactvolle wijze het doodsbericht over te brengen.

Perzische en Arabische culturen bewerken

Het schaakspel kwam rond 700 naar het Perzische rijk. Ook in de Arabische cultuur door beide seksen gespeeld. Hoewel er voorbeelden zijn waarin gesuggereerd wordt dat de schoonheid van vrouw een grotere rol speelde dan haar schaakkwaliteiten (een man dat de partij verliest door verblinding van de liefde), lijkt het spel nog vaker op gelijkwaardige wijze gespeeld te zijn en de vrouw vaak als winnaar uit de bus kwam.

Uit de Arabische verhalen van duizend-en-een-nacht is er het verhaal van de Griekse Amazonenprinses Abrîza die koningszoon Sharkân uitdaagde voor een schaakwedstrijd, na hem eerst al op allerlei andere fronten te hebben verslagen. De verliefde prins had meer oog voor haar dan voor het spel en verloor vijf maal achtereen, waarop hij moedeloos uitriep: "Hoe kan het ook anders als iemand met jou speelt?"[1][2]

Harun al-Rashid was een legendarische kalief die het schaakspel gepopulariseerd heeft. Een van de sprookjes van duizend en een nacht verhaalt over Harun's aanschaf van een slavenmeisje voor de lieve som van tienduizend dinaren,omdat zij een goede schaakspeler zou zijn. Toen zij hem tot driemaal toe verslagen had beloonde hij haar met de intrekking van de veroordeling van een zekere Ahmad b. al-Amin, dat haar geliefde zou zijn.[3][4]

In duizend-en -een nacht is er ook het verhaal van Tawaddud, een beeldschoon, vijftienjarig slavinnetje dat een wonder van geleerdheid en zeer bedreven in vaardigheden als triktrak, schaken en het luitspel. Tawaddud laat al haar mannelijke tegenstanders smadelijk in het stof bijten, en neemt ze, ten teken van hun degradatie, hun kleren af. Ten slotte mag ook de schaakmeester, de beste van het land, zijn geluk beproeven. Tawaddud verslaat hem drie keer achter elkaar, waarbij zij hem de laatste keer een dame, een toren en een paard voorgeeft. Als alle tegenstanders verslagen zijn, is de khalief overtuigd. Tawaddud mag zeggen hoe zij beloond wil worden. Haar verzoek is om aan het hof te mogen wonen samen met haar voormalige meester/geliefde, de jongeman die haar uit geldnood moest verkopen. Dit is een motief dat zich zeven eeuwen later zou herhalen...

De schone Zayn al- Mawâsif vraagt aan de dodelijk op haar verliefde Masrûr of hij schaak speelt. Ja, dat doet hij. Ze laat een spel komen ‘en kijk, het spel was van ebbenhout, ingelegd met ivoor, en er hoorde een bord bij dat was versierd met glanzend goud, en de stukken waren van parels en robijnen’. ‘Wil je rood of wit?’ vraagt Zain al Mawâsif. ‘Neem jij maar rood,’ zegt hij, ‘want dat past beter bij je.’ Maar als zij een zet doet, is hij zo gefascineerd door de schoonheid van haar vingertoppen dat hij totaal niet meer na kan denken, en binnen de kortste keren mat gezet wordt. Om zijn aandacht wat te activeren stelt hij haar voor om tegen een inzet te spelen. Daarmee is hij alleen maar verder van huis: hij verliest uiteindelijk zijn hele bezit aan haar. Soms is hij zelfs zo in de war dat hij met haar stukken speelt in plaats van met zijn eigen. Op haar verzoek maakt hij een lang gedicht op hun spel. Masrûrs offers zijn uiteindelijk niet vergeefs: na vele wederwaardigheden trouwt hij met Zayn al-Mawâsif.[5]

Mat van Dilaram
8                
7                
6                
5                
4                
3                
2                
1                
a b c d e f g h
Wit geeft mat in vijf zetten. (Rekening te houden met het feit dat de loper diagonaal twee velden gaat, ongeacht of dat er stukken op tussenliggende velden staan.) Oplossing in voetnoot[6]

Het Mat van Dilârâm dateert van de 10e eeuw en is een schaakpatroon waarbij twee torens geofferd worden. Deze matpatroon is naar Dilârâm , de vrouw van de grootvizier van Bagdad vernoemd. Naar verluid zou deze grootvizier zijn vhele vermogen bij een potje schaak vergokt hebben. Wanhopig zette hij bij een volgende partij zijn lievelingsvrouw, Dilârâm, in. Toen hij opnieuw dreigde te verliezen, fluisterde zij hem de verlossende combinatie in: "Offer je torens en red je vrouw".[7][1][8][9]

Het beeld dat uit deze en andere verhalen uit het oude islamitische en Perzische culturen naar voren komt is dat kennis van het schaakspel een elegante verworvenheid was zoals vele andere; het stond op één lijn met, bijvoorbeeld, het bespelen van de luit, het kunnen reciteren van gedichten, en een beetje kunnen meepraten over intellectuele onderwerpen. Dat waren dingen die vrouwen ook leerden. Dat gold speciaal voor de slavinnen die opgeleid werden om een geisha-achtige rol in het sociale leven te spelen. Niet alleen dat deze vrouwen schaakten, maar ze schaakten, volgens de (mannen)visie die uit de verhalen blijkt, ook vaak bijzonder goed. Er is geen enkele aanwijzing dat goed schaakspelen iets was dat exclusief met mannen werd geassocieerd. De verhalen uit de islamitische cultuur van de achtste en negende eeuw geven een beeld van hoe tegen de relatie van de vrouw met het schaakspel gekeken werd.[10] Sterker nog, in de tijd van de moren werd gespeeld tussen zonder onderscheid van sekse of religie.[11]

Introductie in Europa bewerken

 
Schakende Moorse dames en een christelijke dame die de luit speelt, uit de collectie van Alfons X van Castilië (13e eeuw)

Tot de introductie van het schaakspel in Europa rond de eerste eeuwwisseling was er geen vrouwelijke schaakstuk (dame) op het bord. Het militaire schaakspel had toen de zogenaamde vizier als linkerhand van de Koning. De vizier alsook stukken als de olifant vertegenwoordigden dingen die destijds onbekend waren in Europa, dus werd er naar passende alternatieven gezocht.

In Europa was het de tijd dat de koning en koningin min of meer gelijkwaardige partners het rijk bestuurden. De koningin was hierbij een cruciaal adviespunt voor de koning en zelfs metgezel in oorlogen. Dit beeld van een monarchale twee-eenheid werd ook gerepresenteerd door de pionnen op het bord die lange tijd niet tot dame mochten promoveren zolang de oorspronkelijk dame nog op het bord stond: het was ongepast te suggereren dat de koning een tweede vrouw tot zich zou nemen.

Er waren ook enkele zeer machtige koninginnen, zoals Toda van Navarra, Adelheid, vrouw van Keizer Otto I de Grote en haar schoondochter, de Byzanthijnse Theophanu, vrouw van Keizer Otto II die alleen regeerden, danwel als zeer machtige regenten optraden en affiniteit met het schaakspel hadden. Vermoed wordt dat de dame in deze periode in het schaakspel is geïntroduceerd ter vervanging van de vizier.

 
Enkele dames (v.l.n.r de eerste, vijfde en zevende stuk) in een verzameling van Lewis schaakstukken (12e eeuw)

Ook bij de Vikingen werd niet raar opgekeken van daadkrachtige en machtige dames. Hoe het schaakspel daar terechtgekomen is, is niet helemaal duidelijk - een mogelijkheid is dat zij het spel tijdens hun rooftochten in het Midden-Oosten op de weg terug via de Donau hebben meegenomen. Ongeacht, de positie van de vrouw aldaar zal de introductie van de dame op het schaakbord aldaar niet in de weg gestaan hebben, zoals blijkt uit de beroemde Lewis-Schaakstukken, de oudstbekende schaaksetten van Scandinavische oorsprong.

