Geleen
Geleen (Limburgs: Gelaen) is een stad en voormalige gemeente in de Nederlandse provincie Limburg, en vormt thans een deel van de dubbelstad Sittard-Geleen. Zij dankt haar naam (oorspronkelijk Op-geleen) aan haar ligging aan de Geleen of Geleenbeek, die de oostgrens van de stad vormt.
Op 1 januari 2001 is Geleen samengevoegd met de gemeenten Sittard en Born tot de gemeente Sittard-Geleen. Tot die tijd bestond Geleen uit de dorpskernen Oud-Geleen, Lutterade, Krawinkel, Spaans-Neerbeek en Daniken en besloeg het een grondgebied van 1220 ha.
Geschiedenis van Geleen
Geleen, vanaf het midden van de twaalfde eeuw al vermeld als Glene, was aanvankelijk alleen een kerkdorp. Zijn geschiedenis raakte verbonden met kasteel Jansgeleen, dat ook de zetel was van de heerlijkheid Geleen en Spaubeek (vanaf 1557), die later zelfs verheven werd tot Graafschap (1654].1 Deze heerlijkheid behoorde tijdens de tachtigjarige oorlog tot de Spaanse Landen van Overmaas. Van 1713 tot 1794 viel Geleen bestuurlijk onder Oostenrijk, dat de Zuidelijke Nederlanden beheerste, en vervolgens tot 1815 onder Frankrijk. Na het Ancien Régime en de Franse tijd bleef Geleen meer dan een eeuw lang een onbetekenend boerendorpje, of eigenlijk drie, inclusief de gehuchten Lutterade en Krawinkel.
[1] Zie verder het lemma over Kasteel Jansgeleen.
Werk en bevolking
Snelle ontwikkeling
Geleen kwam zeer snel en spectaculair tot ontwikkeling als industriegemeente na de bouw van de kolenmijn Staatsmijn Maurits, waarmee in 1915 in het gehucht Lutterade werd begonnen en die weldra de modernste van Europa zou worden. Het aantal inwoners steeg explosief. In zestig jaar tijd nam de bevolking toe tot het tienvoudige. In 1920 waren het er nog slechts 4.000, tien jaar later al 12.000, in 1955: 25.000, in 1980: het hoogste aantal, 40.000, om nadien door vergrijzing weer te dalen tot 33.000 in 2005.
Groei en bloei
Geleen, en aanvankelijk vooral Lutterade, werd het bloeiende centrum van de zogeheten Westelijke Mijnstreek, thans nog een streekgewest. Als jonge, dynamische industriestad en economische motor van de regio met veel import van hoger kaderpersoneel stak Geleen weldra het naburige Sittard, vanouds een levendige, historische stad en marktcentrum, maar met veel minder groeipotentieel, naar de kroon. De verhoudingen tussen beide zo geheel andere zusterstadjes werden lange tijd gekenmerkt door een grote onderlinge rivaliteit en naijver. Dat de beide plaatsen in 2001 tesamen met Born zouden fuseren tot een nieuwe, grote industriegemeente (Sittard-Geleen), zou een halve eeuw geleden volstrekt ondenkbaar zijn geweest. Thans vormen zij een flinke en krachtige gemeente, die zelfs Heerlen als tweede stad van de provincie is gepasseerd.
Infrastructuur
De Staatsmijn Maurits, in exploitatie genomen in 1924, was na een stormachtige expansie een halve eeuw later ook de eerste van de Nederlandse steenkoolmijnen die gesloten werd (1967). Een chemische reus kwam er als dochterindustrie voor in de plaats. Zoals tevoren Geleen en Maurits bijna synoniemen waren, zo waren dat sindsdien ook weer Geleen en DSM, althans tot aan de ontwikkeling van het huidige Sittard-Geleense industriecomplex Chemelot. Geleen was en bleef het centrum van de zware industrie in Limburg. De grote binnenhaven aan het Julianakanaal bij Born completeert het beeld van deze economische mainport, evenals de nabije luchthaven Maastricht Aachen Airport bij Beek. Geleen kent twee treinstations, te weten Geleen-Lutterade (aan de spoorverbinding Sittard - Maastricht) en Geleen Oost (aan de spoorverbinding Sittard - Heerlen).
