Nationale Dodenherdenking

Nederlandse jaarlijkse herdenking van oorlogsslachtoffers op 4 mei
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Jcb (overleg | bijdragen) op 20 jun 2010 om 15:10. (Incidenten)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Deze pagina is beveiligd tegen bewerkingen van anoniemen en nieuwe gebruikers

In Nederland vindt jaarlijks op 4 mei de Nationale Dodenherdenking plaats. Men herdenkt tijdens de Nationale Herdenking allen – burgers en militairen – die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog (men gaat hierbij uit van 10 mei 1940), in oorlogssituaties en bij vredesoperaties.

Nationaal Monument op de Dam in Amsterdam.

Een dag later, op 5 mei wordt de bevrijding van de Duitse bezetting (1940-1945) gevierd.

Tot 1961 had de herdenking slechts betrekking op de Nederlandse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Vanaf 1961 worden op 4 mei ook de gevallenen tijdens andere militaire conflicten (zoals de politionele acties in Nederlands-Indië) en vredesoperaties (zoals in Libanon, Bosnië of Afghanistan) herdacht.

Herdenking op de Dam in Amsterdam

De eerste dodenherdenking werd gehouden op 9 mei 1945 op de Dam in Amsterdam. Het gemeentebestuur had daar de dag ervoor over beslist. Er werd een minuut stilte gehouden om de gevallenen te herdenken.

De nationale herdenking op de Dam in Amsterdam vindt plaats volgens een vast patroon. In de aan de Dam gelegen Nieuwe Kerk vindt een plechtigheid plaats waar, naast leden van de koninklijke familie en regeringsvertegenwoordigers, oorlogsgetroffenen en nabestaanden aanwezig zijn. Deze plechtigheid begint om 18:55, duurt een half uur en wordt rechtstreeks uitgezonden op een van de publieke netten. Tijdens de plechtigheid wordt ook de 4 mei-lezing uitgesproken. Om 19:50 verlaat de Koningin de Nieuwe Kerk en loopt, tezamen met de kroonprins en diens echtgenote en enkele politieke en militaire hoogwaardigheidsbekleders, door een erecouloir van veteranen naar het monument op de Dam. Voor het monument stopt de groep.

Een lid van het Nationaal Comité 4 en 5 mei spreekt de volgende tekst uit: "Tijdens de Nationale Herdenking herdenken wij allen - burgers en militairen - die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, in oorlogssituaties en bij vredesoperaties. Alle herinneringen daaraan komen samen tijdens de Nationale Herdenking. Om acht uur is het overal in Nederland twee minuten stil. Twee minuten, waarin we ons realiseren dat we hier in vrijheid twee minuten stil kunnen en mogen zijn. Ter nagedachtenis aan allen die zijn omgekomen, leggen Hare Majesteit de Koningin en Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Oranje de eerste krans bij het Nationaal Monument."

Hierna leggen de Koningin en de kroonprins een krans bij het monument namens alle burgers van Nederland. Vervolgens wordt het signaal 'Taptoe' gespeeld, dat om acht uur eindigt; de klok van de Nieuwe Kerk slaat en er worden twee minuten stilte gehouden ter nagedachtenis aan degenen die in en vanwege een oorlog zijn omgekomen. Na de twee minuten stilte wordt een couplet van het Wilhelmus gespeeld, waarbij van de aanwezigen wordt verwacht dat ze meezingen. Hierop wordt een korte toespraak gehouden over de betekenis van 4 mei. Kransen worden vervolgens gelegd door vertegenwoordigers van de regering, waaronder de minister-president, van het parlement, de krijgsmacht, verzetsbeweging en allerlei organisaties en groeperingen in de maatschappij; ook wordt een zelfgeschreven gedicht uitgesproken door een scholier. Hierna worden bloemen neergelegd bij het monument door lokale schoolkinderen. Ten slotte begint het defilé, waarbij eenieder langs het monument kan lopen en bloemen kan neerleggen.

De plechtigheid op de Dam, van het verlaten van de Nieuwe Kerk door de Koningin tot het begin van het defilé, wordt op alle publieke zenders uitgezonden, alsmede op de SBS-zenders. De RTL-zenders zenden de herdenking op de Waalsdorpervlakte uit.

Incidenten

Tijdens de herdenking op de Dam van 4 mei 2000 waren er verscherpte veiligheidsmaatregelen, met name waren scherpschutters van de politie op de daken van de gebouwen rond de Dam te zien. Op 4 mei 2000 bevestigde Joop van Riessen, oud-hoofdcommissaris van de Amsterdamse politie, in het televisieprogramma NOVA dat er die dag een melding was binnengekomen dat een Molukse groepering tijdens de herdenking een actie zou hebben gepland.