Het schaakspel was traag (de stukken konden slechts een tot drie velden verplaatst worden) en was daardoor een ideaal gezelschapsspel gedurende de langzaam voorbijgaande winterdagen. Het was tevens ideaal voor beide seksen om op volledige gelijkwaardige basis te strijden. Het schaakspel diende geregeld als excuus voor legale interactie tussen anderszins dubieuze relaties tussen man en vrouw. Vrouwen en mannen uit hogere kringen zagen in het schaakspel de mogelijkheid om de tijd te verdrijven én elkaar in een afgezonderde kamer te ontmoeten.[1] De vrouwen bekleedden daarbij geen ondergeschikte positie: nergens in de literatuur wordt denigrerend gesproken over het schaaktalent van vrouwen.[12]

Tristan en Isolde spelen schaak en drinken een liefdes-elixer.[13] In de legende van Lancelot en Guinevere, betrad Lancelot 'het bos zonder terugkeer' dat gevuld was met wonderen die de bezoeker in het bos vast zouden houden.

 
De door Lancelot overwonnen magische schaakbord wordt aan Guinevere geschonken. (14e eeuw)

Lancelot overwon alle wonderen waaronder een magisch schaakbord dat onverslaanbaar zou zijn en bevrijdde zodoende het bos van de betovering en hij stuurde het schaakbord als cadeau naar koningin Guinevere, de vrouw van koning Arthur.[14][15]

 
Een schaakpartij tussen geliefden. Uit Alfonso X’s Book of Chess, Dice and Tables.[16] (13e eeuw)

Literatuur uit het begin van de 13e eeuw verhaalt van een schaakpartij tussen Huon de Bordeaux en de dochter van koning Yvorijn. Huon heeft gepocht op zijn vaardigheid in het spel, en de koning laat hem spelen tegen zijn dochter, een kampioene die al vele grote mannen verslagen heeft. Als Huon verliest kost het hem zijn hoofd; wint hij, dan mag hij een nacht met het meisje doorbrengen. Gelukkig voor hem wordt zij op hem verliefd. Daardoor verliest zij, tot woede van haar vader, de partij. Huon, die op iemand anders verliefd is, is echter bereid de weddenschap te laten afkopen.[17]

Een van de oudste verwijzingen naar het schaken in Nederland dateert uit de veertiende eeuw en hierin waren uitsluitend vrouwen betrokken: Gravin van Voorne schonk in 1361 een schaakbord aan gravin Machteld.[18]

In de Middeleeuwen was schaken bij uitstek het spel van man en vrouw en stond het symbool voor de galante interactie tussen geliefden: Het eerste voorbeeld is een miniatuur uit een handschrift van de Tafel van den kersten ghelove van Dirc van Delf uit 1404. Van Delf was zeer vertrouwd met de Livre des Eschez amoureux, dat de avonturen van de protagonist in het toen beroemde boek in de tuin van de liefde beschrijft : "Het verhaal van de 'Eschez amoureux' opent met een schaakpartij tegen een jonkvrouw wier schoonheid voor haar capaciteit in het spel niet onderdoet. Er ontwikkelt zich een strijd, waarbij elke zet allegorische betekenis heeft, en het spel in zijn geheel het verloop van de liefde symboliseert."[19]

Tot deze tijd in de westerse literatuur, net als in de Arabische literatuur, is het schaakspel een onderdeel van de liefdesthematiek. Het kan dienen om de hulpeloosheid van de verliefde minnaar, en de onaantastbaarheid van de geliefde te benadrukken. Het spel biedt een literair middel om de spanning tussen geliefden vorm te geven. Duidelijk is dat hierbij nergens denigrerend gesproken over het schaaktalent van vrouwen.[20]

 
Schaakscene (14e eeuw)

Toch werd het schaken niet uitsluitend met hoofse liefde geassocieerd. In het 14e-eeuwse gedicht “The Avowyng of King Arthur” leidde het schaken rechtstreeks tot seksuele daden: koning Arthur speelt op een gegeven moment schaak met een nobele dame, waarbij ze zich gezamenlijk op de rand van het bed zouden vlijden om te schaken tot het ochtendgloren. De in het gedicht herhaaldelijk genoemde "mating" (in het Engels is "to mate" een homoniem dat zowel 'de koning mat zetten' en 'paren' kan betekenen) was een niet al te subtiele verwijzing naar een nacht waarin de liefde werd bedreven.[21]

Men probeerde aanvankelijk het trage karakter van het spel te doorbreken door gebruik van dobbelstenen. Terwijl het spelen met vrouwen in die tijd zelfs onder de religieuze gemeenschap geen issue leek te zijn, bleek het dobbelen zowel in de Islamitische en westerse werelden tot aantasting van de reputatie van het spel te leiden, waarbij geregeld religieuze leiders opstonden die het spel veroordeelden en soms regelrecht verboden. De macht van de koninginnen in de middeleeuwen en de groeiende wens voor sneller spel heeft er mogelijk toe bijgedragen dat de Dame op het bord uiteindelijk meer bewegingsvrijheid kreeg en het spel definitief de snelheid kreeg zoals we dat heden kennen.

Het paradox van de dame op het bord en de vrouw in het echt

 
Pagina uit Tafel van den kersten ghelove dat verwijst naar de Livre des Eschez amoureux (15e eeuw)

Het is dan ook een grote paradox dat de dame, het enige vrouwelijke schaakstuk op het bord, in de vijftiende eeuw een enorme bewegingsvrijheid toegewezen kreeg en daarmee het machtigste stuk op het schaakbord werd; terwijl een kleine eeuw later de bewegingsvrijheid van de vrouw in het echt juist ingeperkt ging worden en het spel zich van de vrouw begon distantiëren.

 
Tristan en Isolde spelen schaak en drinken de liefdeselixer.[22] (15e eeuw)

De dame begon als vizier in de 6e eeuw in India en was in de volgende eeuwen als zodanig bekend in het Perzische rijk en de Arabische culturen. Het schaakspel werd door de Moren via Spanje aan Europa geïntroduceerd. Stukken als de olifant en de Vizier waren onbekende termen in de westerse wereld. Onbekende stukken kregen zodoende een naam waarmee men zich beter kon identificeren: De vizier werd zodoende de dame (koningin): dat was voor die tijd een zeer geschikte aanpassing omdat de Koningin toen in veel koninkrijken nadrukkelijk haar man de Koning terzijde stond in daad en advies. De Koning en Dame waren vaak een monarchale twee-eenheid en een toonbeeld van echtelijke management. Dit beeld werd ook gerepresenteerd door de pionnen die lange tijd niet tot dame mochten promoveren zolang de oorspronkelijk dame nog op het bord stond: het was ongepast te suggereren dat de koning een tweede vrouw tot zich zou nemen.

De dame op het bord had aanvankelijk weliswaar meer bewegingsvrijheid dan de koning (drie velden diagonaal), maar niet veel meer. De bewegingsvrijheid zoals ze die heeft in het moderne schaken werd pas in de 15e eeuw verkregen. Over het hoe en waarom de dame die macht kreeg zijn meerdere theorieën, echter zonder sluitend bewijs. De eerste theorie voor deze verandering is dat men naar manieren zocht om het spel te versnellen en zodoende de zwakste stukken op het bord meer bewegingsvrijheid te geven.[23] Een ander theorie is gebaseerd op het vermoeden dat de uitbreiding van de bewegingsvrijheid van de dame gepaard ging met de enorme macht die een vrouwelijke monarchen en dan met name Isabella van Castilië in die periode hebben verkregen.

Sinds de Perzische en Arabische periode in ca. 400 tot de 15e eeuw in Europa was het schaakspel een gezelschapsspel dat door man en vrouw gespeeld werd. Het was een spel dat een zekere standaard verschafte en waarbij de seksen op gelijke voorwaarden met elkander op het bord konden bestrijden. Het stond symbool voor intelligentie en romantiek, waarbij de vrouw niet voor de man onderdeed. Paradoxaal genoeg volgde op de toename van de vrouwelijke macht op het bord in de 15e eeuw de afname van vrouwelijke belangstelling voor het schaakspel. Dit was mogelijk het gevolg van dat met de toegenomen bewegingsvrijheid van de stukken van in het bijzonder de dame en de loper het spel sneller, agressiever en competitiever werd, iets wat de man beter op het lijf geschreven zou zijn.

