Ter Verdediging

boek van Walter Block

Ter Verdediging (vertaling van Defending the Undefendable[1]) is een boek van de Amerikaanse professor en econoom Walter Block[2] waarin een lans wordt gebroken voor een reeks omstreden figuren en beroepen in onze samenleving, zoals prostituees, drugshandelaren, woekeraars, kapitalistische werkgevers, gierigaards, huisjesmelkers, corrupte agenten en straatvervuilers.

Ter Verdediging
Ter Verdediging
Oorspronkelijke titel Defending the Undefendable
Auteur(s) Walter Block
Vertaler D. van Enk
Land Nederland
Taal Nederlands
Onderwerp Libertarisme, economie
Genre Non-fictie
Uitgever De Kenniskwekerij
Uitgegeven 2007
Medium Paperback
Pagina's 204
ISBN 978-90-884-1004-8
Portaal  Portaalicoon   Literatuur

Defending the Undefendable bewerken

Defending the Undefendable bestaat uit 32 korte hoofdstukken. Daarnaast bevat het boek een voorwoord van Murray Rothbard, een commentaar van Friedrich Hayek en een introductie door Walter Block zelf, waarin hij vertelt waarom hij het boek heeft geschreven en het libertarisme kort uitlegt.

Blocks verdediging van omstreden figuren en beroepen rust op drie pijlers:

(1) Deze mensen zijn geen geweldplegers en geweld is ook niet inherent aan hun bezigheden. Om precies te zijn: de hoofdpersonen initiëren geen geweld jegens non-agressors. Daarmee is hun gedrag consistent met de binnen het libertarisme aangehangen non-agressie filosofie en zijn zij in de ogen van Block (en libertariërs in het algemeen), onschuldig.[3] Block geeft toe dat er weliswaar veel misstanden zijn in de sectoren die hij beschrijft, maar deze zijn daaraan niet inherent. Men kan zich voorstellen dat er geweldloze beoefenaars zijn van de betreffende beroepen en handelspraktijken.[4]

 
Walter Block, behorend tot de Oostenrijkse School in de economie.

(2) Zij bieden de samenleving voordeel. Zij dringen zich aan niemand op en leven van vrijwillige transacties van daarmee instemmende volwassen, die dankzij hen een optimale keuze kunnen maken. Elk figuur uit het boek biedt zijn eigen type voordeel, in de ogen van de afnemers van hun diensten.

(3) We doen onszelf tekort door deze mensen wettelijk te belemmeren en te vervolgen. Dit volgt uit punt twee. Het belemmeren van deze mensen is schadelijk, want dit onthoudt beide partijen een wederzijds voordelige keuzemogelijkheid. Blocks hoofdpersonen zijn geweldloos en zouden daarom niet vervolgd, belemmerd en belasterd moeten worden. Dat gebeurt toch en Block keert zich tegen dit onrecht. Ook heeft vervolging veel neveneffecten, waaronder prijsopdrijving van de producten en diensten in kwestie, de criminaliteit als gevolg daarvan (zoals bij veel drugsverslaafden), het ontstaan van georganiseerde misdaad, torenhoge politie- en justitiekosten en het verplaatsen van activiteiten naar de zelfkant van de samenleving, waar het gebruik van geweld vaker voorkomt, vooral in sectoren als drugs, prostitutie en woekerleningen, die daaraan hun slechte naam danken.

 
Recente foto van Walter Block

Walter Block verdedigt zijn hoofdpersonen dus op grond van het non-agressieprincipe, dat stelt dat het ongeoorloofd is om agressie te plegen tegen non-agressors. Dit is de basis van het libertarisme, dat Block aanhangt. Hij zegt in zijn introductie expliciet dat het libertarisme de drijfveer voor zijn boek is[5] en Defending the Undefendable is dan ook bij uitstek een libertarisch boek.

 
Murray Rothbard

Defending the Undefendable illustreert verder de werking van economie op micro-schaal. Murray Rothbard merkt in het voorwoord op dat de wetmatigheden van Adam Smith zelfs in de extreme gevallen als in Defending the Undefendable herkenbaar zijn en prijst zo de educatieve waarde van het boek, en het choquerende ervan.[6] Friedrich Hayek waardeert in zijn commentaar het doorprikken van vooroordelen en economische misvattingen. Block betoogt ook dat de vrije markt het beste met zijn omstreden hoofdpersonen kan omgaan, zowel omdat overheidsingrijpen onrechtvaardig wordt geacht en averechts uitpakt, alsook doordat op de vrije markt deze mensen de minste schade kunnen aanrichten omdat er in hun behoeften of diensten kan worden voorzien. Walter Block noemt de hoofdpersonen uit zijn boek helden, omdat zij respect en aanzien uit de samenleving mislopen (die andere beroepsbeoefenaren wel krijgen), hun economische verdiensten worden miskend, zij de toorn van vrijwel iedereen over zich heen krijgen en last hebben van allerhande restricties en verboden vanuit het gezag. Toch blijven zij hun waardevolle (er is immers vraag naar) diensten leveren. Maar Block verklaart zijn figuren niet heilig; hij noemt ze niet moreel beter dan anderen, maar verdedigt ze louter op basis van hun geweldloosheid en verleent ze de genoemde heldenstatus omdat ze tegen alle protesten en belemmeringen in blijven voortgaan.[7]

