Kustinbraakmodel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
toegankelijker bron
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
Het '''kustinbraakmodel''' is een theorie over de [[lithostratigrafie]] van het [[Noordzee]]kustgebied.
 
Deze theorie werd voor het eerst gepresenteerd door prof. [[Guus Borger|G.J. Borger]] in 1984.<ref>{{aut|Hans Renes|Renes, J.}} (2012): [http://www.academia.edu/2570518/Veenweiden_om_de_toekomst_van_een_historisch_landschap Hans Renes (2012), ''Veenweiden; om de toekomst van een historisch landschap'',] in ''Tijdschrift Historische Geografie]'', Volume 30, Issue 1, p. 47-65</ref> Het is de opvolger van de theorie van transgressies en regressies. Als gevolg er van is de term '[[Duinkerke-transgressies]]' vervangen door 'kustinbraakmodel'. Het gaat daarbij met name om de ouderdom van de transgressiefasen die op verschillende plaatsen niet gelijk voorkwamen. Men stapt niet af van de idee van [[overstroming]]en op zich, maar meer van de gedachte dat die zich overal gelijktijdig zouden hebben voorgedaan. Ook deze theorie lost echter niet alle voorkomende problemen op. Bovendien zijn de nieuwe dateringen tot stand gekomen door middel van de [[C14-datering|C14-methode]] die door sommigen minder betrouwbaar wordt geacht bij gebruik in zoute omstandigheden.
 
Het kustinbraakmodel begint met de grotendeels gesloten kustlijn zoals die in de vroege middeleeuwen in grote delen van het kustgebied van de [[Lage Landen]] bestond. Achter de kustduinen lagen [[Veen (grondsoort)|veengebieden]] of, achter de onderbroken duinenrij van de [[Waddeneilanden]], een [[Waddenzee|waddengebied]]. In dat waddengebied zette de zee [[kwelderwal]]len af, die een secundaire kustlijn gingen vormen. Ook achter deze kustlijn lagen veengebieden. Zodra de zee in een natuurlijke situatie door die duinen of kwelderwal heenbrak, werd een reeks van ontwikkelingen in gang gezet. Zeker als het gat lang bleef bestaan, konden aangrenzende [[Hoogveen|hoogvenen]] ontwateren en inklinken, waardoor het overstroomde oppervlak toenam. In de rustiger delen van een doorbraakgat begon de zee al snel [[klei]] af te zetten, waardoor het wateroppervlak afnam en steeds minder water door het gat stroomde. Na verloop van tijd slibde het gat dicht, waarna bij een volgende grote [[stormvloed]] elders een nieuw zeegat kon ontstaan.