Anna Boleyn: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
D'Arch (overleg | bijdragen)
k Wijzigingen door 86.95.190.65 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Ymnes
k |{{Largethumb}}| is redundant, gebruik voortaan |thumb|
Regel 12:
| moeder = [[Elisabeth Howard]]
}}
[[Bestand:Annaboleyn2.jpg|{{largethumb}}thumb|Tekening door [[Hans Holbein de Jonge]]]]
[[Bestand:Brief van Thomas Boleyn aan Margaretha van Oostenrijk - Hever Castle 8-05-2017 12-02-57.JPG|{{largethumb}}thumb|Brief van Thomas Boleyn aan Margaretha van Oostenrijk waarin hij zijn dochter Anna, die aan Margaretha's hof verbleef, terugroept]]
 
'''Anna Boleyn''' ([[Blickling]]?, geboren tussen [[1501]] en ca. [[1507]] – [[Londen]], [[19 mei]] [[1536]]) was de tweede vrouw van [[Hendrik VIII van Engeland|Hendrik VIII]] en koningin van [[Koninkrijk Engeland|Engeland]] van [[1533]] tot [[1536]].
Regel 38:
Haar laatste woorden waren:
{{cquote|''Good Christian people, I am come hither to die, for according to the law, and by the law I am judged to die, and therefore I will speak nothing against it. I am come hither to accuse no man, nor to speak anything of that, whereof I am accused and condemned to die, but I pray God save the king and send him long to reign over you, for a gentler nor a more merciful prince was there never: and to me he was ever a good, a gentle and sovereign lord. And if any person will meddle of my cause, I require them to judge the best. And thus I take my leave of the world and of you all, and I heartily desire you all to pray for me. O Lord have mercy on me, to God I commend my soul.'' - Opgetekend door [[Lancelot de Carles]] in [[Parijs]].
 
"Deugdzame christenen, ik ben hier gekomen om te sterven. Volgens de wet en door de wet ben ik ter dood veroordeeld, maar ik ga dat niet betwisten. Ik ben hier niet heen gekomen om iemand te beschuldigen, noch over de aanklacht en het doodsvonnis. Maar ik bid dat God de koning behoedt en dat hij nog lang over jullie mag heersen, aangezien er nooit zo'n goedhartige, genadevolle vorst is geweest. Voor mij is hij altijd een goede, nobele en soevereine heer geweest. Wie zich inlaat met mijn zaak verzoek ik zo oordeelkundig mogelijk te zijn. Nu ik deze wereld en ook jullie allen ga verlaten vraag ik jullie vriendelijk om voor mij te bidden. Heer, wees mij genadig. God, U beveel ik mijn ziel."}}