Block benadrukt in zijn introductie dat de markt geen moreel instituut is: er worden op de vrije markt producten en diensten aangeboden die mensen moreel maar ook immoreel kunnen vinden. Echter, immoraliteit alleen is voor Block geen basis voor de bestraffing van mensen.[8] Niet de moraliteit van de handelingen staat centraal, maar de strijd voor de legaliteit ervan. Dat wil zeggen, het absolute recht om deze handelingen te mogen plegen. Hoe wenselijk het is dat zij deze rechten ook werkelijk gebruiken, is een andere discussie. Block verdedigt zijn hoofdpersonen evenzeer op een legalistische manier; zijn boek is geen aanmoediging de geformuleerde "rechten" of vrijheden in alle gevallen daadwerkelijk te benutten. Impliciet kan men uit de argumenten van Block en Rothbard afleiden dat zij het verbieden van de door hen verdedigde handelingen (dus het onthouden van rechten of vrijheid in deze), verwerpelijker vinden dan het gebruik van vrijheden, wanneer die eenmaal zijn erkend.

Historie bewerken

Enkele hoofdstukken uit het latere Defending the Undefendable verschenen begin jaren zeventig al als artikel in het Amerikaanse blad The Libertarian Forum.[9] De betreffende hoofdstukken in Defending the Undefendable zijn enigszins gewijzigd ten opzichte van die eerdere publicatie. De hoofdstuktitels in Libertarian Forum eindigden bijna alle op as hero. Deze toevoeging is in zowel het originele boek als de vertaling niet meegenomen, maar Block beargumenteert wel de heldhaftigheid van zijn hoofdpersonen.

Het plan om een boek als Defending the Undefendable te publiceren, duikt voor het eerst op in de editie van maart 1973.[10] Blocks artikel Heroes And Scapegoats komt grotendeels overeen met zijn latere introductie in het boek zelf.

Opinie bewerken

Defending the Undefendable riep en roept nog steeds reacties op, van absolute steun tot afgrijzen, ook binnen libertarische kringen.[11] Ook in het Libertarian Forum ontstond discussie over Blocks artikelen.

Bronnen in het boek bewerken

In veel hoofdstukken van Defending the Undefendable staan verwijzingen naar onder meer literatuur, libertarische boeken en cultuurverschijnselen. Hieronder een overzicht van een aantal daarvan.

  • Defending the Undefendable wordt door de auteur ook wel Libertarianism in One Lesson genoemd, gemodelleerd naar Economics in One Lesson van Henry Hazlitt.[12] De opbouw van de hoofdstukken is identiek aan die in Hazlitts boek: Block schetst een (soms stereotiep) beeld van hoe mensen aankijken tegen een persoon of beroep, waarna de auteur betoogt wat er fout aan dat beeld is en wat zijns inziens een correct oordeel is.[13]
  • In The Male Chauvinist Pig gebruikt Block het geval van de bar McSorley’s in New York, waar vrouwen tot 1970 niet werden binnengelaten (althans niet bediend), zonder dat daarmee vrouwenrechten werden geschonden.[14] Die rechten houden immers niet redelijkerwijs toegang tot andermans eigendom in. De verplichte toelating echter tot dat eigendom, op grond van antidiscriminatie wetgeving, vormt daarom juist wel dwang en schendt het non-agressieprincipe.
 