Ook werd de rol van de vrouw vanaf de zestiende eeuw (paradoxaal genoeg was dat de renaissance respectievelijk de verlichting) ingeperkt tot (tijdrovende) taken in de huiselijke sfeer (zorg voor de kinderen, familieorganisatie, etc). Daarbij werd haar publieke verschijning meer en meer ongepast. De vrouw kreeg nu veel minder kans dan de man om het spel te beoefenen en zich daarin te bekwamen. Een factor dat bijdroeg aan de kloof tussen de seksen qua spelersaantallen en niveau dat sindsdien ontstond was dat het schaakspel zich met de toegenomen snelheid beter leende voor studie en analyse. Met de introductie van de boekdrukkunst ging het spelniveau van de oefenende mannen wereldwijd rap omhoog. Reeds in de zeventiende eeuw waren er schakers die het spel voor de kost speelden. Zulke spelers werden met name in de Café de la Régence gevonden.[24][25][26]

 
Schaakpartij in de natuur (1555) door Sofonisba Anguissola

Sofonisba Anguissola neemt een bijzondere plaats in zowel de kunst als de schaakwereld. Er zijn weinig vrouwelijke kunstenaars uit de middeleeuwen bekend; en haar schilderij met uitsluitend vrouwen die zich met een schaakspel bezighouden en dat onder het toeziende oog van een dienstmeid is een unicum.[27][28][29] De voorstelling en de gematigde reacties die erop volgden illustreerden nog maar eens dat vóórdat de renaissance intrad, de schakende vrouw geen controverse was.

Renaissance bewerken

 
Dupont creëerde een schaakbord-gedicht met in elk veld een ander grove minachtende term voor vrouwen. [30]

Gratien Dupont was een misogynist wiens afkeer voor vrouwen getriggerd werd door de toename van de macht van de dame op het schaakbord.[31] Hij schreef in 1534 het boek Controverses des sexes masculin et femenin (Controverses van het mannelijk en vrouwelijk geslacht) waarin "op ingenieuze wijze" een dichterlijke betoog over hoe slecht de vrouw wel niet zou zijn.[32] Dit boek bevat tevens een afbeelding van een schaakbord met op elk veld een schofferende term voor de vrouw. De witte velden bevatten zinsneden die rijmen op -ante of -ente: De vice regente (“Regente van slechtheid”), Par trop deplaisante (“Zeer onplezierig”), Folle impertinente (“Knettergek”), Cruelle mordante (“Wreed bijtend”), En bien negligente (“Zeer verwaarlozend"), etc. De zwarte velden bevatten zinsneden met worden die rijmen op -esse:  Femme abuseresse (“Misbruikende vrouw”), En sçavoir asnesse (“leert ezelachtig”), Sans fin menteresse (“Eindeloze leugenaar”), Vraye diablesse (“Echte duivel”), etc. Hiermee framede Dupont een uitermate negatieve beeld van de macht van de dame op het schaakbord.

Hoewel Dupont niet de enige was met mysogenistische trekken, kreeg hij het lid op zijn neus voor zijn bespotting van het gynocentrisme, wat toch de dominante maatschappelijke kijk bleek te zijn. Enige kritiek om het gynocentrisme kon, maar moest verdekt: de meeste Querelle schrijvers waagden zich alleen aan het diplomatiek bekritiseren van vrouwen nadat zij hun persoonlijke status ten gunste van vrouwen publiekelijk bevestigd meende te hebben gezien.[32]

Overigens was het niet slechts mysogynie dat de klok sloeg. In dezelfde periode leek de vrouw in Engeland juist op een voetstuk geplaatst te worden. In 1525 werd de Scacchorum Liber geschreven, waarin de eerste trekken van een nieuwe schaakgodin gevormd werden... Twee eeuwen later zou dat uitrijpen tot Caissa, die haar faam uitgerekend in Frankrijk zou verkrijgen nadat het uit het Engels vertaald werd.

 
Een schaakpartij tussen Albrecht V van Beieren en zij vrouw Anna van Oostenrijk (1552) door Hans Muelich[33]

Het was na de late middeleeuwen dat de rol van de vrouw nadrukkelijker aan het huis en de opvoeding van kinderen werd gekoppeld. Dit had op het schaakspel aanvankelijk geen invloed: de vrouw des huizes kon met hartenlust met haar man een potje schaken.

Tegen de tijd dat het schaakspel een gemeenschappelijke gezelschapsspel werd, waarbij de man zich buitenshuis kon vermaken, maar de vrouw aan het huis gebonden was, werd het regelrecht ongepast voor de vrouw buiten de deur zich aan het spel toe te wijden. Pas toen de emancipatie aan het einde van de negentiende eeuw begon door te dringen konden vrouwen zich weer enigszins buiten de deur meten.

De maatschappelijke rollenverdeling had de vrouw echter reeds op een achterstand gezet. Vrouwen hadden veel minder gelegenheid om zich werkelijk in het spel te ontwikkelen.

 
De Schaakspelers (1508) van Lucas van Leyden. Hier wordt overigens courier gespeeld, een variant van het schaakspel.

Het schilderij van Lucas van Leyden ‘De schaakspelers’ uit 1508 heeft niets meer met de idylle van de middeleeuwse ridderlijkheid te maken. En de interpretaties van deze schilderij variëren van als ware het een symbolische betekenis van een bijna ruwe erotiek tot arglistige en geslepen tronies die elkander aangluren en aan het kibitzen zijn.Rationeel gezien lijkt het simpelweg op een partijtje schaak tussen en man en een vrouw, waarbij het de vrouw niet goed afgaat blijkens de tevreden uitstraling van haar opponent. Een toeschouwer probeert haar te adviseren, terwijl een andere man hem van tussenkomst probeert te weerhouden.[34][35] Elisabeth I (1533-1603) xxxxxxxxx xxxxx xxx xxxxxxx xxxxxxxx xxxxxxx xxxxxx xxxxxx xxxx xxxxx xxxxxxx xxxxx xx

 
Het schaakspelende paar (ca. 1670) van Cornelis de Man

De verruwing van de hoofse liefde in de middeleeuwen naar bijna platte erotiek in de latere eeuwen komt overeen met de visie van De Jongh op een schilderij van Cornelis de Man. De Jongh stelt: ‘Het schaakspel als metafoor van de liefde is afkomstig uit een hoofse cultuur en droeg daar oorspronkelijk de kenmerken van. In de loop van de tijd zou dit beeld worden gevulgariseerd. Het schilderij van De Man, uit de tweede helft van de zeventiende eeuw, is een product waarvan de inhoud werd afgestemd op de meer triviale smaak van een burgerlijk publiek.’ De Jongh wijst daarbij op enkele clichématige details (de naar de vrouw opkijkende kat, het snaarinstrument aan de lambrisering en de blaasbalg voor de open haard) die in de genreschilderkunst vaker gebruikt worden in de erotische context. Deze details, gevoegd bij de veelbeduidende blik van de vrouw, de in verlegenheid gebrachte man, de informele kleding en de geopende bedstede, zorgen ervoor dat de boodschap overkomt.[36]

 
Schakers (ca 1625) )van Gerard van Honthorst

Nog duidelijker is de bedoeling aanwezig in de tekening van Gerrit van Honthorst (ca. 1625). ‘De man, wiens ogen door een aanvliegende cupido worden geblinddoekt, tast naar zijn beurs. Door de liefde verblind, zal hij niets anders dan een domme zet kunnen doen. Hij heeft zijn partij bij de hoeren al verloren.’ Het begrip ‘liefde’ moet vanwege de beurs en de zinnelijke betekenis van de cupido niet te romantisch voorgesteld worden.[37]

Gedurende de Franse revolutie daagt in het café de la Régence een jongeman Robespierre uit voor enkele partijen schaak. Robespierre wordt van het bord gespeeld, de jongeman blijkt een jongedame te zijn die als beloning gratie voor haar veroordeelde verloofde eiste.

