Christelijk-Democratische Unie
De Christelijk-Democratische Unie (CDU) is een voormalige Nederlandse politieke partij, die werd opgericht op 11 december 1926 als een samenvoeging van enkele protestantse links-pacifistische groepen. De CDU was een linkse protestantse partij ontstaan uit de restanten van de in 1925 vrijwel verdwenen progressieve protestants-christelijke partijen, zoals de Christelijk-Sociale Partij (Later: Protestantse Volkspartij) en Christelijk Democratische Federatie. De leider van de CDU was Harm van Houten. In 1946 ging de partij op in de Partij van de Arbeid.
Christelijk-Democratische Unie
| ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Affiche CDU (1937)
| ||||
Personen | ||||
Partijleider | Harm van Houten | |||
Geschiedenis | ||||
Opgericht | 11 december 1926 | |||
Opheffing | 8 februari 1946 | |||
Fusie van | Christelijk-Sociale Partij Christelijk Democratische Federatie | |||
Opgegaan in | Partij van de Arbeid | |||
Algemene gegevens | ||||
Actief in | Nederland | |||
Richting | Centrum-links | |||
Ideologie | Christendemocratie Christelijk sociaal | |||
|
GeschiedenisBewerken
1933-1941Bewerken
De eerste Tweede Kamervertegenwoordiger van de partij werd in 1933 gekozen en daarna was er een CDU-vertegenwoordiging in de Tweede Kamer, totdat de partij op 12 juli 1941 door de Duitse bezetter werd verboden. Heropgericht in augustus 1945, is de CDU op 8 februari 1946 opgegaan in de Partij van de Arbeid.
De partij behaalde aanvankelijk een zetel bij de verkiezingen, in 1937 werd dat verdubbeld.
De CDU neigde naar pacifisme en verwerping van de gewapende landsverdediging en keerde zich fel tegen de internationale herbewapening. Ten tijde van de opkomst van het nationaal-socialisme ontstond hierover verdeeldheid binnen de partij. De partij was sociaal en had veel aanhang onder kleine boeren en landarbeiders (mede dankzij Harm van Houten). De partij noemde zich niet socialistisch, maar mag met enig voorbehoud worden gerekend tot de socialistische partijen. De partij keerde zich tegen de politiek van Hendrik Colijn en tegen het individualisme. De partij was rechtzinnig-protestants en trachtte zich te profileren als een progressief-sociaal alternatief voor de grotere ARP.
Sinds 2 oktober 1936 was het lidmaten van de Gereformeerde Kerken in Nederland op last van de synode verboden lid te zijn van de CDU.
In 1941 werd de partij door de bezetter verboden, doch herleefde na de bevrijding.
Vanaf 1945Bewerken
Na de oorlog kwam men door invloed van de vooroorlogse ideeën van Zwitserse theoloog Karl Barth over de verhouding kerk en staat tot het inzicht dat christenen zich niet apart hoefden te organiseren, ook niet in de politiek.[1]
Op 8 februari 1946 ging zij op in de Partij van de Arbeid, waar voormalige leden als Jan Buskes en Fedde Schurer van zich lieten spreken.
Partijblad van de Christelijk Democratische Unie was De Strijder, vanaf 1937 De Christen-democraat.
LiteratuurBewerken
- H.J. Langeveld: Protestants en progressief. De Christelijk-Democratische Unie 1926-1946. Den Haag, 1988 (proefschrift)
Zie ookBewerken
BronnenBewerken
- Repertorium Kleine Politieke Partijen (www.inghist.nl)
- Geschiedenis van het socialisme in Nederland (H. de Vos)
ReferentiesBewerken
- ↑ Dirk de Loor - De Anti-Revolutionairen en De Christelijk-Historischen - Brochure bestemd voor de Fakkeldragersclub - Uitgave Partij van de Arbeid - October 1951, blz. 19
Externe linksBewerken
- De Christelijk-Democratische Unie op de website van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (beginsel- en verkiezingsprogramma's)
- Christelijk-Democratische Unie
Partij van de Arbeid | ||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|