Bliksemafleider: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→Bliksembeveiligingsklasse-indeling: minus onzinnige tabel |
|||
Regel 20:
Noemenswaardig is de secundaire bliksemschade. De grote stroom van de blikseminslag kan in afzonderlijke in het huis aanwezige draadlussen voldoende stroom en spanning opwekken om alsnog schade te veroorzaken.
Bij [[hoogspanningsmast]]en worden de
==Bliksembeveiligingsklasse-indeling==
In Nederland wordt een klasse-indeling gehanteerd op basis van de NEN-EN-IEC62305, waarbij door middel van de nummering een aflopend hogere beschermingsklasse aangegeven wordt. De eigenschappen van een LPS worden bepaald door de eigenschappen van het te beveiligen object en door het bliksembeveiligingsniveau (LPL) waarvan is uitgegaan. Er zijn vier bliksembeveiligingsklassen (I t/m IV) gedefinieerd in overeenstemming met de bliksembeveiligingsniveaus.
LPL I is in Nederland dus de hoogste beveiligingsgraad. LET OP! De klasse-indeling volgens de oude norm (NEN 1014) is een geheel andere.
Regel 32 ⟶ 30:
Bliksembeveiliging van klasse LPL I is de geavanceerde vorm van bliksembeveiliging.
Daken zijn als volgt beveiligd:
* normale dakconstructie:
* afgaande leidingen om de 10 m;
* hellende daken: opvanginrichtingen gebaseerd op een beschermingshoek van maximaal 20°.
Regel 38 ⟶ 36:
;Klasse LPL II
Bliksembeveiliging van klasse LPL II is de traditionele vorm van bliksembeveiliging. Daken zijn als volgt beveiligd:
▲* normale dakconstructie: daknet met mazen van max 10 × 10 m;
* hellende daken: opvanginrichting gebaseerd op een beschermingshoek van maximaal 30°.
* Afgaande leidingen om de 10 m.
Regel 48 ⟶ 45:
Bliksembeveiliging van klasse LPL III is de verbeterde traditionele vorm van bliksembeveiliging.
Daken zijn als volgt beveiligd:
* normale dakconstructie:
* hellende daken: opvanginrichting gebaseerd op een beschermingshoek van maximaal 45°
* Afgaande leidingen om de 15 m.
|