 
Paar bij het schaakspel (1680) van Adriaen van der Werff

In het schilderij Paar bij het schaakspel van Adriaen van der Werff kan de stand van het spel gereconstrueerd worden: de zwarte koning van de vrouw blijkt te zijn matgezet door de witte koningin van de man. Beiden wijzen op het resultaat van de laatste zet. Het paradoxale daarbij is dat achter haar een beeld van de Overwinning staat. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de overwinning van de man geen echte overwinning is en dat zij zijn koningin is en degene die uiteindelijk triomfeert. De vrouw wijst echter naar de zwarte dame die de witte dame kan slaan waarna zwart wint. Dit kan de betekenis van het beeld van de Overwinning zijn op de achtergrond zijn. Wanneer naar de erotische betekenis gezocht wordt kan men zich afvragen of de vrouw de witte dame zal slaan of het daarbij zal laten. Er is echter ook een vanitas-symboliek in het schilderij door de aanwezigheid van de gevulde schaakdoos. Het overwinningsbeeld kan ook daarop slaan: de Dood overwint alle zinnelijke genoegens van het leven: de vraag of de man danwel de vrouw wint, is vanuit die optiek niet interessant.[38]

 
Caroline Howe geeft mat aan Benjamin Franklin van Edward Harrison May

Amerikaanse diplomaat Benjamin Franklin was een enthousiaste doch niet sterke schaker. Hij stond erom bekend om de vele uren die hij aan schaken spendeerde, in het bijzonder tegen mooie vrouwen.[39] De schilderij waarin Franklin verliest van ene lady Howe, toont een moment uit een anekdote dat onbedoeld de gendergap in die tijd op paradoxale wijze illustreert:

Lady Howe's affiniteit voor het schaken werd slechts gebruikt als excuus om de zaken van haar man te regelen: omdat Franklin een grote schaakliefhebber was, nodigde ze hem uit voor een potje schaak, gedurende welke ze hem om een gunst ten behoeve van haar man kon vragen. En passant versloeg ze hem, wat suggereert dat zij niet de eerste de beste schaakster was - zelfs al was bekend dat Franklin geen uitmuntende speler was.

 
Een afbeelding uit de oorspronkelijke publicatie van Caïssa in 1763.

William Jones herbruikte het idee van Vida's gedichten in Caïssa or the Game of Chess - a Poem (1763).[40][41] Aangenomen wordt dat Jones's "Caïssa" een synoniem is dat is afgeleid van Vida's "Scacchia". Caïssa is de door de internationale schaakgemeenschap als muze, of schaakgodin, in de armen is gesloten.[42] Het moet ingespeeld hebben op de behoefte van velen, want Caissa is symbool gaan staan voor het geluk en beschermvrouwe van het schaakspel. Een sentiment dat tot heden waarneembaar is:

I've always thought that chess was invented by a goddess.

Catharine de Grote (1729 -1796) speelt in de context van vrouwenschaak een iets andere rol. Zij ook was een machtig persoon, maar dat was in Rusland, waar het schaakspel een iets andere geschiedenis kent dan in Europa: het schaakspel is rechtstreeks van de Perzen naar Rusland gekomen en daar is de vizier op het bord gebleven. Tevens werd in de achttiende eeuw reeds opgemerkt dat het schaakspel nog veel meer dan in Europa gespeeld werd en door zowel man en vrouw.[44][1]

Introductie van het moderne schaken bewerken

 
Beëindiging van een schaakpartij (ca 1840) van William Clerk[45]

De gravure van William Clerk, Beëindiging van een schaakpartij (1840) komt ruim twee eeuwen na Van Honthorst's schakers, maar wordt door historici qua intentie aan Van Honthorst's schilderij gekoppeld: beiden suggereren enigszins gevulgariseerde kijk op het schaakspel, waarbij het doel van het spel de vrouw mee te krijgen lijkt te zijn.[46][47] De gravure lijkt overigens een beetje uit de tijd, de kleding suggereert een tafereel van lang voor de 19e eeuw.

 
Zelfportret met familie (1838) van Cornelis Rogaar Snellebrand

Over het algemeen ontwikkelde het schaakspel zich van een huiselijk en trage gezelschapsspel zonder tijdsbeperking aan het eind van de achttiende eeuw tot een competitieve sport in de twintigste eeuw. Hieraan heeft de groei van de sterkte van stukken bijgedragen: het trage karakter van van het spel werd veroorzaakt door de enkele velden die de meeste stukken per zet konden afleggen. Met de toename van de kracht van de lopers en dame, werd het spel sneller, agressiever, competitiever. Het werd minder aantrekkelijk voor vrouwen en ontwikkelde zich tot een exclusief mannenspel. Tegelijkertijd trokken vrouwen zich meer uit het publieke leven omdat hun rol meer en meer op het huishouden, financieel beheer en goede tijdsbesteding van het gezin was gericht.[48]

In Nederland werd afkeurend neergekeken op schakende vrouwen, laat staan dat ze zich zouden mengen in herenverenigingen. Snellebrand illustreert met zijn Zelfportret met familie de 'klassieke' gender-rolverdeling zoals die aan het begin van de 19e eeuw in Nederland - althans tussen de gegoede burgerij - voorkwam.[49]

Dit lijkt enigszins te contrasteren met de rol van de vrouw in bijvoorbeeld Engeland, waar zij geregeld als speelpartner van de man staat afgebeeld, zelfs al is het met enige verveling (zie: Francis en Eliza Cumming[50]), frivoliteit (zie: Ellen Adderley en John Murray[51][47]), of leergierige naiviteit (zie: Koningin Caroline's tekenkamer[52]). Het buitenland zou dan ook voorlopen op Nederland in de ontwikkeling waarbij de vrouw weer meer in het spel terug zou komen.

 
De muziekkamer (1857) van Herman ten Kate

Herman ten Kate 's 18e-eeuws salon[47][57] lijkt hierop een positieve uitzondering: daar wordt een schaakpartij getoond waar de man en vrouw op gelijkwaardige wijze een serieuze strijd lijken te voeren.

 
Twee dames aan het schaken (1872, Linz), mogelijk de oudste foto ter wereld met schakende vrouwen.

Het fenomeen 'vrouwenschaak' is feitelijk ontstaan in de negentiende eeuw. Men sprak toen van 'damesschaak'. In die tijd werd het schaken overheersend gezien als een aangelegenheid exclusief voor mannen, die vonden dat vrouwen zich beter op huiselijke plichten moest richten en dat publiekelijk vrouwelijk vertoon onfatsoenlijk was. De eerste damesschaakvereniging in Nederland opgericht in 1864 was dan ook spoedig de grond ingeboord.[58]

Mede als gevolg van deze vrouwonvriendelijke mentaliteit dat in de achttiende eeuw wederom de kop op begon te steken kregen vrouwen veel minder dan mannen de gelegenheid zich in het spel te bekwamen. Dus toen er maatschappelijke mogelijkheden ontstonden voor vrouwen zich meer te verdiepen in het schaakspel was het gemiddelde niveau veel lager dan die van de mannen. Het vrouwenschaak ontstond dan ook uit de behoefte van vrouwen zich in het spel te ontwikkelen door met elkander op vergelijkbaar niveau en zonder inbreuk op de etiquette te doen dat voorschreef dat man-vrouw interactie ongepast was.

Twintig jaar later (1880) is de tijdsgeest in zoverre veranderd, dat schaakvereniging Van der Linde in Winschoten de wetsbepaling opneemt dat dames gewoon, buitengewoon en erelid kunnen worden...[59]

 
Het eerste Ladies’ International Chess Congress in 1897. Met Mary Rudge zittend links op de tweede rij. Lady Thomas en Louisa Fagan staan rechts achteraan.[60]

In 1895 werd er voor het eerst een categorie voor vrouwen in het beroemde Hastings schaaktoernooi gehouden.[60]In 1897 was er voor het eerst het Ladies' International Chess Congress, een internationaal damesschaaktoernooi, gehouden.[60] Het niveau was bedroevend laag: De schaakkennis van de deelneemsters bleek vaak beperkt te zijn tot de beweging van de stukken en in enkele gevallen was zelfs dat teveel gevraagd. Het feit dat er een "beminnelijksheidsprijs" hielp niet in de imago die van het vrouwenschaak. [61]

Het vrouwenschaak in Nederland kwam op initiatief van "Mevr. de wed. Dr. L.F.A. Muller Thijm" aan het eind van de negentiende eeuw van de grond.[62]

