Manuel Quezon: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Leopard (overleg | bijdragen)
k cosmetisch
k |{{Largethumb}}| is redundant, gebruik voortaan |thumb|
Regel 46:
| website =
}}
'''Manuel Luis Quezon''' ([[Baler]], [[19 augustus]] [[1878]] – [[Saranac Lake]], [[1 augustus]] [[1944]]) was een [[Filipijnen|Filipijnse]] staatsman en de eerste president van het [[Gemenebest van de Filipijnen]].
 
Quezon vocht tijdens de [[Filipijns-Amerikaanse Oorlog]] aan de zijde van generaal [[Emilio Aguinaldo]] voor de onafhankelijkheid van de Filipijnen. Na de overgave van Aguinaldo in 1901 rondde hij zijn studie rechten af en werkte hij eerst als advocaat en vervolgens als openbaar aanklager. In 1905 begon hij zijn politieke carrière als gouverneur van zijn geboorteprovincie [[Quezon (provincie)|Tayabas]]. Twee jaar later werd hij gekozen in de [[Filipijnse Assemblee]]. Tussen 1909 en 1916 was Quezon een van de twee Filipijnse afgevaardigden in het [[Huis van Afgevaardigden (Verenigde Staten)|Amerikaanse Huis van Afgevaardigden]]. Hij speelde in die hoedanigheid een grote rol bij de totstandkoming van de [[Jones Law]], waarin de Filipijnen onafhankelijkheid werd beloofd. Direct na de goedkeuring van deze wet keerde hij terug naar de Filipijnen, waar hij werd gekozen tot president van de nieuw opgerichte [[Filipijnse Senaat]]. Vanaf 1922, toen hij president werd van de dominerende [[Nacionalista Party]], was hij de onbetwiste leider van de [[Politiek in de Filipijnen|Filipijnse politiek]]. In 1934 kregen de Filipijnen door veranderde politieke omstandigheden in de [[Verenigde Staten]], en na intensief lobbywerk door Quezon, een veel grotere mate van [[autonomie]] toegekend. Bovendien zouden de Filipijnen binnen tien jaar onafhankelijk worden. Quezon werd daarop in 1935 gekozen tot president van het Gemenebest van de Filipijnen. In 1941 werd hij, kort voor de [[Slag om de Filipijnen (1941-1942)|uitbraak van de Tweede Wereldoorlog in de Filipijnen]], herkozen voor een tweede termijn. Na de Japanse invasie vluchtte Quezon naar de VS, waar hij een regering in ballingschap formeerde. Quezon overleed in 1944, kort voor de herovering van de Filipijnen door Amerikaanse troepen.
Regel 56:
 
=== Studietijd ===
[[Bestand:San-Juan-de-Letran.jpg|thumb|260px|Het colegio de San Juan de Letran rond de tijd dat Quezon er studeerde]]
In 1889 ging Quezon studeren aan het [[Colegio de San Juan de Letran]] in Manilla. Het eerste jaar verbleef hij in het [[Franciscanen|franciscaanse]] [[convent]], waar bij als dienstjongen van dezelfde Spaanse priester zijn verblijf en onderhoud verdiende. Nadat Fr. Fernandez het klooster verlaten had voor een nieuwe [[Missiegebied|missiepost]] op het Filipijnse platteland, verbleef hij korte tijd bij een neef van zijn vader. Toen hem dit niet beviel, mocht hij van zijn ouders op de campus van het college wonen, ondanks het feit dat de kosten daarvoor voor hen eigenlijk niet te betalen waren. Na vijf jaar studeren behaalde hij in februari 1894 [[summa cum laude]] zijn [[Bachelor of Arts]]-diploma.
 
Toen Quezon kort na zijn afstuderen terugkeerde in Baler, bleek zijn moeder doodziek. Korte tijd later overleed zij aan de gevolgen van [[tuberculose]]. Hoewel hij van plan was geweest snel terug te keren naar Manilla voor een studie rechten, bleef hij daarop nog enige tijd in Baler, om daar zijn vader bij te staan. In deze periode raakte Quezon in problemen, nadat hij een Spaanse korporaal had neergeslagen bij een conflict. Hij werd vastgezet en pas na twee weken weer vrijgelaten, nadat zijn vader de Spaanse militaire gouverneur had overtuigd van zijn onschuld. Bovendien had zijn vader moeten beloven dat hij zich in Manilla niet zou aansluiten bij verzetsbewegingen tegen de Spaanse kolonisators.<ref>{{aut|Quezon}} (1946), p.21</ref>
Regel 74:
 
