Tiendaagse Veldtocht: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
AGL (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 197:
|St. Oedenrode
|}
Het oorspronkelijke doel van de veldtocht was een rechtstreekse aanval op Brussel. Van dit plan werd afgeweken naar aanleiding van een aantal inlichtingenrapporten die de Nederlandse kolonel [[James Albert Henry de la Sarraz|La Sarraz]] vanuit [[Aken (stad)|Aken]] verstuurde. La Sarraz beweerde, onterechtten onrechte, dat er bij de Belgische bevolking een grote ontevredenheid heerste over de revolutionaire regering. Het nieuwe doel van de veldtocht was om de Belgische bevolking in staat stellen om door middel van een [[orangisme (na 1830)|orangistische]] contrarevolutie de revolutionaire regering te verdrijven.
Het plan van voor de veldtocht zelf was het drijven van een wig tussen de Belgische legers bij de Maas en de Schelde. Vervolgens zou eerst het Maasleger opgerold worden om daarna het Scheldeleger te verslaan.
 
Regel 217:
De Reserve-Divisie, die voornamelijk bestond uit Amsterdamse, Bossche, Friese en Noord-Hollandse schutterijen, stond op 5 en 6 augustus gedurende gevechten bij Helchteren en Houthalen tegenover het Maasleger van generaal Daine. Deze liet zijn leger de Nederlandse voorhoede aanvallen, maar de schutterijen, die onder bevel stonden van generaal-majoor Knotzer, verzetten zich zo fel dat de aanval werd afgeslagen.
 
Dezelfde dag werd er door de 3e en Reserve-Divisie een tweede veldslag uitgevochten in de buurt van [[Lanaken]], waar het leger van Daine het regeringsleger de weg naar Maastricht wilde versperren. Daine beschikte over 7 bataljons, 6 eskadrons cavalerie en 3 batterijen geschut. De Nederlandse troepen beschikten over 14 bataljons, maar slechts 2 batterijen geschut en zij beschikten op dit deel van het front niet over cavalerie. Dat bracht de generaals ertoe om door bebost gebied de Belgische linkervleugel aan te vallen, omdat Dede Belgen in de bossen hun cavalerie niet konden inzetten. De infanteristen leden grote verliezen toen ze de opstandige stellingen aanvielen en op open terrein geconfronteerd werden met de Belgische cavalerie. In de Nederlandse militaire geschiedschrijving wordt de door de generaals Meijer en [[Cort Heyligers|Heyligers]] bevolen aanval wel het offer van Lanaken genoemd.{{Bron?||2019|02|19}}
 
Deze gevechten, waarin het voornamelijk de [[Schutterij (historisch)|Nederlandse schutterijen]] waren, die het Belgische Maasleger aanzienlijke schade toebrachten, waren bepalend voor het verdere verloop van de veldtocht. De enige andere Belgische divisie, het Scheldeleger, stond er nadien alleen voor. Een versje uit die tijd dat de hevige gevechten goed illustreert was: "De Friezen houden niet van politesse, zij slaan met kolven en steken met messen."
 
[[Bestand:Tiendaagse Veldtocht.svg|thumb|Legerbewegingen 2-12 augustus 1831]]
Op 7 augustus leden de Nederlanders een nipte en onverwachte nederlaag in de [[Slag bij Kermt]]. De volgende dag trokken ze in het offensief en versloegen ze vlotjes het [[Maasleger]] onder [[Nicolas Joseph Daine|Daine]] bijin de [[Slag om Hasselt|Hasselt]]. Daine, wiens loyauteit achteraf in vraag zou worden gesteld, organiseerdenorganiseerde een ordeloze aftocht naar Luik. Op 11 augustus werd ook de voorhoede van het [[Scheldeleger]] bij [[Boutersem]] verslagen. Toen de Belgen op 12 augustus ook de [[Slag bij Leuven (1831)|Slag bij Leuven]] dreigden te verliezen, leek het jonge koninkrijk verloren. Zonder toestemming van de beide Kamers zou het Franse leger niet te hulp mogen komen; artikel 121 van de Grondwet liet de aanwezigheid van vreemde troepen slechts toe krachtens de wet. Toch besloot de regering al op 8 augustus de grens voor de Fransen open te stellen. Een dag later zette maarschalk [[Étienne Maurice Gérard|Gérard]] zich met zijn ongeveer 70.000 soldaten sterk leger in beweging. De Fransen konden dit zonder problemen doen, omdat [[Pruisen]] zonder Russische dekking geen steun aan de Nederlanders wilde verlenen. De Russische tsaar kon immers geen hulp verlenen, vanwege de Poolse opstand. De Franse koning [[Lodewijk Filips I van Frankrijk|Lodewijk Filips]] zou hoogstwaarschijnlijk teruggeschrokken zijn voor het vooruitzicht van een algemene, Europese oorlog.
 
De prins van Oranje wilde echter voorkomen dat er gevechten zouden plaatsvinden met de Fransen en na interventie van de Engelse minister werd op 12 augustus al een wapenstilstand gesloten. De laatste Nederlandse regeringstroepen trokken zich op 20 augustus terug uit België maar behielden een voet in Antwerpen, Luxemburg en Maastricht.