De wervingscampagne was weinig emanciperend en reflecteerde meer de geest van de tijd. De verenigingen die sindsdien van de grond kwamen ontstonden veel meer vanuit de gedachte van dat vrouwen met het beoefenen van het schaakspel hun echtgenoot konden onderhouden. [63] Van de ruim 250 schaakverenigingen die in de Nederlandse 19e-eeuwse schaaklandschap bekend zijn kwamen er zo drie verenigingen voor vrouwen bij: Door Oefening Vooruit in Zutphen (1897), Damesschaakvereeniging in Utrecht (1897), Damesschaakvereeniging in Groningen (1898). In Den Haag was dus in 1864 reeds een vereniging die het eerste levensjaar echter niet heeft uitgezien en ander weinig succesvolle poging was aldaar in 1897.[64]

In 1898 werd in Nederland de eerste nationale 'damesschaakwedstrijd' gehouden, met de steun van de schaakbond: "Het is niet meer dan onze ridderlijke schaakplicht het verzoek toe te staan. Het schaakleven bij de vrouwen is nog zoo'n zwak plantje, dat het ons aller bescherming behoeft, om niet weg te kwijnen".[61]

Het algemeen niveau was echter zelfs voor die tijd zo laag, dat de schaaksters die met kop en schouder boven de rest uitstaken aansluiting zochten bij de mannen. Dat gold in de eerste plaats voor Suze Splinter, in 1900 de eerste vrouw in de Nederlandse schaakgeschiedenis die zich aansloot bij een herenschaakvereniging (Palamedes in Leiden), en Hendrica Jansen.[65]

De damesschaakwedstrijden verdwenen vroeg in de twintigste eeuw weer van het toneel toen het animo - met het wegvallen van Muller-Thijm - hiervoor weer ingezakt lijkt te zijn. Pas in de jaren 30 van de twintigste eeuw begon het weer op te leven.

De Belgische kunstenaar Marcel Duchamp scheen in 1927 de eerste week met zijn nieuwe bruid Lydia Levassor-Sarrazin door te brengen met de bestudering van schaakproblemen. Zijn vrouw, in een wanhopige poging om iets van de wittebroodsweken te redden, stond midden in de nacht op toen Duchamp diep in slaap was en lijmde de schaakstukken aan het bord vast. Ze waren drie maanden later gescheiden.[66] Het is een van de eerste voorbeelden uit de moderne schaakgeschiedenis waarin de man zich van de vrouw onderscheidt door zijn natuurlijke neiging zo obsessief met het spel bezig te zijn, dat hij de draad van het dagelijkse leven uit het oog verliest.

Duchamp haalde voorts de voorpagina's toen hij in 1963 schaakte met de naakte Eve Babitz, een twintigjarige studente en kunst-groupie, in een zaal van het Pasadena Art Museum in Californië tijdens een overzichtstentoonstelling van Duchamps werk.[67][68] De scene deed stof opwaaien, maar niet omdat dit provocatieve beeld seksistisch zou zijn - Historisch Surrealisme werd bekritiseerd om de patriarchale dominantie in de stroming, maar juist om het omgekeerde: dat Babitz een hakje zou nemen met het Surrealisme: de opmerkelijke verschijning van Babitz die ogenschijnlijk zo comfortabel naakt tegenover de toen reeds beroemde Duchamps zat en daarmee de Surrealistische ideeen te kijk zette met een feministisch kunstuitdrukking, dat wil zeggen waarin de vrouw de rol vervuld die traditioneel door de man wordt vervuld, met chaotische en provocatieve resultaten. Hoewel deze foto een breed uitgemeten mediahype teweeg bracht, ging het eigenlijk om een ordinaire actie van Babitz die een ex wilde shockeren.[69]

 
Menchik speelt simultaan in Londen (1926)

Het gemiddelde niveau van de vrouwelijke schakers zou door de maatschappelijke ontwikkelingen in de 19e en 20e eeuw bij lange niet die van mannen bereiken. Met de verwatering van de 19e-eeuwse etiquette dat man-vrouw interacties ongepast was ontstond in het hoofd van de man een ander perceptie die de ontwikkeling van het spel van de schakende vrouw zou hinderen: het was gênant voor mannen met vrouwen te schaken, simpelweg omdat de dames niet zouden kunnen schaken. Dit ging zover dat in de schaakwereld de legende van "de club van Menchik" ontstond: Vera Menchik was de eerste schaakster die de grootste schaaksterren het leven zuur kon maken. Ze werd daarom uitgenodigd voor het beroemde Karlsbad schaaktoernooi van 1929 waar van oudsher alleen mannelijke schaakmeesters aan deelnamen.[70] De mannelijke deelnemers waren hierover zo geneert en zo overtuigd dat Menchik het schiethaasje zou zijn dat ze laatdunkend afspraken dat de eerste die van Menchik zou verliezen lid van de "Club van Menchik" zou zijn. Ironisch genoeg zou de grootmeester Albert Becker die dit voorstel gedaan zou hebben zelf prompt als eerste lid van deze club geworden zijn. Hij bleef niet lang alleen, onder andere Max Euwe en Reshevsky zouden hem volgen.[71]

Menchik werd in 1932 de grootmeestertitel toegekend...

 
1936: De Duits-Amerikaanse Sonja Graf (links) speelt met lokaal kampioen P.W.Meylink in Schaakclub Utrecht.

1933: voor het eerst Duitse grootmeestertitel voor vrouwen, door Duitsland uitgegeven?[72]

Sonja Graf

In 1950, FIDE published the first chess master list, which include 17 International Women Masters.

 
Timman-Gaprindashvili, gedurende het Hoogovenschaaktoernooi van 1979

Met het verkrijgen van de Grootmeestertitel die tot 1978 uitsluitend aan mannen was gegeven was Nona Gaprindashvili de eerste vrouw die deze volwaardige titel verkreeg. Ze speelde veelvuldig met mannen waaronder de werelkampioenen Mikhail Tal, Boris Spassky en Viswanathan Anand. Ze was daarmee een baanbrekende schaker. Haar succes en imago kreeg echter een klap toen anno 2020 in de Netflix miniserie The Queen's Gambit naar haar verwezen werd als zijnde een schaakkampioene die nooit tegen mannen gespeeld zou hebben.[73]

Dit was inderdaad een slechte dienst aan de vrouwelijke topschaker, die zich met zoveel moeite een gerespecteerde plek moeten bemachtigen in het door mannen gedomineerde schaakwereld. Sterke vrouwelijke speelsters hebben nog geregeld te maken met het mannelijke gevoel van superioriteit in het schaken en zijn gekrenkte ego wanneer hij verliest:

Wanneer mannen tegen me verliezen hebben ze altijd hoofdpijn... Of zoiets. Ik heb nog nooit een geheel gezonde man verslagen!

Perceptie van schakende vrouwen bewerken

Veel facetten van de openbare samenleving wordt door mannen gedomineerd. Waar vrouwen historisch in de keuken thuis onder haar hoede heeft en geroemd wordt om haar koken, zo zijn de beroemde professionele chef-koks toch vooral mannen. Leidingevende functies worden door mannen gedomineerd, ook in disciplines waar intuïtief gezien helemaal geen verschil zou moeten zijn, of waar juist vrouwen de overhand zouden moeten hebben, zoals dirigenten. Ook het schaken wordt dus door mannen gedomineerd. Echter, in de schaakwereld lijken fysieke kracht, uithoudingsvermogen en leidingsschap - anderszins veel aangehaalde argumenten in de genderdiscussie - geen (noemenswaardige) rol te spelen. Wat is dan de verbindende factor in deze mannelijke dominantie en welke factoren spelen in het bijzonder in de schaakwereld, waar vrouwen zowel qua aantallen en niveau de mannen niet lijken te kunnen evenaren?