=== Lid Filipijnse Assemblee ===
[[Bestand:Taft Addressing First Philippine Assembly 1907.jpg|thumb|right|260px|Gouverneur-generaal Taft spreekt de Filipijnse Assemblee toe bij de inaugurele sessie (1907)]]
Twee jaar later vonden in de Filipijnen de eerste parlementsverkiezingen plaats. Quezon stelde zich namens de [[Nacionalista Party]] met succes kandidaat voor een zetel in de [[Filipijnse Assemblee]]. Zijn partij behaalde een grote overwinning. Partijgenoot en voormalig studiegenoot [[Sergio Osmeña]] werd gekozen tot voorzitter van de Assemblee en Quezon werd gekozen tot ''majority leader''. In het parlement kwam Quezon direct in botsing met de Amerikaanse regering toen in [[Amerikaanse Congres]] een wet in behandeling werd genomen, die vrij handelsverkeer tussen de [[Verenigde Staten]] en de Filipijnen zou bewerkstelligen. Quezon was hierop tegen, omdat het de Filipijnen te afhankelijk zou maken van de Amerikaanse markt. De Filipijnse Assemblee was het in grote meerderheid met hem eens. Aan het einde van zijn periode in de Assemblee maakte hij tevens zijn eerste buitenlandse reis. Nadat hij eerst in Rusland naar een navigatiecongres was geweest, reisde hij via [[Berlijn]], [[Parijs]] en [[Londen]] naar [[New York (stad)|New York]], waar hij een ontmoeting had met de Amerikaanse president [[Theodore Roosevelt]]. Die verzekerde hem in hun gesprek dat de Verenigde Staten de Filipijnen uiteindelijk de onafhankelijkheid zouden geven. Hoewel Roosevelt de uitspraak later ontkende, leverde het Quezon een warm onthaal in zijn vaderland op.
 
=== Resident Commissioner ===
In 1909 had Quezon zijn zinnen gezet op een benoeming als een van de twee Filipijnse [[Resident Commissioner (Filipijnen)|Resident Commissioners]]. Deze afgevaardigden vertegenwoordigden de Filipijnen in het [[Huis van Afgevaardigden (Verenigde Staten)|Amerikaanse Huis van Afgevaardigden]], en mochten daar toespraken houden en meedebatteren, maar hadden in tegenstelling tot de overige afgevaardigden, geen stemrecht. Quezon beschouwde deze positie als sleutelpositie in het Filipijnse streven naar onafhankelijkheid, omdat alleen het Amerikaanse Congres wetgeving hieromtrent zou kunnen initiëren. De eerste twee Resident Commissioners waren in 1907 benoemd door de Philippine Commission, maar in 1909, toen de termijn van een van hen afliep, nam de Filipijnse Assemblee de positie in dat de benoeming een zaak van de Assemblee zou moeten zijn. Hoewel niet alle afgevaardigden in de Assemblee in eerste instantie voorstander van een keuze voor Quezon waren, werd hij uiteindelijk toch unaniem gekozen.
 
Hij arriveerde op kerstavond 1909 in de Verenigde Staten. In zijn “maidenspeech” in het congres op 10 mei van het jaar daarop, gaf hij aan dat de inwoners van de Filipijnen blij waren met de positieve veranderingen die de nieuwe machthebbers hadden doorgevoerd, maar uiteindelijk toch wel degelijk streefden naar onafhankelijkheid. Quezon merkte al snel dat dit geen gemakkelijke opgave zou worden. Hoewel er wel degelijk Amerikanen tegen het door de regering gevoerde [[imperialisme|imperialistische]] beleid waren, was de algemene publieke opinie tegen onafhankelijkheid. De gedachte was dat de inwoners van de Filipijnen nog lang niet toe waren aan zelfbestuur. Het beïnvloeden van de publieke opinie was in die tijd bovendien niet gemakkelijk, aangezien radio of televisie nog niet bestonden. Ook het uitoefenen van druk op de leden van het Amerikaanse Congres was lastig, als eenling zonder stemrecht in een Huis met meer dan vierhonderd afgevaardigden. Dat de Filipijnse onafhankelijkheid op dat moment nog ver weg was, bleek wel toen afgevaardigde [[William Atkinson Jones]], op voorspraak van Quezon een wetsvoorstel indiende, waarin werd voorgesteld om de Filipijnen binnen acht jaar de onafhankelijkheid te gunnen. Deze eerste versie van de [[Jones Law]] haalde het, zoals verwacht, niet in de door de [[Republikeinse Partij (Verenigde Staten)|Republikeinen]] gedomineerde [[Senaat (Verenigde Staten)|Senaat]].
Regel 85:
 