Geleen op andere fronten
Cultuur
Geleen heeft nooit erg naam gemaakt als cultuurstad. Dagboek van een herdershond, de bekende televisieserie uit de de jaren '70, speelde zich af in het Geleen ten tijde van de opkomst van de mijnindustrie in Limburg. Pinkpop, het oudste popfestival van Europa (32e editie in 2006), werd in 1970 voor de eerste keer georganiseerd in het Sportpark van Geleen.
Sport
Zoals veel industriesteden is Geleen wel een echte sportstad. De stad werd in 1954 ook de bakermat van het betaald voetbal in Nederland, door de oprichting van het roemruchte Fortuna '54, op initiatief van de zeer vermogende zakenman Egidius Joosten. Zeer bekende Nederlandse profvoetballers, voorheen door de KNVB in de ban gedaan, tekenden hier, onder wie midvoor Bram Appel, stopperspil Cor van der Hart en keeper Frans de Munck. De club verwierf in korte tijd een internationale reputatie als Ajax en PSV in onze dagen. Zij wist in de periode 1960-1963 zelfs nog de grote Faas Wilkes in te lijven. De club werd graag door grote buitenlandse clubs uitgenodigd om spectaculaire demonstratiewedstrijden te spelen. Fortuna '54 zette Nederland als voetballand weer op de kaart, na de jarenlange neergang onder de verouderde amateurbond.
Later, na de fusie van de 'wilde' profbond met de KNVB, werd zij voorbijgestreefd en uiteindelijk fuseerde zij met het eveneens wat kwijnende Sittardia tot de nieuwe combinatie Fortuna Sittard, een in aanleg ambitieuze club, gehuisvest in een fraai, nieuw stadion, symbolisch gelegen op het raakpunt van beide gemeentelijke deelkernen. Deze fusie preludeerde eigenlijk al op de latere gemeentelijke herindeling. Voormalige vijanden werden vrienden. Hopelijk zal de bestuurlijke fusie meer succesvol blijken, want op sportief vlak wil het nog niet helemaal vlotten en vormt de vergelijking met de gloriedagen van het grote Fortuna '54 nog een pijnlijk contrast.
Bekende sportverenigingen zijn ook handbalvereniging V&L Geleen en de Geleense ijshockeyclub Smoke Eaters, thans Ruijters Eaters geheten. Geleen bezit ook een wielerbaan.
Evenementen
Verder is in Geleen jaarlijks de World Town Fair te vinden, de op één na grootste kermis van Nederland. De naam Wereldstad neemt Geleen ook aan in carnavalstijd.
Bezienswaardigheden
- Complex van het vroegere Kasteel Jansgeleen of Huis Spaubeek, met ruïne van het slot, gerestaureerde en bewoonde voorhof (kasteelhoeve met voormalige pachterswoning) en watermolen (Sint-)Jansmolen, even ten zuidoosten van Geleen, op grondgebied van de gemeente Beek.
- Sint-Janskluis
- Monument in de Geenstraat (bij NS-station Geleen-Lutterade) ter herinnering aan de martelares zuster Aloysia, de joods-katholieke Louise Löwenfels. Zie ook [1]. Het monument staat op de plaats waar indertijd het klooster van de zusters stond. De zusters Arme Dienstmaagden van Jezus Christus hebben nog steeds een communiteit in Geleen, zie [2].
Literatuur
- M.J.H.A. Schrijnemakers, m.m.v. J.J.G. Ramaekers 1998: Geschiedenis van Geleen. Deel I: Van het begin van de Prehistorie tot het einde van de Franse Periode (1814).
- M.J.H.A. Schrijnemakers 2005: Geschiedenis van Geleen. Deel II: Van het vertrek der Fransen tot de aanleg van de Staatsmijn Maurits (ca. 1920). Geleen: Stg. Cultureel-Historische Uitgaven.