Aantal bewerken

Slechts vijf procent van de Nederlandse clubschakers is vrouw.[12] Wereldwijd vertegenwoordigen vrouwen zelfs minder dan vijf procent van toernooischakers en slechts een procent van de top grootmeesters[74]: In 2017 stond alleen Yifan Hou in de top honderd van 's werelds sterkste schakers.[75] Bij een gemengde denksport zoals bridgen zijn er evenveel vrouwen als mannen. Alleen bij de dammers is de situatie nog schever dan bij het schaken. Het waarom van het lage aantal vrouwen die het schaakspel beoefenen vormt derhalve de basis van een decennia-oude discussie. Argumenten en verklaringen komen uit alle richtingen en zijn vaak doorspekt met stereotype seksistische gedachten:

  • Mannen zouden het spel serieuzer nemen en "beter kunnen zwijgen met dingen, terwijl vrouwen goed verbaal omgaan met mensen". [1]
  • Nigel Short zei dat de overheersing van het schaakspel door mannen het gevolg is van de testosteronwaarde dat bij mannen tien keer zo hoog is dan bij vrouwen. Die lage waarde bij vrouwen zou volgens hem voor minder drang tot agressie en competitie bij vrouwen zorgen, ergo dat ze minder gauw geneigd zouden zijn zich als clubspelers in te schrijven.
  • De Freudiaanse psycho-analytische verklaring is het Oedipus complex waarin de man zijn vader, in het spel de koning, wil vermoorden en daarom de drang kan niet weerstaan om de koning mat te zetten. Dit zou dus meer mannen dan vrouwen aan moeten zetten tot het schaken. [76]
  • Desmond Morris geeft een evolutionaire verklaring voor het sekseverschil: mannen hebben een aangeboren oerdrift om complexe (jacht)strategieën te ontwikkelen. Het strategische spel schaken is een van de activiteiten die de functie van de jacht in het moderne leven hebben overgenomen.
  • Op veel clubs heerst een mannenmentaliteit en is het niveau te hoog, wat meisjes doet afhaken.[12]
  • Volgens De Hingh begint de genderongelijkheid binnen de schaaksport met een ‘participation gap’: een onderzoek toont dat schaken bij vrouwen vooral minder populair is omdat het idee tussen vrouwen het idee bestaat dat ze alleen geschikt zijn voor die tak van sport als je 'geniaal' en 'man' bent, ofwel het stereotiepe beeld van een goede schaker: schaakwonders worden gemythologiseerd als ‘geboren’ talenten, en binnen de populaire cultuur staat schaken symbool voor grootse genialiteit. De belangrijkste reden waarom vrouwen niet gemotiveerd zouden zijn om te schaken is daarom dat de vrouw – of de mensen om hen heen – simpelweg niet geloven dat ze de aangeboren kwaliteiten bezit die nodig zijn om succes te hebben in het schaken.[77][78]
  • Op de vraag waarom schaken er zo weinig vrouwen schaken, antwoordde Smyslov in 1946: "Ik veronderstel dat meisjes ook zonder het schaakspel lief zijn". Max Euwe antwoordde op deze vraag: "Omdat de dames iets beters te doen hebben".[12] Enkele decennia later zou Jan Timman Euwe met een vergelijkbaar antwoord echoën.[1] Een voorbeeld hiervan is dat veel vrouwen - evenals mannen- een ontspannende activiteit naast hun gezin, werk en studie nodig hebben. Maar als je schaakt, wil je het wel goed doen en jonge vrouwen hebben daar minder tijd voor.[12]
  • De doorslaggevende factor lijkt echter te zijn dat vrouwenschaak simpelweg nog niet zo lang bestaat. De meest aannemelijke oorzaak hiervan is dat vrouwen in de negentiende eeuw als chef huishouding geen tijd hadden om zich de sport eigen te maken en amper deelnamen aan het openbare (verenigings) leven. Daarbij ontwikkelde de rol van de vrouw als opvoedster en verzorgster van gewoonte tot rolmodel, waaraan sindsdien decennialang aan is vastgehouden.[1]

Deze kleine aantallen blijken ook de voornaamste oorzaak te zijn van het hardnekkige idee dat vrouwen minder goed in schaken zouden zijn dan de mannen.

Niveau / sterkte bewerken

 
Sofia, Judit en Susan Polgar. De Polgar zussen zijn een schoolvoorbeeld van dat een onbevooroordeelde faciliterende omgeving en training de sleutel zijn om het hoogste niveau te bereiken.

"Vrouwen kunnen niet schaken", een beroemde uitspraak uit 1968 van Hein Donner in Nederland,[12] is ondanks bewijzen uit de neurowetenschap van het tegengestelde een wijdverspreid doch archaïsch beeld dat onder zelfs de sterkste schakers ter wereld is blijven hangen. Ter beargumentatie gebruiken ze diverse verschillen tussen de seksen om te verklaren waarom op topniveau bijna uitsluitend mannen spelen. Bobby Fisher, een schaaklegende, maar ook zeer controversieel wanneer het op zijn wereldbeeld aankwam, spande de kroon met zijn ongenuanceerde seksistische uitspraak betreffende vrouwen: "Er zijn geen vrouwelijke topschakers omdat vrouwen gewoon niet zo slim zijn. Ze moeten zich gewoon beperken tot het huishouden".[79]

De perceptie en rol van vrouwen in de schaakwereld is in de loop van de geschiedenis veel veranderd. Maar de argumenten die heden gebruikt worden of dat vrouwen niet kunnen schaken is toch vooral van deze tijd. De discussie wordt gevoed door argumenten die veelal discutabel zo niet volkomen drogredenen zijn.

Het is een veelvoud aan argumenten die het hardnekkige idee in stand houden dat vrouwen niet kunnen schaken, of in elk geval het niveau van de mannen niet gehaald kan worden. Niet alleen de eerdergenoemde statistieken, maar ook de door mannen gedomineerde schaakwereld; de mindset van de vrouwen zelf en maatschappelijke omstandigheden dragen bij aan deze perceptie.

Het gros van de redenen werd door Nigel Short in 2015 verwoord: Mannen zouden “hardwired” zijn om beter dan vrouwen te zijn in het schaken. [80][79] De storm van kritiek dat hij hiermee over zich heen kreeg deed hem zijn uitspraak iets nuanceren. Zo legde hij uit;

  • De testosteronwaarde is bij mannen tien keer zo hoog is dan bij vrouwen, dus zou het vanzelfsprekend zijn dat bij vrouwen veel minder drang tot agressie en competitie is. Dit komt overeen met Tartakower's opmerking in 1921 dat vrouwen niet de meedogenloosheid of killersmentaliteit hebben om competitief te kunnen zijn.[60] Marleen van Amerongen beaamt dat het killersinstinct ontbreekt.[75]

Terwijl Short dus zwaar bekritiseerd werd voor zijn "hardwired"-concept, bleek veel andere factoren die door andere vooraanstaande schakers en commentatoren aangedragen werden als argument voor dat vrouwen minder goed zijn in het schaken, eveneens daaronder te vallen:

  • Het ontbreekt vrouwen aan concentratievermogen en originaliteit om goed te kunnen schaken, aldus een Saturday Review in 1906.[60]
  • Vrouwen kunnen zich niet lang concentreren omdat ze gevoelig zijn voor externe factoren. Dit is de moederlijke instinct dat reageert op huilende babies, aldus Gary Kasparov (die zijn uitspraak overigens later genuanceerd heeft).[79]
  • Vrouwen zijn in het algemeen te emotioneel zijn voor schaken. Als zij werkelijk op hoog niveau willen schaken, dan moeten ze hun karakter veranderen en natuurlijke instincten onderdrukken, aldus Aronian in 2008.[60]
  • Vrouwen zouden te weinig rationeel en te gevoelsmatig zijn en denken ze niet wiskundig genoeg.
  • Vrouwen behoren tot het zwakkere geslacht en zijn daardoor lichamelijk minder in staat een lange schaakpartij uit te spelen. Maya Tsjiboerdanidze zei dat schaken weliswaar een spel van de geest is, maar dat er bij een inspannende zitting van zes uur toch ook psychologische en fysiologische aspecten een rol gaan spelen. En de man is nu eenmaal lichamelijk sterker en wint dus aan het eind van de rit.[1]
  • Sommige proponenten van vrouwenschaak erkennen dat vrouwen minder schaakinzicht hebben. Maar volgens hen zijn vrouwen intuïtief beter: ze spelen positioneler, niet zo agressief.[12] Dit in volkomen tegenstelling met Donner die meende dat vrouwen juist géén schaakintuïtie hebben, voor hem een hoofdreden waarom vrouwen niet zouden kunnen schaken.[81]
  • Vrouwen hebben een grotere verantwoordelijkheidsgevoel, wat hen de voeten aan de grond houdt en zich niet in het spelletje verliezen. Mannen daarentegen kunnen overmatig eenzijdig afzonderen en concentreren.[82] Erica Sziva, een criticus van de mannelijke zienswijze, erkent dat om echt heel goed te zijn in het schaken je drie eigenschappen nodig hebt: abstract kunnen denken, een heel eenzijdig leven kunnen leiden en volkomen egocentrisch zijn. Daar zijn mannen volgens haar gemiddeld toch wat beter in. "Totaal gefixeerd zijn op een ding: winnen."[83] Dit wordt beaamd door Marleen van Amerong, die zegt dat mannen monomaner zijn. [75]

