Antechinus swainsonii

soort uit het geslacht Breedvoetbuidelmuizen

Antechinus swainsonii is een roofbuideldier uit het geslacht van de breedvoetbuidelmuizen. De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door George Robert Waterhouse in 1840.[2][3]

Antechinus swainsonii
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2015)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Mammalia (Zoogdieren)
Orde:Dasyuromorphia (Roofbuideldieren)
Familie:Dasyuridae (Echte roofbuideldieren)
Geslacht:Antechinus (Breedvoetbuidelmuizen)
Soort
Antechinus swainsonii
(Waterhouse, 1840)
Originele combinatie
Phascogale swainsonii
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Antechinus swainsonii op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Zoogdieren

Kenmerken bewerken

A. swainsonii is een grote, gedrongen Antechinus met een lange bek, kleine ogen en korte oren. De bovenkant is donkerbruin tot zwart, de onderkant lichtgrijs. De spaarzaam behaarde staart is bruin van kleur. Op grotere hoogte is deze soort groter en donkerder dan bij de kust. De kop-romplengte bedraagt 90 tot 185 mm, de staartlengte 75 tot 120 mm en het gewicht 38 tot 170 g. Vrouwtjes hebben 6 tot 10 mammae.

Leefwijze bewerken

Het dier leeft op de grond en is grotendeels 's nachts actief. Het dier eet ongewervelden, die uit de grond worden gegraven, maar ook kleine gewervelden. In een hol bouwen vrouwtjes een nest van droge bladeren. Na twee weken paartijd in augustus (of op grote hoogte in september) sterven alle mannetjes.

Voorkomen bewerken

De soort komt voor in dichte, vochtige vegetatie op Tasmanië. De populaties op het vasteland van Australië worden sinds 2015 tot een aparte soort gerekend: Antechinus mimetes.