Bladsprietkevers
Bladsprietkevers (Scarabaeidae) vormen een familie uit de orde kevers (Coleoptera).
Bladsprietkevers | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||||
Gouden tor (Cetonia aurata) | |||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Familie | |||||||||||||||
Scarabaeidae Latreille, 1802 | |||||||||||||||
![]() | |||||||||||||||
Oxysternon conspicillatum (mannetje) | |||||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||||
Bladsprietkevers op ![]() | |||||||||||||||
|
Kenmerken Bewerken
De meeste soorten hebben een rond, bol lichaam, korte tasters en grote, soms glanzende dekschilden, vaak met lengtegroeven en soms met beharing. De top van de antennen is knotsvormig en is samengesteld uit 3 tot 7 beweeglijke plaatjes. Enkele bekende groepen zijn de mestkevers, de penseelkevers en de meikevers. Bladsprietkevers hebben platte, waaiervormige uiteinden aan de tasters, hiermee sporen mannetjes en vrouwtjes elkaar op om te kunnen paren. De rozenkevers (Cetoninae) hebben een krachtige bouw, en vaak opvallend lange poten waarmee ze kunnen graven en zich aan takken of (voor het mannetje bij de paring) aan vrouwtjes kunnen vasthouden. Vaak bezitten de mannetjes horens om gevechten te leveren met andere mannetjes. De lengte varieert van 0,2 tot 17 cm.
Leefwijze Bewerken
De larve wordt engerling genoemd en leeft van levend of dood plantaardig materiaal. Veel bekende soorten zijn berucht om de wortel-etende larven die planten en gazons om zeep kunnen helpen. Gazonliefhebbers zijn overigens meestal nog minder blij met het bezoek van de larven etende mol. Larven van mestkevers leven van mest, echter alleen mest van herbivoren zoals runderen. Een aantal soorten, met name de grotere kevers kennen een larvestadium van meerdere jaren. Volwassen kevers leven doorgaans niet lang; enkele weken tot een maand, en eten vaak plantendelen als nectar, fruit en stuifmeel. De keverlarven leven lang niet altijd van levend plantaardig materiaal: er zijn vele soorten die zich met rottende bladeren en humus voeden, onder andere de afgebeelde Cetonia aurata.
Taxonomie Bewerken
De volgende onderfamilies zijn bij de bladsprietkevers ingedeeld:
- Aclopinae Blanchard, 1850
- Aegialiinae Laporte, 1840 (synoniem van Aphodiinae)
- Allidiostomatinae Arrow, 1940
- Aphodiinae Leach, 1815
- Aulonocneminae Janssens, 1946
- Cetoniinae Leach, 1815
- Chironinae Blanchard, 1845
- Dynamopodinae Arrow, 1911
- Dynastinae MacLeay, 1819
- Eremazinae Iablokoff-Khnzorian, 1977
- Melolonthinae Leach, 1819
- Orphninae Erichson, 1847
- Phaenomeridinae Erichson, 1847
- Rutelinae MacLeay, 1819
- Scarabaeinae Latreille, 1802
- Termitotroginae Wasmann, 1918
- † Cretoscarabaeinae Nikolajev, 1995
- † Lithoscarabaeinae Nikolajev, 1992
- † Prototroginae Nikolajev, 2000
Zie ook Bewerken
Bronnen, noten en/of referenties
|