Als maatschappelijke factor wordt genoemd;

  • Een culprit in de schaakontwikkeling van vrouwen is dat adolescente meisjes afhaken wegens verliefdheid terwijl jongens gewoon door schaken. Door dat afhaken gaat veel talent verloren. Als vrouwen na gezinsvorming nog gaan schaken, hebben ze een grote achterstand opgelopen waardoor ze zeker niet meer het topniveau halen. [12] Meer algemeen gesproken ziet Xie Jun het huwelijk als de spelbreker.[84]

Inmiddels wordt algemeen erkend dat de twee seksen anders in elkaar steken en dus het schaakspel anders benaderen. Maar de verschillen tussen man en vrouw hoeft volgens Judith Polgar niet te betekenen dat de ene benadering tot het spel beter is dan de andere: "Mannen en vrouwen verschillen van elkaar, maar er zijn verschillende manieren van denken en vechten die toch tot dezelfde resultaten leiden."[78] Wat nodig is, ongeacht het gender, is training[85] en vechtlust.[78]

De feiten: statistieken bewerken

 
Hou Yifan, niet langer actief op het hoogste niveau omdat ze voor een academische carrière koos.

Door de realiteit dat veel minder vrouwen dan mannen het schaken beoefenen is statistisch gezien de kans echter veel kleiner is dat er vrouwelijke schakers met vergelijkbare sterktes naar boven komen drijven.[1]

Wordt er echter een man en vrouw van vergelijkbare sterkte tegenover elkaar gezet (dit kan middels de elo-rating), dan zal de verwachte uitslag niet anders zijn als dat er twee mannen of twee vrouwen van dezelfde sterkte tegenover elkander gezet worden. Het enige verschil van de statistische verwachtingen kan het resultaat zijn van de mate van stressfactoren als minderwaardigheidscomplex, intimidatie, psychologische verwachtingspatronen die voortkomen uit een gender-gepolariseerde samenleving:

Gender stereotypes zijn de hoofdverantwoordelijken voor de onderprestatie van vrouwen in het schaken. In een onderzoek werden tweeënveertig mannen aan vrouwen gepaard op basis van gelijkwaardige schaaksterkte. Elke paar speelde twee partijen online-schaak. Wanneer de spelers niet van hun tegenstander's sekse wisten (controlegroep), speelden man en vrouw op gelijkwaardig niveau. In de experimentele groep speelden een deel van de vrouwen tegen mannen, terwijl ze dachten dat ze tegen een andere vrouw speelden. Deze vrouwen presteerden eveneens op gelijkwaardige wijze als hun tegenstander. Echter, wanneer de vrouwen wisten dat ze een mannelijke tegenstander hadden, presteerden vrouwen veel slechter. Dit onderzoek toonde hiermee tevens aan dat vrouwen minder zelfvertrouwen jegens mannen in het schaken hebben:[74] "Vrouwen denken dat ze [in het schaken] niet geniaal genoeg zijn", aldus De Hingh.[77] Dit wordt ook ondersteund door onderzoek van Wei Ji Ma.[86][75][87][88]

Wei Ji Ma toont tevens middels zijn onderzoek aan wat Max Euwe reeds eerder suggereerde[1]: Het aantal mannen dat schaakt overheerst het aantal vrouwen op elk niveau, met als gevolg dat uitschieters veel sneller bereikt zijn en dus de suggestie gewekt wordt dat mannen beter zijn in het schaken. Echter, wanneer naar de gemiddelde sterkte van het aantal spelers van beide seksen op elk niveau gekeken wordt, blijken de gemiddelden nagenoeg gelijk (als er al verschil was dan waren de vrouwen zelfs sterker, al was dit in dit onderzoek statistisch insignificant.) [86][78]

Met andere woorden, het is niet zozeer dat vrouwen zwakker spelen, maar dat er veel minder vrouwen zijn die het spelletje spelen en er minder vrouwen zijn die de kans hebben om zich daadwerkelijk te trainen, met als gevolg dat er op korte termijn een potentieel kampioen opstaat uitermate klein is. Het minderwaardigheidscomplex dat vrouwen hierbij lijken te hebben ten aanzien van de andere sekse lijkt niet te helpen. Tevens blijkt dat in geval van gelijke kansen voor beide seksen de stereotype ideeen over de zogenaamde "hardwired" verschillen tussen man en vrouw praktisch geen rol te spelen in de prestaties: zoals Judith Polgar aangaf: er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden.

Ondanks deze wetenschap lijken niet iedereen deze realiteit te accepteren en zal de genderongelijkheid in elk geval in de hoofden van enkelen voortbestaan. Max Pam lijkt zich in elk geval niet bewust van deze statistieken, of is het er simpelweg niet mee eens: hij stelt anno 2015 dat er statistisch gezien allang een vrouwelijke wereldkampioen schaken had moeten zijn.[81]

Het officiële vrouwenschaak bewerken

Er wordt onderscheid gemaakt tussen 'gewoon' (of 'genderneutraal'[89]) schaken, waar zowel mannen en vrouwen aan kunnen deelnemen en vrouwenschaak dat exclusief door vrouwen gespeeld wordt. Middels vrouwenschaak zouden dames zonder het juk van de vermeende mannelijke dominantie (qua spelersaantallen en/of -sterkte) kunnen spelen.

Hoewel vrouwen heden altijd in gewone schaakevenementen kunnen deelnemen, worden er ook evenementen voor vrouwen alleen gehouden: Zo is er bijvoorbeeld de FIDE Wereldbeker en de FIDE Wereldbeker voor vrouwen; Wereldkampioenschap schaken en het Wereldkampioenschap schaken voor vrouwen.

Hetzelfde geldt voor de titels. Hierbij geldt dat voor het bereiken van een Grootmeestertitel (GM) zwaardere standaarden gelden dan de Grootmeestertitel voor vrouwen (WGM). Anno 2006 zijn Judith Polgar, Susan Polgar, Pia Crambling, Xie Jun, Zhu Chen, Humpy Konery en Antoaneta Stefanova de enige vrouwen die principieel voor de Grootmeester titel kozen en de traditionele kwalificatiegang daartoe bewandeld hebben.[89] Andere vrouwelijke grootmeesters met GM titel, zoals Nona Gaprindashvili, hebben deze titel op basis van enigszins arbitrale verdiensten verkregen. Genoemde dames, die ook bijna uitsluitend in het door mannen gedomineerde gewone schaak deelnemen zijn ook de beste voorbeelden van dat vrouwen een vergelijkbaar schaakniveau kunnen bereiken als mannen.

Pros en cons van vrouwenschaak bewerken

De perceptie en rol van vrouwen in de schaakwereld is in de loop van de geschiedenis veel veranderd. Maar de argumenten die heden gebruikt worden voor en tegen gemengd schaken is toch vooral van deze tijd. In een tijd van gevorderde emancipatie is het onderscheid van schaken en vrouwenschaak controversieel. De discussie wordt gevoed door argumenten die veelal discutabel zoniet volkomen drogredenen zijn.

Met deze argumenten wordt gepoogd het volgende te verklaren danwel te onderbouwen: het vermeende niveauverschil tussen mannen en vrouwen; en het feit dat het schaken gedomineerd wordt door mannen; en - afhankelijk van de cultuur - de gepastheid van gemengd schaken.

