Wereldkampioenschap schaatsen allround vrouwen 1964

Het vijfentwintigste Wereldkampioenschap schaatsen allround voor vrouwen werd op 15 en 16 februari 1964 verreden op de Björkvallen ijsbaan van Kristinehamn, Zweden.[1][2]

Er deden vierendertig deelneemsters uit dertien landen mee, Noorwegen (2), de DDR (2), Finland (2), Hongarije (2), Nederland (2), de Sovjet-Unie (5), Zweden (4), China (3), Japan (3), Noord-Korea (4), Australië (1), Canada (1) en de Verenigde Staten (3). Twaalf rijdsters debuteerden deze editie, waaronder de Nederlandse Carrie Geijssen. Willy de Beer reed haar tweede WK Allroundtoernooi. Stien Kaiser zou aanvankelijk rijden in plaats van Willy de Beer, maar werd door de KNSB op het laatste moment teruggetrokken als deelneemster.[3]

Ook dit kampioenschap werd over de kleine vierkamp, respectievelijk de 500m, 1500m, 1000m en 3000m, verreden.

Lidia Skoblikova herhaalde haar prestatie van het WK van 1963 door opnieuw wereldkampioene te worden met vier afstandzeges, hoewel ze de zege op de 500m moest delen met landgenote Irina Jegorova. Haar landgenoten, drievoudig wereldkampioene, Inga Voronina-Artamonova en, eenmalig wereldkampioene, Tamara Rylova werden tweede en derde.

De Amerikaans Mary Lawler won voor het eerst sinds Maddy Horn op het WK van 1938 weer een afstandsmedaille voor de USA. Kaija Mustonen was in die zin de opvolgster van Eevi Huttunen als afstandsmedaillewinnares die op het WK van 1960 voor het laatst een medaille voor Finland won.

De Zweedse Christina Scherling nam dit jaar voor de negende keer aan het WK Allround mee, een prestatie waarin alleen Eevi Huttunen haar in voor ging met elf deelnames.

Afstandsmedailles

bewerken
Afstand Goud
 
Zilver
 
Brons
 
500m Irina Jegorova
Lidia Skoblikova
- Mary Lawler
1500m Lidia Skoblikova Inga Voronina-Artamonova Kaija Mustonen
1000m Lidia Skoblikova Inga Voronina-Artamonova Tamara Rylova
3000m Lidia Skoblikova Inga Voronina-Artamonova Valentina Stenina

[4][5]

Klassement

bewerken
Rang Schaatsster Land Punten 500m 1500m 1000m 3000m
  Lidia Skoblikova   Sovjet-Unie 194,450 46,2 (1) 2.26,7 (1) 1.34,9 (1) 5.11,4 (1)
  Inga Voronina-Artamonova   Sovjet-Unie 196,733 47,6 (9) 2.28,0 (2) 1.35,5 (2) 5.12.3 (2)
  Tamara Rylova   Sovjet-Unie 198,517 46,9 (6) 2.29,3 (4) 1.36,4 (3) 5.21,9 (6)
4 Kaija Mustonen   Finland 199,750 47,5 (7) 2.28,9 (3) 1.37,8 (5) 5.22,3 (7)
5 Irina Jegorova   Sovjet-Unie 200,300 46,2 (1) 2.30,8 (5) 1.38,8 (10) 5.26,6 (9)
6 Han Pil-hwa   Noord-Korea 201,334 48,0 (10) 2.32,9 (9) 1.38,0 (7) 5.20,2 (5)
7 Kim Song-sun   Noord-Korea 201,484 48,6 (13) 2.32,6 (8) 1.37,5 (4) 5.19,6 (4)
8 Helga Haase-Obschernitzki   DDR 201,600 46,6 (4) 2.31,0 (6) 1.38,1 (8) 5.33,7 (14)
8 Valentina Stenina   Sovjet-Unie 201,600 49,6 (19) 2.31,5 (7) 1.38,2 (9) 5.14,4 (3)
10 Christina Scherling   Zweden 203,784 48,8 (16) 2.33,2 (10) 1.40,3 (14) 5.22,6 (8)
11 Gunilla Jacobsson   Zweden 204,100 48,4 (11) 2.36,3 (14) 1.37,9 (6) 5.27,9 (12)
12 Jan Smith   Verenigde Staten 206,317 46,6 (4) 2.36,2 (13) 1.41,9 (18) 5.40,2 (16)
13 Wang Shuyuan   China 207,733 48,8 (16) 2.34,9 (12) 1.43,4 (23) 5.33,6 (13)
14 Willy de Beer   Nederland 209,633 51,6 (27) 2.37,2 (15) 1.42,0 (19) 5.27,8 (11)
14 Kaneko Takahashi   Japan 209,633 51,8 (28) 2.34,0 (11) 1.44,1 (25) 5.26,7 (10)
16 Yasuko Takano   Japan 212,766 51,8 (28) 2.37,6 (16) 1.45,4 (29) 5.34,4 (15)
NC17 Mary Lawler   Verenigde Staten 150,650 46,4 (3) 2.40,5 (23) 1.41,5 (16) -
NC18 Doreen Ryan   Canada 150,950 47,5 (7) 2.40,5 (23) 1.39,9 (11) -
NC19 Barbara Lockhart   Verenigde Staten 152,317 48,5 (12) 2.38,0 (17) 1.42,3 (20) -
NC20 Sigrid Sundby   Noorwegen 152,750 48,6 (13) 2.42,6 (27) 1.39,9 (11) -
NC21 Inger Eriksson   Zweden 153,067 49,5 (18) 2.38,3 (19) 1.41,6 (17) -
NC22 Kaija-Liisa Keskivitikka   Finland 153,167 50,5 (23) 2.38,0 (17) 1.40,0 (13) -
NC23 Carry Geijssen   Nederland 153,417 48,7 (15) 2.40,4 (22) 1.42,5 (21) -
NC24 Ryoo Choon-za   Noord-Korea 154,033 50,3 (21) 2.39,1 (20) 1.41,4 (15) -
NC25 Kari Kåring   Noorwegen 155,633 50,3 (21) 2.41,8 (26) 1.42,8 (22) -
NC26 Hatsue Takemizawa-Nagakubo   Japan 155,833 50,1 (20) 2.40,3 (21) 1.44,6 (27) -
NC27 Jeannette Ann Neil   Australië 158,250 50,9 (25) 2.43,2 (28) 1.45,9 (30) -
NC28 Kornelia Ihász   Hongarije 159,483 53,2 (33) 2.43,6 (33) 1.43,6 (29) -
NC29 Christina Karlsson   Zweden 159,817 51,9 (30) 2.44,0 (30) 1.46,5 (31) -
NC30 Pi Huci   China 161,433 51,9 (30) 2.45,7 (32) 1.51,0 (32) -
NC31 Bak Wol-ja   Noord-Korea 163,283 52,3 (31) 2.40,9 (25) 1.54,7 (33) -
NC32 Piroska Tamássy   Hongarije 164,633 52,3 (31) 3.00,7 (34) 1.44,2 (26) -
NC33 Inge Lieckfeldt   DDR 177,600 1.01,1 * (34) 2.44,7 (31) 1.45,2 (28) -
- Liu Fengrong   China 107,933 51,3 (26) 2.49,9 (33) NS -

[1][2]

* = met val
NC = niet gekwalificeerd
NF = niet gefinisht
NS = niet gestart
DQ = gediskwalificeerd
Vet gezet = kampioenschapsrecord