Op 4 mei 2009 waren er vergelijkbare verscherpte veiligheidsmaatregelen in verband met de eerdere aanslag tijdens Koninginnedag 2009.

In 2010 werd de dodenherdenking op de Dam verstoord toen tijdens de twee minuten stilte een man plotseling begon te schreeuwen. Een omstander overmeesterde de man samen met agenten in burger en de politie voerde de man af.[1][2][3][4] Er ontstond paniek; dranghekken werden door de mensenmassa's omgeduwd, en het lawaai daarvan veroorzaakte nog meer paniek.[5] De koningin en haar gevolg werden snel in veiligheid gebracht. Nadat de situatie onder controle was, werd de ceremonie volgens programma hervat. In het tumult vielen in totaal 63 gewonden. De verwondingen varieerden van kneuzingen en schrammen tot botbreuken.
De man die schreeuwde werd aangehouden. Het was een 39-jarige man met het uiterlijk van een orthodoxe jood. Hij was al een bekende van de politie. Hij werd verdacht van het verstoren van de openbare orde, maar later ook van het veroorzaken van zwaar lichamelijk letsel. Een andere man, die van de schrik een koffertje had laten vallen, werd ook aangehouden. Het is mogelijk dat de paniek door het vallende koffertje vergroot was. Deze man bleek echter niets kwaads van plan te zijn geweest en de inhoud van zijn koffertje was ongevaarlijk, waarna de eigenaar werd vrijgelaten.[6][7]

Andere herdenkingen

 
Herdenking op de Waalsdorpervlakte (2009)

Ook op andere plaatsen in Nederland worden soortgelijke plechtigheden gehouden en kransen en bloemen gelegd, zoals op de Waalsdorpervlakte in Scheveningen, het ereveld Grebbeberg in Rhenen en honderden andere plaatsen waar graven of monumenten aan de slachtoffers en de bezetting herinneren.

De twee minuten stilte gelden in het hele land, ook op plaatsen waar geen plechtigheid wordt gehouden. Treinen en bussen worden stilgezet en van iedereen wordt verwacht dat hij een moment van stilte in acht neemt. Het blijft echter verboden een auto op de snelweg stil te zetten. Automobilisten kiezen daarvoor een geschikte afrit of parkeerplaats. Verder spreekt het vanzelf dat hulpdiensten (ambulance, brandweer enz.) normaal actief blijven.

De Provinciale Herdenking in Brabant vindt jaarlijks plaats in de H. Willibrorduskerk te Waalre. Dit oudste kerkje van Waalre is het Provinciaal Gedenkteken voor Brabants Gesneuvelden. Niet alleen de gesneuvelden tijdens de Tweede Wereldoorlog worden hier herdacht, maar ook gesneuvelden uit voormalig Nederlands-Indië, Korea, voormalig Nederlands Nieuw-Guinea en zij die stierven onder de vlag van de Verenigde Naties.

Op 15 augustus wordt op verschillende plaatsen in het land bij Indische monumenten de capitulatie van Japan en de bevrijding van voormalig Nederlands-Indië herdacht.

Vlaggen

 
Martinitoren met vlaggen halfstok

Op 4 mei hoort de vlag van 6 uur 's avonds tot zonsondergang (in Amsterdam 21.10 uur) halfstok te hangen. Indien er bij de dodenherdenking een vlag halfstok hangt, wordt de vlag in top gehesen nadat het volkslied is gezongen. Volgens het nieuwste protocol uit 2001 mag de vlag na het volkslied ook halfstok gelaten worden.

Literatuur

  • Peters, B., 'Herdenken en vieren. Debatten in de Tweede Kamer over de betekenis van 4 en 5 mei', in: C. C. van Baalen (red.) e.a., Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2007. De moeizame worsteling met de nationale identiteit (Amsterdam 2007) p. 97-106. Beschouwing waarbij niet alleen wordt stilgestaan bij de betekenis van 4 en 5 mei, maar die zich ook laat lezen als een overzicht van de ontwikkeling van beide dagen.
  • Stilstaan bij de oorlog. De gemeente Amsterdam en de Tweede Wereldoorlog, 1945-1995. Auteurs: Martin Harlaar en Jan Pieter Koster. Uitgeverij THOTH, Bussum, 1995. ISBN 90-6868-122-2.