François Rasse
François Adolphe Jean Jules Rasse (Helkijn, 27 januari 1873 – Elsene, 4 januari 1955) was een Belgisch violist, dirigent en componist.[1]
François Rasse | ||||
---|---|---|---|---|
Pierre Theunis: François Rasse
| ||||
Volledige naam | François Adolphe Jean Jules Rasse | |||
Geboren | 27 januari 1873 | |||
Overleden | 4 januari 1955 | |||
(en) Allmusic-profiel | ||||
(en) Discogs-profiel | ||||
(en) MusicBrainz-profiel | ||||
|
Hij was zoon van handelaar Adolphe Rasse en Hortense Julie Jeanne Victoire Brogniez. Hij zelf huwde Blanche Henriette Hubertine Panhuijs, met wie hij en hun drie kinderen in 1908/1909 aan de Nieuwe Spiegelstraat 39 te Amsterdam woonde.
Alhoewel al in 1880 naar Brussel verhuisd, begon hij pas laat met muziek. Hij ging op zijn twintigste studeren aan het Koninklijk Conservatorium Brussel, docent was Eugène Ysaÿe waarbij hij in 1896 een eerste prijs kreeg toebedeeld. Voorts studeerde het compositieleer bij Gustave Huberti en François-Auguste Gevaert; hetgeen hem in 1895 een eerste prijs opleverde en in 1899 een Prix de Rome voor Cloches nuptiales. Hij werd operadirigent van het orkest van de Koninklijke Muntschouwburg (1902-1907), even later was hij bij het orkest in het Capitole te Toulouse (1907) te vinden. Hij leidde in 1908 ook bijvoorbeeld het Concertgebouworkest in Amsterdam; in het seizoen 1919-1920 was hij er even terug; hij leidde het acht concerten in totaal in onder andere eigen werk. Hij gaf tientallen concert onder andere in het Casino-Kursaal Oostende. Hij was even tijdelijk dirigent van de Noord-Nederlandse Opera (1908), maar was in 1910 terug in Brussel bij de Koninklijke Munt. Hij was toen tevens leraar lectuur en transpositie, in 1920 gevolgd door het docentschap harmonieleer aan het Brussels conservatorium. Hij werd dirigent aan de muziekschool van Sint-Joost-ten-Node, maar wisselde beide functies in 1925 in voor het directeurschap van het Luiks conservatorium.
Ondertussen leidde hij de winterconcerten in Gent (1921-1928), en was enkele jaren vaste dirigent van het orkest van het Casino-Kursaal Oostende (1922-1932). In 1938 ging hij er met pensioen en trok zich terug in Brussel.
In aanvulling op bovenstaande werkzaamheden vond hij tijd om werken te componeren. Hij schreef in allerlei genres: Déidamia (1906) en 1914 zijn titels van zijn opera’s, Le maitre a danser (1909) is zijn ballet. Verder schreef hij onder meer drie symfonieën, andere werken voor orkest, strijkkwartetten en andere kamermuziek. Zijn werken waren traditioneel in de stijl van de romantiek. Anderszins was hij ook muziekrecensent bij Le Soir.
Medailleur Pierre Theunis maakte een penning met het portret van Rasse.
- Geïllustreerd muzieklexicon, onder redactie van Mr. G. Keller en Philip Kruseman, medewerking van Sem Dresden, Wouter Hutschenruijter (1859-1943), Willem Landré, Alexander Voormolen en Henri Zagwijn; uitgegeven in 1932/1949 bij J. Philips Kruseman, Den Haag; aanvulling pagina 604
- Jozef Robijns, Miep Zijlstra: Algemene muziek encyclopedie, Haarlem: De Haan, 1979-1984, ISBN 978-90-228-4930-9, deel 8, pagina 250
- Archief Oostende (geraadpleegd 18 april 2022)
- François Rasse op IMSLP
- François Rasse op muziekweb, muziekbibliotheek van Nederland (geraadpleegd 18 april 2022)
- Lijst van voorstellingen bij de Noord-Nederlandse Opera op Theaterencyclopedie (geraadpleegd 18 april 2022)
- ↑ Naam en geboortedatum Helkijn, 1873 akte 12 en registratie vreemdelingen Amsterdam.