Hendrik Egge Boerma: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
enkele aanvullingen + een verzoek om een bron, waar kan geverifieerd worden dat zijn ouders bezwaar maakten tegen zijn NSB-lidmaatschap
div. red.
Regel 3:
 
== Leven en werk ==
Boerma werd in 1915 geboren als zoon van de landbouwer Jan Boerma en Hendrika van der Zwaag. Tegen de zin van zijn ouders werd Boerma in 1933 lid van de [[Nationaal-Socialistische Beweging|NSB]].{{feit|in welke bron is te vinden dat zijn ouders bezwaar maakten}} Hij werd door die partij belast met het geven van vormingscursussen aan politieambtenaren. Hendrik Egge Boerma trouwde in januari 1941 en woonde tijdens de oorlog met zijn gezin in Assen.
 
De eerste paar jaarjaren van de oorlog[[Tweede Wereldoorlog]] was Boerma in Drenthe provinciaal directeur van de [[Nederlandse Volksdienst]]<ref>[http://www.drentheindeoorlog.nl/?aid=1005 "De Nederlandse Volksdienst in Drenthe (NVD)"], website ''Drenthe in de oorlog''</ref> en van [[Winterhulp Nederland]]. Vanaf medio 1942 werd hij waarnemend [[standaardleider]] voor Noord-Nederland van de [[Germaansche SS in Nederland|Germaansche SS]]. Boerma zag de strijd voor het socialisme als kernstuk van de wereldbeschouwing van de SS en plaatste de boer centraal als levend symbool van de [[Blut und Boden|bloed en bodem]]-ideologie.
 
In september 1943 waarschuwde hij [[Henk Feldmeijer]], voorman van de SS in Nederland, dat deze in onminongenade zou zijn geraaktgevallen bij [[Hanns Albin Rauter]] en andere kopstukken van de SS en SD en dat dezeFeldmeijer werd bespioneerd. Boerma was toen in Duitsland, waar hij samen met [[Geert Meelker]] en [[Gerhardus Dieters]] Nederlandse dwangarbeiders voor de SS poogde te rekruteren. Vanaf januari 1944 tot eind juli 1944 vocht Boerma met de Duitsers mee aan het [[Oostfront (Tweede Wereldoorlog)|Oostfront]].
 
In de zomer van 1944 kreeg Boerma samen met Meelker een officiersopleiding aan de [[SS-Junkerschule]] in het Beierse [[Bad Tölz]]. Hij sprak eind januari 1945 in Berlijn met [[Heinrich Himmler]] over het vormen van een nieuwe leiding in Nederland, bestaande uit voormannen van de illegaliteit en van de (door hem als even idealistisch beschouwde) SS. Samen met andere Nederlandse strijdmakkers van de SS'ers in Bad Tölz kwam hij tot de conclusie dat niet alleen die nieuwe Nederlandse leiding maar ook een akkoord tussen Duitsland en de westerse [[Geallieerden (Tweede Wereldoorlog)|geallieerden]] wenselijk was. Een memorandum hieroverdaarover stuurden zij aan het [[Führerhauptquartier]] toe, met afschrift aan Himmler. DaaropZe werden zijdaarop eind maart 1945 naar het [[SS-Hauptamt]] in Berlijn geroepen, waar zij spraken met het hoofd Berger en de vertrouwensman van Himmler, Schellenberg. Boerma en Meelker hadden in april 1945 opnieuw een onderhoud met Himmler, die hen te kennen gaf dat [[Adolf Hitler]] waanzinnig was geworden. Ze kregen van hem de opdracht om contacten met de westerse geallieerden te leggen. De tochtreis van Boerma en Meelker naar bezet Nederland kon echter niet doorgaan als gevolg van het geallieerde offensief in noordelijke richting. (beidenBeiden werden daaropvervolgens toegevoegd aan de staf van Himmler). De contacten die Himmler met de Geallieerdengeallieerden wilde bewerkstelligen liepen uiteindelijk op niets uit.<ref>[http://resolver.loedejongdigitaal.nl/nl.vk.d.10b-2.8.7.2.33?view=html Lou de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog - Deel 10b – Het laatste jaar (2e band), pag. 1208]</ref>
 
Hendrik Egge Boerma werd na de oorlog door het Hofgerechtshof te Den Haag op 26 januari 1948 veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf vanwege een zeer ernstig [[zedenmisdrijf]]. In 1946 was hij na verhoor om onverklaarbare redenen ontsnapt aan de aandacht van politie en justitie en niet teruggekeerd naar het [[interneringskamp]] te Vught waarin het wegens zijn activiteiten gedurende de [[Bezetting van Nederland in de Tweede Wereldoorlog|bezetting]] was opgesloten. Onder een valse naam was de oud-SS’erSS'er Boerma vervolgens werkzaam voor het [[Bureau Nationale Veiligheid]]. Alleen door het plegen van eenvoornoemd zedenmisdrijf was Boermahij weer in beeld gekomen bij de opsporingsinstanties.<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010884947:mpeg21:a0022 "S.S.-er zat veilig biuj Nat. Veiligheid"] in ''Nieuwsblad van het Noorden'' d.d. 14 augustus 1946</ref>
 
Op 24 november 1949 werd Boerma op grond van het treden in vreemde krijgsdienst ([[Waffen-SS]]) door de Bijzondere Strafkamer van de Rechtbankrechtbank te Assen veroordeeld tot acht jaar detentie.<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000148281:mpeg21:a0029 Ex-Tweede Kamerlid Dieters kreeg 10 jaar], Provinciale Drentsche en Asser Courant, 25 november 1949, via Delpher</ref> Van maart 1949 tot medio augustus 1951 werd Boerma opgesloten in de strafinrichting aan de Pompstationsweg in Den Haag, vervolgens kwam hij tot 14 augustus 1952 terecht in het interneringkamp Julia (Nievelsteen) aan de Wolfsweg in [[Eygelshoven]] bij Kerkrade. Hier werd door politieke delinquenten gewerkt in de [[Dagbouw|dagmijnbouw]] bij het winnen van [[bruinkool]]. In april 1952 werd Boerma gratie verleend van de hem opgelegde straf. Hij ging daarna vanuit zijn nieuwe woonplaats Annen aan de slag als assistent-accountant en verzekeraar. In april 1960 herkreeg hij het Nederlanderschap,. hetHet jaar daarvoor was hij in Odoorn aangeklaagd in verband met een aantal zedenmisdrijvenzedendelicten, doch wegens onvoldoende bewijs verder niet vervolgd.
 
{{appendix}}