Raymond Westerling: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 39:
Deze zogenaamde zuiveringsacties, die de geschiedenis in zoude gaan als de [[Politionele acties#Zuid-Celebes-affaire|‘Zuid-Celebes-affaire’]], duurden van 11 december 1946 tot 3 maart 1947. Westerling slaagde er met zijn aanpak in de guerrilla op Zuid-Celebes uit te schakelen en de rechtsorde te herstellen, waardoor ook het economische leven weer op gang kwam.
 
Volgens de Indonesiërs ging dat alles ten koste van grote aantallen slachtoffers. De Republikeinse propaganda stelde dat Westerlings optreden 35.000 à 40.000 levens had gekost. Dit cijfer noemde men ook in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. Nederlandse militaire rapporten onderschreven daarentegen de schattingen van Westerling. Deze verklaarde tijdens een onderzoek dat hij verantwoordelijk was voor zo'n 500 slachtoffers. Huidige schattingen, afkomstig van de Nederlandse historici Willem IJzereef en Jaap de Moor, stellen dat de KNIL-troepen en het DST tijdens de hele operatie verantwoordelijk waren voor ongeveer 1.500 doden. Het grootste aantal slachtoffers kwam voor rekening van de SPecialeSpeciale Troepen die zelfstandig opereerde in het noordwestelijk deel van Zuid-Celebes, onder leiding van onderluitenant Vermeulen. Het onderdeel onder leiding van Westerling zelf zou 388 slachtoffers hebben gemaakt..<ref name="IJzereef, Willem 1984">IJzereef, Willem (1984). ''De Zuid-Celebes Affaire: Kapitein Westerling en de standrechtelijke executies''. Dieren: De Bataafse Leeuw. {{ISBN|9789067070300}}</ref> De Indonesische guerillazijde zou verantwoordelijk zijn voor 1.210 gevallen van moord, 300 ontvoeringen en 408 vermissingen, samen 1.918 slachtoffers, terwijl nabij de 2.400 mensen werden omgebracht door het KNIL, door pro-Nederlandse strijdgroepen en door politietroepen uit de kampongs.<ref name="IJzereef, Willem 1984" /> In het rapport van de commissie-Enthoven (1948) wordt de 'rood-witte-terreur' daarnaast verantwoordelijk gehouden voor 2661 gevallen van ''rampok'' (beroving) en 555 gevallen van brandstichting.<ref name="BGeersing2019" /> De hoge cijfers die de Indonesiërs noemden, kwamen naar verluidt uit de koker van Kahar Muzakkar, de latere leider van een opstand op Zuid-Celebes tegen de nieuwe regering, die van 1950 tot 1965 heeft geduurd.
 
In de periode voorafgaand aan Westerling optreden was er sprake van 12001.200 Indonesische slachtoffers door rivaliserende bendes, criminaliteit en politieke terreur onder Republikeinse vlag. Dit rechtvaardigde volgens Westerlings medestrijders het harde optreden. Deze lezing wordt onderschreven door mr. B.J. Lambers, destijds de vertegenwoordiger van de procureur-generaal op Zuid-Celebes. Ook de historici Remy Limpach ("De brandende kampongs van generaal Spoor") en [[Gert Oostindie]] ("Soldaat in Indonesië") bevestigen dat de acties van Westerling, als ze al niet direct van hogerhand waren opgedragen, toch minstens oogluikend door de militaire en politieke autoriteiten in Batavia werden toegestaan. Bauke Geersing betoogt in zijn studie "Kapitein Raymond Westerling en de Zuid-Celebes-Affaire " uit 2019 dat het optreden van Westerling op Zuid-Celebes het gevolg was van een weloverwogen besluitbesluiten datdie de militaire en politieke top in Nederlands-Indië hadhadden genomen. Via de [[Commissie-Generaal voor Nederlands-Indië|Commissie-Generaal]], de vertegenwoordiging van de Nederlandse regering in Nederlands-Indië, was uiteindelijk het hele Kabinet daarvoor verantwoordelijk. Ook de top van de rechterlijke macht, in de persoon van procureur-generaal H.J. Felderhof, onderschreef dat er sprake van een noodzakelijke en in het noodrecht gegronde militaire actie. Geersing concludeert dan ook dat het optreden van Westerling paste in destijds geldende politieke en maatschappelijke moraal en de toenmalige juridische en militaire kaders.
 
