Emiel Delin
Emiel Delin (de geboorteakte vermeldt: Emile Constant Marie Charles De Lin) (Laken, 13 november 1873 – Wilrijk, 27 juni 1947) was Belgisch violist, componist, maar vooral muziekpedagoog.
Emiel Delin | ||||
---|---|---|---|---|
Volledige naam | Emile Constant Marie Charles De Lin | |||
Geboren | 13 november 1873 | |||
Overleden | 27 juni 1947 | |||
Land | België | |||
Nevenberoep | muziekpedagoog | |||
Instrument | viool | |||
(en) MusicBrainz-profiel | ||||
|
Hij is zoon van Charles Jean François De Lin en Octavie Rosalie Laumans (institutrice communale). Zijn muziekopleiding kreeg hij aan het Koninklijk Conservatorium Antwerpen van Peter Benoit (viool en piano) en privé bij Lodewijk Mortelmans (contrapunt en fuga). Alhoewel opgeleid tot musicus, bevonden zijn werkzaamheden voornamelijk plaats op het gebied van de muziekpedagogie. Vanaf 1925 was hij docent notenleer aan hetzelfde instituut waar hij les had gekregen. In 1942 ging hij er met pensioen.
Hij schreef enkele werken waarvan zijn Drie liederen uit circa 1924 enige bekendheid kregen. Andere titels:
- De dauwdrupkens (1933, tekst Theodoor Weustenraad)
- Moederken, Slaaplied en ’t s stille (teksten van Guido Gezelle)
- De koekoek (tekst Willem Gijssels, met leuterige voordracht)
- Leg op mijn hart uw voorhoofd (tekst Pol de Mont)
- O de eerste lentedag (1937, tekst Maurits Laska)
- Pastorale (1937, tekst J. de Vocht)
- Schippersliederen (teksten van Halbertsma)
- Slaaplied
- Zomernacht (tekst Eugeen van Oye)
- Herfststemming
- Elegische romance (voor viool en orkest)
In de 21e eeuw is hij voornamelijk bekend als de opdrachtgever tot bouw van Markgravelei 111, een monument (bouwkundig erfgoed) in de art-nouveaustijl van architect Modest Van Nieuwerburgh.
- Flavie Roquet: Lexicon: Vlaamse componisten geboren na 1800, Roeselare, Roularta Books, 2007, 946 p., ISBN 978-90-8679-090-6; pagina 214
- Geïllustreerd muzieklexicon, onder redactie van Mr. G. Keller en Philip Kruseman, medewerking van Sem Dresden, Wouter Hutschenruijter (1859-1943), Willem Landré, Alexander Voormolen en Henri Zagwijn; uitgegeven in 1932/1949 bij J. Philips Kruseman, Den Haag; aanvulling blz. 93
- Cultureel erfgoed Antwerpen