McSorley’s in New York
  • In The Denier of Academic Freedom noemt Block The Higher Circles van G. William Domhoff[15] als bron voor de onderbouwing van het idee dat de elites die het onderwijs besturen, met academische vrijheid nog enigszins op afstand gehouden kunnen worden.
  • In het hoofdstuk The Advertiser verwijst Block naar The Triumph of Conservatism van Gabriel Kolko.[16] In dat boek stelt de auteur dat bedrijven zelf het initiatief namen tot het aandringen op wettelijke regulering, om zo controle op nieuwkomers op de markt uit te oefenen.
  • Ook in The Advertiser wordt professor Benjamin Klein genoemd, die stelde dat het kopen van luxe artikelen als kleding en auto’s door gediscrimineerde groepen als vrouwen en kleurlingen, een vorm van reclame was die bijdroeg aan het bereiken van maatschappelijke acceptatie en het overwinnen van discriminatie.[17]
  • Eveneens in The Advertiser noemt Block het boek Capitalism and Freedom van Milton Friedman, hoofdstuk Occupational Licensure, over falende overheidscontrole in de medische wereld.[18] Hieruit volgt volgens Block dat van overheidscontrole op reclame ("reclamekeuring") ook geen heil hoeft te worden verwacht.
  • Het hoofdstuk The Dishonest Cop is gebaseerd op de boekverfilming Serpico van Sidney Lumet (Block haalt diens film The Pawnbroker ook in kritische zin aan in het hoofdstuk The Moneylender). Hoofdrolspeler daarin is de New Yorkse politieagent Frank Serpico, die teleurgesteld en gefrustreerd is geraakt over de corruptie in het politiekorps aldaar, onder meer bestaande uit de weigering van agenten om bepaalde misdaden te vervolgen. Bij zijn intrede in het korps had Serpico juist de ambitie een echte crimefighter te worden, voor wie de wet heilig was, ook al bestrafte de wet bepaalde, geweldloze en slachtofferloze handelingen tussen wederzijds instemmende volwassenen, zoals gokken, drugsgebruik en prostitutie. Walter Block redeneert echter precies het tegenovergestelde als Serpico: corruptie is niet slecht, maar acceptabel en zelfs toe te juichen als daarmee de vervolging van slachtofferloze misdaden kan worden omzeild. Dat agenten geld van een gokbaas aannamen in ruil voor afzien van vervolging, was beter dan dat geld te weigeren en geweldloze mensen, de gokkers en gokbazen dus, toch te vervolgen en te bestraffen. Het begrip slachtofferloze misdaden[19] is een belangrijk thema binnen het libertarisme. Feitelijk vallen de handelingen van alle hoofdpersonen uit Defending the Undefendable onder deze noemer; een van de pijlers van Blocks verdediging.
 
Sidney Lumet, bekritiseerd in Blocks boek.
  • Block noemt in The Miser Charles Dickens’ boek A Christmas Carol, in het bijzonder het personage Ebenezer Scrooge, als een in de literatuur neergezet schrikbeeld van de vrek annex gierigaard. Walter Block rehabiliteert de gierigaard in het algemeen, maar ook Scrooge zelf is (uiteraard) Defendable.[20] Ook noemt Block Murray Rothbards boek America’s Great Depression, ter ondersteuning van zijn standpunt dat de oorzaak van economische depressies niet ligt bij gierigaards die geld uit de circulatie halen en zo de vraag (maar ook de prijzen) laten dalen, maar elders. Gierigaards veroorzaken deflatie, een door libertariërs veelgeroemd fenomeen, waar al veel literatuur over bestaat. De samenleving past zich vanzelf via lagere lonen en prijzen aan een kleinere geldhoeveelheid aan.
 
Ebenezer Scrooge, volgens Walter Block ook een held.[21][22]
  • In The Inherator schetst Block een doemscenario van consequent doorgevoerd egalitarisme en verwijst naar het verhaal Harrison Bergeron uit de bundel Welcome to the monkey house van Kurt Vonnegut.[23]
  • In The Non-Contributor to Charity verwijst Block (evenals in The denier of academic freedom) naar The higher circles van G. William Domhoff. De strekking in de context van dit hoofdstuk is dat allerhande charitatieve zaken als werknemerscompensatie, werkloosheidsverzekeringen en welzijnsvoorzieningen, niet door belangenbehartigers van de armen, maar van de rijken zijn begonnen. Zo werden potentiële leiders van armen min of meer gepaaid door de elite, die daarmee de machtsverhoudingen in stand houdt.
  • Ook in The Non-Contributor to Charity noemt Block Regulating the poor: The functions of public welfare van Frances Fox Piven en Richard Cloward.[24] Volgens Block noemen de auteurs ervan sociale voorzieningen een vorm van "brood en spelen".
  • In The Speculator gebruikt Block de fameuze doctrine van de onzichtbare hand van Adam Smith.[25] Het eigenbelang van de speculant leidt, als men zowel zijn prijsverhogende als -verlagende activiteiten meerekent, tot stabilisering van de voedselprijzen. Hij dient daarmee het belang van iedereen.
  • In The Importer gebruikt Block de Buy American campagne van de ILGWU (International Ladies' Garment Workers' Union), een vroegere Amerikaanse vakbond,[26] ter illustratie van het onbegrip over de economische werking en voordelen van import en export.
  • In The Wastemakers meldt Block het gelijknamige boek van Vance Packard,[27] waar hij mee afrekent. Op de vrije markt houden slechte fabrikanten het niet lang vol, zeker niet in kartelverband, betoogt Block.

Externe link bewerken