Apostrof (stijlfiguur): verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k typo |
|||
Regel 1:
Een '''apostrof''' (of ''aanspraak'') is een [[stijlfiguur]] waarbij het woord tot een of meer personen wordt gericht. Vaak tegen een overleden of niet aanwezige persoon, of zelfs een object.
Dit aanspreken van een tweede persoon, "jij" of "u", wordt in
In de [[lyriek]] kunnen apostrofs echter wel een belangrijke rol vervullen. Zo is de uitroep "O"... voor de dichter de belichaming van de aanwezigheid van een [[Lyriek|lyrisch]] subject. Het deelt niets mee, maar geeft uiting aan zijn verlangen om zich uit te spreken. Een beroemd voorbeeld van een apostrof, waarbij een dichter de muze ter inspiratie aanroept is de aanspreking van de goddelijke muze door [[Homerus]] in de [[Ilias]]:
Regel 20:
==Andere voorbeelden==
:Egidius, waer bestu bleven? Mi lanct na di, gheselle mijn
::- aanhef van het lied ''[[Egidius waer bestu bleven]]''
:O duistere nacht, O, wedervaren, met hier en daar een bui
::- [[Kees Ouwens]], 1977
:O Romeo, Romeo! wherefore art thou Romeo?
::-
:Death, be not proud, though some have called thee<br />Mighty and dreadful, for thou art not so
::- [[John Donne]] ''[[Death Be Not Proud|Holy Sonnet X]]''
==Zie ook==
|