Vrouwenschaak blijft een controversieel onderwerp, zowel voor mannen als vrouwen. Vrouwenschaakclubs zijn hierdoor opgericht en weer teloorgegaan.[12]

Argumenten voor vrouwenschaak:

  • Van de vrouwelijke schaaksters is misschien Jennifer Shahade gezien haar rebelse imago paradoxaal genoeg misschien wel het meest vocaal in haar voorkeur voor vrouwenschaak. Volgens haar zou het pas goed zijn om volledig geïntegreerde toernooien te hebben als het aantal schakende mannen en vrouwen gelijk was. Maar in werkelijkheid vormen vrouwen een kleine minderheid in de schaakwereld en voelen zij zich volgens Shahade vervreemd en is het dus goed om zo nu en dan wedstrijden met alleen vrouwen te hebben.[90]
  • Vrouwen hebben op deze wijze meer kans op winstpartijen (en grotere kansen op prijzen) en zouden zo meer in de schijnwerpers komen. Dit is een argument dat vooral door vrouwelijke spelers gebruikt die het schaken voor de broodwinst gebruiken, zoals dat vaak in voormalige Oostbloklanden het geval is.
  • Mannen zouden 'zonder afleiding' door de andere sekse beter spelen.

Argumenten tegen vrouwenschaak:

  • Discriminatie / Mannen en vrouwen hebben in de basis gelijke kansen en rechten, en in het schaken is er geen wetenschappelijk bewijs dat de ene of andere sekse een structureel voordeel heeft (zoals fysieke kracht in andere sporten).
  • Door vrouwenschaak ontneem je de vrouw de kans zich verder te ontwikkelen door haar niet tegen de grootst mogelijke tegenstand te laten spelen.
  • Een drogreden tegen de vrouwelijke competitie is dat er zogenaamde overmatige aandacht en waardering aan inferieur spel besteed wordt. Het suggereert dus dat een tijdschrift wel over een reguliere tweedeklasse schaakcompetitie zou kunnen rapporteren, maar niet over de vrouwenkampioenschap, zelfs als het van aantoonbaar hoger niveau is. Dit gaat zo ver dat partijen gespeeld door vrouwen een kleinere kans hebben in data bases opgeslagen te worden, dan inferieure partijen gespeeld door mannen.[60]

Popularisering van vrouwenschaak bewerken

Om het schaken te populariseren, wordt onder meer gezocht naar manieren om het sexappeal ervan te vergroten. Ook al is het controversieel - met seksisme als hoofdargument tegen - er zijn fanatieke voorstanders om daarvoor het vrouwelijke schoon in de strijd te gooien. Er zijn websites die een top tien van chess babes bijhouden.[91] De Kazachastanse grootmeester Vladislev Tkatsjev is de organisator van de World Chess Beauty Contest-schoonheidswedstrijden in 2005.[92] Ondanks de controverse zijn er genoeg deelnemende vrouwelijke schaaksters, zoals Kostentiuk , en die zelf ook actief aan hun sexappeal werken voor meer succes in de schaakwereld. Hans Böhm gaat er niet in mee: "Weet je wat schaken meer sexy maakt? Als er meer snelheid in komt. Als de bedenktijd wordt beperkt, is de kans op fouten en dus ook op meer spektakel groter."[93]

Films als Queen of Katwe en in het bijzonder de miniserie The Queen's Gambit dragen bij aan de populariteit van het schaken. Vooral The Queen's Gambit, een verfilming van Walter Tevis's gelijknamige roman, heeft grote impact gehad.[94] Niet in de laatste plaats geholpen door de Coronapandemie heeft het in 2020-2021 een enorme boost gegeven aan het schaken in het algemeen en vrouwenschaak in het bijzonder. Het heeft alle voorgaande films over het schaken naar de kroon gestoken. Van alle schaakpopulariteit-boostende evenementen heeft alleen het Spassky-Fischer wereldkampioenschap van 1972 misschien nog meer impact gehad, maar dan uitsluitend op mannen. In Nederland alleen al heeft de miniserie tot een verviervoudiging van vrouwelijke leden geleid.[77] Een ironie is dat door de serie Nona Gaprindashvili, een van de grootste vrouwelijke schakers uit de geschiedenis, foutief wordt afgeschilderd als iemand die nooit tegen mannen geschaakt had en daarmee niet de weg geplaveid zou hebben voor schakende vrouwen.[73]

Terwijl in grote delen van de wereld de voortschrijdende emancipatie faciliterend is voor het vrouwenschaak, zijn er ook delen waar het vrouwenschaak institutioneel ontmoedigd wordt, direct dan wel indirect: in sommige landen zijn vrouwen verplicht hoofddoeken te dragen, wat potentieel tot belemmeringen leidt in partijen waar een vrouw principieel een hoofddoek weigert te dragen.

Huidige status schakende vrouwen bewerken

 
Nederlands hoop op een vrouwelijke grootmacht in de schaakwereld: Machteld van Foreest (2017)

Hoewel de situatie van schakende vrouwen anno 2018 inmiddels beter is dan in de 19e eeuw, lijden zij nog altijd onder het juk van vooroordelen, gebaseerd vooral op genderverschillen, en tradities (zoals binding aan huiselijke verplichtingen). Faciliteiten (die bijdragen aan het openbreken van traditionele patronen) en financiën uitgegeven voor de ontwikkeling voor schakende vrouwen is slechts een fractie van wat aan 'gewoon' schaken geboden wordt.[60]

Het feit dat de vrouw anno 2020 nog steeds niet op het schaakbord met de man kan concurreren is het resultaat van een combinatie van maatschappelijke sociaal-culturele patronen en statistiek. Hoewel de maatschappij inmiddels steeds minder in de weg staat in de ontwikkeling van de vrouw geldt het feit dat er veel minder vrouwen dan mannen zijn die het spel beoefenen dat de kans veel kleiner is dat er spelers op hoog niveau uitkomen. Omdat er veel minder vrouwen dan mannen schaken en is de kans veel kleiner dat vrouwelijke schakers met vergelijkbare sterktes naar boven komen drijven draagt bij aan het misconceptie dat vrouwen niet kunnen schaken. Niet alleen de statistieken, maar ook de door mannen gedomineerde schaakwereld dragen hieraan bij.

In de schaakmedia laten vrouwelijke commentatoren veel nadrukkelijker van zich horen. Er zijn diverse schakers uit de vrouwelijke top die zich tot gewaardeerde reporters hebben omgevormd: Anna Rudolf , Sopiko Guramishvili Giri, Tania Sachdev , Fiona Steil-Antoni. Judith Polgar wordt geregeld als exclusieve (gast) commentator bij belangrijke evenementen gehaald.

Varia bewerken

Geregeld wordt er een link gelegd tussen het schaken van een vrouw ("schaking") en het schaakspel. Zo werd er in de 19e eeuw tijdens een diner uitgeroepen dat vrouwen tot kort geschaakt werden, maar nu zelf schaakten.[95] Hoewel het voor de hand lijkt te liggen dat deze termen aan elkander gerelateerd zijn, blijkt het etymologisch zeer lastig te zijn daadwerkelijk een band te leggen tussen het schaakspel en vrouwenroof.[96][97]

Zie ook bewerken

Meer lezen bewerken

  • (en) John Graham (1987), Women in chess, players of the Modern Age, McFarland
  • (en) Jennifer Shahade (2005), Chess Bitch: Women in the Ultimate Intellectual Sport, Siles Pr

De vrouw en het schaakspel (serie van 3 artikelen):

Externe links bewerken

Nog te checken bronnen bewerken

https://thomasguild.blogspot.com/2014/01/medieval-chess-boards.html

https://www.medievalists.net/2011/05/illuminating-fashion-dress-in-the-art-of-medieval-france-and-the-netherlands-new-exhibition-at-the-morgan-library-and-museum/g24_25v-26r-intro/

https://sightandsigns.wordpress.com/tag/sex/

https://brill.com/view/book/9789004250833/B9789004250833-s002.xml

https://books.google.com.tr/books?id=HfSZAAAAQBAJ&pg=PA6&lpg=PA6&dq=%22Cassiel+the+Baudrain%22+story&source=bl&ots=y8vHqio0Nb&sig=ACfU3U12FEczksGguUXxIevbDL-Mnk3tmA&hl=en&sa=X&ved=2ahUKEwjCt_W388LzAhU1BGMBHXE5CUoQ6AF6BAguEAM#v=onepage&q=%22Cassiel%20the%20Baudrain%22%20story&f=false

https://pavellaptev.medium.com/whats-happening-here-medieval-mems-the-art-of-middle-ages-part-i-ec236bded904

Categorie:Vrouwenschaken Categorie:Gender Categorie:Genderstudies