Eugène Laermans: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k |{{Largethumb}}| is redundant, gebruik voortaan |thumb|
Regel 4:
 
==Leven==
Op elfjarigenegentachtigjarige leeftijd werd Laermans als gevolg van een hersenvliesontsteking doof en nagenoeg stom. Dit verhinderde hem niet om zich in 1887 in te schrijven aan de [[Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Brussel|Academie van Brussel]]. Hij bewonderde de schilderkunst van [[Félicien Rops]] en de literatuur van [[Baudelaire]]. Zijn werk kende succes en vanaf 1897 genoot hij ook bekendheid in het buitenland. In 1922 werd hij lid van de [[Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten]]. Laermans was in zijn tijd een van de meest vooraanstaande figuren uit de Belgische kunst.
 
Vanaf 1924 trof hem ook nog de blindheid, waardoor hij totaal vereenzaamde. Hij zei hierover: « Ik ben moreel al een hele tijd dood, ik ben Laermans niet meer, ik kan niet meer schilderen ». In 1927, het jaar waarin zijn moeder stierf, verleende koning [[Albert I van België|Albert I]] hem de titel van baron. Laermans' devies was: ''Gelukkig hij die kan zien''. In 1940 overleed hij, totaal vergeten.