André van der Louw

Nederlands politicus (1933–2005)
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Caligula~nlwiki (overleg | bijdragen) op 8 sep 2008 om 20:00.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Arie Andries (André) van der Louw (Den Haag, 9 augustus 1933 - Scheveningen, 20 oktober 2005) was een Nederlandse politicus en bestuurder.

Van der Louw werd geboren te Den Haag als zoon van de melkboer Cornelis van der Louw en Sjouke Eker. Hij volgde de mulo en de Middelbare handelsavondschool in Den Haag, en was in zijn jeugd bestuurslid van de Arbeiders Jeugd Centrale (AJC), waarover hij later het boek Rood als je hart schreef. Op 16-jarige leeftijd werd hij lid van de PvdA.

Vernieuwer

Van der Louw begon zijn loopbaan bij het Haags Instituut voor Volksontwikkeling. Van 1957 tot 1971 werkte hij als perschef bij de VARA, en in 1965 werd hij redacteur bij het jongerenblad Hitweek, de voorganger van het blad Aloha. Omdat hij met zijn 32 jaar, ouder was dan de rest van de redacteuren, en mede door zijn pijp een vaderlijke uitstraling had, werd hij al snel de de facto voorzitter van de redactie.

In dezelfde tijd dat hij bij de VARA werkte was hij actief in de PvdA. Hij was samen met Tom Pauka, Jan Nagel en Han Lammers gangmaker van de vernieuwingsbeweging Nieuw Links, en co-auteur van het manifest 'Tien over rood'. Van der Louw hoopte de PvdA van binnenuit te kunnen vernieuwen. Toen hij op 15 maart 1969 met zes andere Nieuw Links-leden tijdens een tumultueus verlopen partijcongres werd gekozen tot lid van het partijbestuur (Van der Louw werd vicevoorzitter), ervoer hij dat als het succes van zijn strategie. Zijn vreugde hierover uitte hij in een dans door de congreszaal die sindsdien bekend staat als de berendans van Van der Louw. Van 1971 tot 1974 was Van der Louw partijvoorzitter van de PvdA.

Bestuurder

In 1974 werd hij burgemeester van Rotterdam. In die stad had de PvdA toentertijd een meerderheid, en Van der Louw profileerde zich door op 1 mei de rode vlag uit te steken en het gemeentepersoneel vrijaf te geven. In 1981 werd Van der Louw door PvdA-leider Joop den Uyl gevraagd als minister van CRM toe te treden tot het kabinet Van Agt-Den Uyl. Van der Louw deed in dat kabinet het voorstel om jongeren aan het werk te zetten in een banenplan voor jongeren, "gemeenschapstakenplan" genaamd. Woedende jonge actievoerders spitten vervolgens zijn voortuin om. Het kabinet Van Agt-Den Uyl werd al na acht maanden demissionair, en in 1982 nam Van der Louw korte tijd plaats in de Tweede Kamer.

Vanaf 1982 vervulde hij verschillende bestuursfuncties: Openbaar Lichaam Rijnmond (1983-1986), sectievoorzitter betaald voetbal KNVB (1986-1989), Omroepraad (1986-1988), Mediaraad (1988-1994), en de NOS (als voorzitter, 1994-1997).

Rode-Hoed-groep

Van der Louw heeft binnen de PvdA nog meermalen van zich doen spreken. In 1991 begon hij het Sociaal Democratisch Vernieuwingsplatform dat streefde naar vernieuwing van de partij. Deze vernieuwingsbeweging werd opgericht in De Rode Hoed en werd daarom ook wel de Rode Hoed-groep genoemd. Het weekblad Elsevier sprak van de Bende van Vier: Hans Kombrink, André van der Louw, Eduard Bomhoff en Maurice de Hond, die het gemunt zou hebben op het leiderschap van Wim Kok.

Van der Louw was sinds 1977 gescheiden. Uit zijn huwelijk had hij twee zoons. Na een ziekbed van een jaar overleed hij op 72-jarige leeftijd in zijn woonplaats Scheveningen aan kanker.

Bibliografie

  • Rood als je hart (1974)
  • De Rode Hoed en andere verhalen (1992)
  • Op de huid van de tijd (2001)
  • De razendsnelle opmars van Nieuw Links (2005)
Voorganger:
A. Vondeling
Voorzitter PvdA
1971-1974
Opvolger:
C. van den Heuvel-de Blank
Voorganger:
W. Thomassen
Burgemeester van Rotterdam
1974-1981
Opvolger:
A. Peper
Voorganger:
M.H.M.F Gardeniers-Berendsen
minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk
1981-1982
Opvolger:
H. de Boer