== Vertrek ==
Regel 49:
 
== Staatsgreep tegen Soekarno ==
Raymond Westerling vestigde zich na zijn vertrek uit het leger in West-Java, trouwde en zette een transportbedrijf op in de omgeving van de [[Puncak|Puntjakpas]]. Zijn rol was echter allerminst uitgespeeld. In het geheim richtte hij een legermacht op onder de naam [[Legioen van Ratu Adil|APRA]] (''Angketan Perang Ratu Adil'': 'Legioen van de Rechtvaardige Vorst'). Volgens historicus J.A. de Moor had de APRA nauwelijks enige omvang en hoopte Westerling op hulp van soldaten van het KNIL en in het bijzonder van het Regiment Speciale Troepen (de opvolger van het [[KST|DST/KST]]), waarvan hij bevelhebber was geweest. Deze soldaten van de Speciale Troepen zouden Westerling toen nog steeds op handen hebben gedragen.<ref>Moor, J.A. de, Westerlings Oorlog, p. 410</ref> Er zijn sterke aanwijzingen dat ook hoge Indonesische functionarissen, en Nederlandse topmilitairen bij de coup waren betrokken.<ref>Onderzoek uitgevoerd door mr. T. Kempenaars en kol. b.d. Guido van Oppen.</ref> Zo staat vast dat [[:en:Syarif Hamid II of Pontianak|Sultan Syarif Hamid II]] van Pontianak, minister in het toenmalige kabinet van Soekarno, daarbij een actieve rol speelde. Sultan Hamid was voormalig kolonel van het KNIL, voormalig adjudant van de Koningin en bevriend met Prins Bernhard. Hij was voorstander van een federale staatsvorm, anders dan de eenheidsstaat die Soekarno nastreefde. Wegens zijn betrokkenheid bij de staatsgreep is hij later veroordeeld. Medestanders van Westerling noemen het dan ook een mythe dat deze zogenoemde 'Bandoeng-coup' alleen het werk zou zijn van de afgezwaaide commandant en zijn getrouwen. Westerling diende eerder als een vooruitgeschoven post.<ref>Venner, D. (1982) Westerling 'De eenling' p.p.343 e.v.</ref>
 
Kort na de soevereiniteitsoverdracht stuurde Westerling een ultimatum aan de Indonesische regering, waarbij hij waarborgen voor de handhaving van de autonomie van de deelstaat van Pasundan (West-Java) eiste en om erkenning van zijn strijdmacht vroeg. Toen toezeggingen uitbleven, ging hij tot actie over. In de nacht van 22 op 23 januari 1950 viel de APRA [[Bandung|Bandoeng]] aan. Ook enkele honderden gedeserteerde KNIL-militairen namen aan de aanval deel. Het doel van de staatsgreep was het Indonesische leger uit te schakelen, de regering van president [[Soekarno]] omver te werpen en te vervangen door een nieuwe regering die het bestaan van de deelstaten zou respecteren. Westerlings volgelingen wisten [[Bandoeng]] in te nemen, waarbij aan Indonesische zijde ongeveer honderd doden vielen. De staatsgreep ging echter als een nachtkaars uit, naar verluidt door een slechte planning en 'verraad'. Een aanval op het parlement in Djakarta werd afgelast. Raymond Westerling wist, geholpen door hoge Nederlandse officieren, met een watervliegtuig naar [[Singapore]] te ontsnappen. Volgens sommige berichten zou toenmalig minister-president Drees deze ontsnapping hebben ondersteund.<ref>Hans Goedkoop (2012) De laatste man, Een herinnering</ref> Dit om te voorkomen dat Westerling door de Indonesische autoriteiten gevangen zou worden genomen en tegenover hen open kaart zou spelen. De couppoging en daarmee samenhangende de onrust in de buitenprovincies was voor de regering Soekarno de aanleiding om de plannen voor een eenheidsstaat - ondanks de bepalingen in het vredesaccoordvredesakkoord - versneld door te drukken.
 
