Aardolieraffinage: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 12:
Terwijl in Amerika weinig aandacht aan het energetisch rendement en aan de opbrengst werd besteed, omdat er aardolie in relatief grote hoeveelheden werd gewonnen, begon men in Europa aandacht aan dit probleem te schenken. Daar was brandstof schaars en duur.
 
In 1871 werd in [[Galicië (Spanje)|Galicië]] voor het eerst een systeem toegepast waarbij twee vaten bovenop elkaar werden gebruikt: In het onderste vat werd het residu opnieuw gedestilleerd, waarbij de zwaarste fracties ([[bitumen]]) werden afgescheiden en verwijderd. Hierbij werd, door Perutz, tevens een stap gezet in de richting van een [[continu proces]]. Slechts éénseens in de vier dagen moest het proces worden stopgezet om de bitumen uit het onderste vat te verwijderen.
In 1875 werd, door Fuhst, een systeem gebouwd dat bestond uit een aantal in serie geschakelde vaten, waartussen zich een systeem van overlooppijpen bevond. Het residu van het ene vat liep aldus in het volgende vat. Ook de koellichamen waren in serie geschakeld, teneinde het koelwater zo efficiënt mogelijk te gebruiken. De fracties hebben immers, naarmate ze zwaarder zijn, een hogere uitstroomtemperatuur aangezien hun [[kookpunt]] hoger ligt. De bedoeling van dit alles was tevens om herdestillatie ([[Rectificatie (natuurkunde)|rectificatie]]) te vermijden. Dit laatste was nodig aangezien de producten van de primitieve raffinaderijen nog uit te veel verschillende fracties bestonden.
Regel 36:
 
==Verdere ontwikkelingen==
Een belangrijk kenmerk van een aardolieraffinaderij is haar ''flexibiliteit''. Dit houdt in dat de raffinaderij in staat moet zijn om verschillende soorten ruwe aardolie — die sterk in samenstelling kunnen verschillen — te verwerken en tevens om, afhankelijk van de vraag, de gewenste producten in de juiste verhouding te kunnen leveren. Aangezien de samenstelling van de ruwe olie gegeven is, en slechts beïnvloed kan worden door de diverse soorten te mengen, heeft men ook getracht processen te ontwikkelen waarbij de ene fractie in de andere wordt omgezet. Van belang hierbij is het [[Kraken (scheikunde)|kraken]], waarbij met behulp van een [[katalysator]] (katalytisch kraken), en waterstof (hydrocracking) de zwaardere koolwaterstoffen in lichtere koolwaterstoffen worden omgezet, bijvoorbeeld met als doelstelling om de opbrengst aan benzine te vergroten. Werden deze processen al vanaf het eind van de 19e eeuw ontwikkeld, processen als [[katalytische reforming]] (met [[platina (hoofdbetekenis)|platina]] als katalysator) ontstonden vanaf 1940. Dit had mede te maken met de toegenomen behoefte aan benzine tijdens de [[Tweede Wereldoorlog]]. Hierbij werd nafta omgezet in complexere verbindingen, zoals [[aromatische verbinding]]en en vertakte ketens ([[isomerisatie]]). Dit leverde niet alleen benzines met een hoog [[octaangetal]] op, maar ook grondstoffen voor de petrochemische industrie.
 
Tot de hulpprocessen kunnen worden gerekend: [[ontzwaveling]]sinstallaties en waterstoffabrieken, waarbij zware fracties via vergassing in [[syngas]] worden omgezet, waaruit het waterstofgas gewonnen kan worden dat in de kraakprocessen wordt gebruikt.
Regel 86:
===Katalytische reforming===
{{Zie hoofdartikel|Katalytische reforming}}
Katalytische reforming is niet alleen van belang voor de productie van benzines met een hoog octaangetal maar speelt ook een belangrijke rol bij de productie van aromaten voor de chemische industrie. Met behulp van een [[platina (hoofdbetekenis)|platina]][[katalysator]] worden ketens vertakt of tot cyclische koolwaterstoffen omgezet.
 
===Stookolieconversie===