Verordening Europese e-ID

De Verordening Europese e-ID is een op 21 mei 2021 gelanceerd voorstel van de Europese Commissie voor een verordening inzake elektronische identificatie, als vervanging van de eIDAS-verordening 910/2014.[1][2][3] De nieuwe verordening moet de goede werking van de interne markt versterken door een adequate beveiliging van elektronische identificatiemiddelen en vertrouwensdiensten.

EU-vertrouwensmerk voor gekwalificeerde vertrouwensdiensten.

De ontwerpverordening(art. 1):

  • bepaalt de voorwaarden waaronder de lidstaten de elektronische identificatie van natuurlijke en rechtspersonen vanuit een andere lidstaat moeten erkennen
  • legt regels vast voor vertrouwensdiensten, met name voor elektronische transacties
  • schept een juridisch kader voor elektronische handtekeningen, zegels, tijdstempels, documenten, aangetekende zendingen, certificaatservices voor websiteverificatie, archivering en attestering van attributen, en voor het beheer van elektronische hulpmiddelen voor het maken-op-afstand van handtekeningen en zegels, en voor elektronische grootboeken
  • bepaalt de voorwaarden voor de uitgifte van Europese digitale portemonnees (“European Digital Identity Wallets”) door de lidstaten.

Historie

bewerken

In september 2020 werd een “beveiligde Europese e-identiteit” in het vooruitzicht gesteld. Commissievoorzitter von der Leyen omschreef het ontwerp als Een e-identiteit die wij kunnen vertrouwen en die elke burger overal in Europa kan gebruiken om van alles te doen – van belasting betalen tot een fiets huren. Een technologie waarbij we zelf kunnen controleren welke gegevens worden gebruikt en hoe ze worden gebruikt.[4] Het plan werd ingediend als ontwerpverordening[2] tot wijziging van EU-verordening 910/2014.[5]

Controverse

bewerken

Privacy-verdedigers maken vooral bezwaar tegen gecentraliseerde gegevensverzameling in handen van regeringen, of de Europese instellingen. Wanneer een Europese e-ID via de wallet-app een algemene login wordt ter vervanging van Google of Facebook, dan is dat volgens Duits Europarlementslid Patrick Breyer “als uit de frituurpan springen en recht in het vuur belanden”.[6][7] Zijn kritiek sluit wat dat betreft aan bij de opmerkingen van de American Civil Liberties Union naar aanleiding van het ‘vaccinpaspoort’ en de amendementen van het Europees Parlement ter zake.[8]

bewerken