Spaanse keizerarend

roofvogel uit de familie havikachtigen
(Doorverwezen vanaf Aquila adalberti)

De Spaanse keizerarend of Iberische keizerarend (Aquila adalberti) is een arend uit het geslacht aquila ("echte arenden") die alleen in Spanje en Portugal voorkomt. De wetenschappelijke naam is een eerbetoon aan Adalbert Willem van Beieren.

Spaanse keizerarend
IUCN-status: Kwetsbaar[1] (2021)
Spaanse keizerarend
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Accipitriformes
Familie:Accipitridae (Havikachtigen)
Geslacht:Aquila
Soort
Aquila adalberti
C. L. Brehm, 1861
Verspreidingsgebied (groen)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Spaanse keizerarend op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vogels

Kenmerken

bewerken

De Spaanse keizerarend is ongeveer even groot als de gewone keizerarend, de vogels worden 75 tot 85 cm lang, met een vleugelspanwijdte van 1,8 tot 2,1 m, een gewicht van 2,8 tot 3,5 kg. Volwassen vogels zijn donkerder van kleur dan de keizerarend, met een kenmerkende witte voorrand van onder- en bovenvleugel. Onvolwassen vogels zijn juist weer lichter, egaal kaneelbruin.[2]

Taxonomie

bewerken

De Spaanse keizerarend is nauw verwant aan de keizerarend (Aquila heliaca). Tot in de jaren 1990 werd gedacht dat de Spaanse keizerarend een ondersoort was van de keizerarend maar sinds de eeuwwisseling wordt de Spaanse keizerarend beschouwd als een aparte soort.[3]

Verspreiding en leefgebied

bewerken

Deze arend komt alleen voor in zuid en west Spanje, Portugal en mogelijk noord Marokko. De grootste populatie komt voor in nationaal park Monfragüe (Extremadura), hier leven nog zo'n 12 paartjes. De Spaanse keizerarend overwintert in zijn broedgebied. De keizerarend trekt dan naar het zuidoosten. De arend voedt zich hoofdzakelijk met konijnen maar ook knaagdieren, duiven, kraaien, eenden en vossen staan op zijn menu.

In Nederland bestaat één bevestigde waarneming uit mei 2007.[4]

In de jaren 1960 werd de soort met uitsterven bedreigd, door inperking van het leefgebied en illegale vergiftiging. Er waren toen nog maar 30 broedparen. In de jaren 1980 begon een aarzelend herstel tot 148 paar in 1994. Na een inzinking zette dit herstel door. In 2007 waren er 232 paren in Spanje en drie in Portugal. Deze toename kan mogelijk ook veroorzaakt zijn door beter onderzoek. De laatste jaren zijn de aantallen verder toegenomen en BirdLife International houdt in 2020 een schatting aan van 1060-1080 volwassen vogels. Toch blijft deze soort nog steeds als kwetsbaar op de Rode Lijst van de IUCN.[1]