De gevangengenomen APRA-militairen, waaronder zo'n 125 van het [[KST|Regiment Speciale Troepen]], werden overgedragen aan de Nederlandse troepen die nog op Java waren achtergebleven. Een Nederlandse krijgsraad veroordeelde de hen tot gevangenisstraffen variërend van zes tot twaalf maanden. Luitenant Titaley, die als contactpersoon met Westerling was opgetreden, kreeg een straf van een jaar en acht maanden. Allen werden overgebracht naar Nederlands Nieuw-Guinea om daar hun straf uit te zitten. Na afloop van hun gevangenschap (1951-'52) gingen veel voormalige APRA-militairen vanuit Nieuw-Guinea direct naar Nederland.<ref>[http://www.gahetna.nl/collectie/index/nt00336/achtergrond/andere-groepen/voormalige-apra-militairen ''Nationaal Archief'']</ref>
Regel 57:
== Leven in Nederland ==
[[Bestand:Raymond Westerling (1952).jpg|thumb|Raymond Westerling (1952)]]
Na langdurige omzwervingen, waarbij voortdurend uitlevering aan Indonesië dreigde, kwam Westerling uiteindelijk in Nederland aan en publiceerde hij zijn memoires. In 1953 richtte hij vanuit zijn woonplaats [[Marssum]] de Stichting S.O.S. (Steunt Ontredderde Staten) op, die opriep tot buitenparlementaire acties om naleving van dehet R.T.C.RTC-akkoordenvredesakkoord (Ronde Tafel Conferentie) te forceren.<ref>''Provinciale Drentsche en Asser courant'', [https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB23:001567124:mpeg21:a00009 30 mei 1953].</ref> In 1955 was hij medeoprichter van de [[Nederlandse Oppositie Unie|Nederlandse Conservatieve Partij]] op, een voortzetting van de verboden nazipartij [[Nationaal Europese Sociale Beweging]]. De nieuwe groepering – een vergaarbak van extreemrechtse politici, avonturiers en handige zakenlui – kwam in het nieuws door plannen voor gewapende acties tegen Indonesië.<ref>''[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010952311:mpeg21:a0010 Het Vrije Volk]'', 8 juni 1955.</ref>
 
Met financiële steun van ex-NSB-er mr. [[Jan Wolthuis]] en de Groningse zakenman en voormalig [[Sicherheitspolizei und SD|SD-er]] Pieter J. Gaillard werd in het gepantserde jacht 'Evipan' aangekocht, dat naar Ambon moest varen. Het schip bleek niet zeewaardig, waarna men in Wilhelmshaven de snelboot 'Seeadler' aanschafte, die echter door de Nederlandse overheid aan de ketting werd gelegd. Men probeerde het nog met de 'Evipan', maar die werd op de Eems in beslag genomen; Westerling moest zijn paspoort inleveren.<ref>''Leeuwarder Courant'', [https://www.dekrantvantoen.nl/vw/article.do?code=LC&date=19880111&v2=true&id=LC-19880111-5002 11 januari 1988].</ref> De regering weigerde iedere steun aan de beweging, waarna op een protestbijeenkomst in november 1955 openlijk gedreigd werd met een staatsgreep als men niet mee wilde werken. "Wij hebben voldoende gevulde wapendepots", stelde een woordvoerder van de voormalige ondergrondse. Westerling werd daarbij geschetst als de ideale leider voor de beoogde gewapende strijd op de Molukken.<ref>''De Telegraaf'', [https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110586053:mpeg21:a0100 28 november 1955]. Het Binnenhof, [https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB19:002053023:mpeg21:a00016 28 november 1955].</ref> Westerling, naar verluidt alsnog op weg naar Ambon, distantieerde zich vervolgens van de nieuwe partij, waarna zijn kompanen hem op verdenking van verduistering voor een 'ereraad' daagden.<ref>''Algemeen Handelsblad'', [https://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000042559:mpeg21:a0031 3 maart 1956].</ref> Hij ontkende echter alle beschuldigingen en het publieke tribunaal werd om onduidelijke redenen afgelast.