=== President van de Filipijnse Senaat ===
[[FileBestand:Quezon.jpg|thumb|Quezon als president van de senaat]]
De Jones Law voorzag onder andere in de opheffing van de [[Philippine Commission]] en de Assemblee en de oprichting van een [[Filipijnse Senaat|Senaat]] en [[Huis van Afgevaardigden (Filipijnen)|Huis van Afgevaardigden]]. De [[Filipijnse verkiezingen 1916|verkiezingen van 1916]] werden opnieuw gedomineerd door de Nacionalistas en Quezon werd, zonder ook maar een dag campagnevoeren, gekozen als senator namens het vijfde senaatsdistrict. Zijn medesenatoren kozen hem bovendien op de eerste senaatszitting unaniem tot [[president van de Filipijnse Senaat]]. Partijleider Osmeña had ervoor gekozen om in het Huis van Afgevaardigden plaats te nemen, omdat deze volgens hem het dichtst bij het volk stond.
 
Regel 92:
 
==== Tegenwerking onder Leonard Wood ====
In 1921 werd [[Leonard Wood]] door de nieuwe Republikeinse president [[Warren G. Harding]] benoemd als opvolger van gouverneur-generaal Harrison. Generaal Wood had zijn sporen verdiend in het Amerikaanse leger waarin hij van kapitein bij het medische korps was opgeklommen tot opperbevelhebber van het Amerikaanse leger. Wood was van mening dat zijn voorganger de zaken in de Filipijnen meer autonomie had gegeven dan volgens de Jones Law was toegestaan. Hoewel Wood een kundige bestuurder was, kwam hij door zijn autoritaire en ondiplomatieke stijl regelmatig in conflict met de Filipijnse politieke leiders. De spanningen liepen hierdoor al gauw op en kwamen uiteindelijk tot een climax in 1923.
 
De aanleiding hiervoor was het ontslag van een Amerikaanse rechercheur door [[Ramon Fernandez (zakenman)|Ramon Fernandez]], de toenmalige burgemeester van [[Manilla]], nadat bewezen werd geacht dat hij omkoopgelden had aangenomen van grote gokhuizen in de stad. Het ontslag werd na protest door de rechercheur bevestigd door minister van Binnenlandse Zaken [[José Laurel]], maar desondanks teruggedraaid door Wood. Hoewel de gouverneur-generaal formeel het recht had dergelijke besluiten te nemen, waren de Filipijnse leiders getergd, omdat het niet het eerste geval was waarin Wood de beslissingen van zijn Filipijnse kabinetsleden had teruggedraaid. De leden van de council of state en de Filipijnse kabinetsleden dienden daarop onder aanvoering van Quezon hun ontslag in, waarop de situatie escaleerde. Het Filipijnse congres keurde het budget voor staf van Wood af en diende een wetsvoorstel in voor het houden van een referendum onder de Filipijnse bevolking voor onafhankelijkheid. Wood blokkeerde daarop het referendum, omdat een duidelijk ja bij het referendum een gevaar voor de Amerikaanse positie in de Filipijnen zou betekenen. Het congres nam het voorstel desondanks toch met een overgrote meerderheid aan, waarna de nieuwe Amerikaanse president [[Calvin Coolidge]] het finale oordeel moest vellen. Hij bevestigde de beslissing van Wood en sprak in sterke bewoordingen zijn steun aan de gouverneur-generaal uit.
 
De jaren die volgden bleven de Amerikaanse gouverneur-generaal en het Filipijnse Congres onder leiding van Quezon elkaar op allerlei mogelijke manieren tegenwerken. Deze situatie duurde tot 1927 toen Wood vanwege een hersentumor een operatie moest ondergaan. Jaren daarvoor was bij hem met succes een soortelijke operatie uitgevoerd. Ditmaal overleed hij echter op de operatietafel en kwam aan de moeizame periode onder zijn leiding een eind. Op voorspraak van Quezon stelde president Coolidge daarna [[Henry Stimson]] aan, waarna de relatie tussen de Amerikaanse hoogste gezagdrager en het Filipijnse Congres normaliseerde.
 
==== Politiek gevecht om de Filipijnse onafhankelijkheid ====
[[Bestand:Signing_the_Constitution_of_the_Philippine_Commonwealth,_23_March_1935.jpg|thumb|right|260px|[[Franklin Delano Roosevelt|President Roosevelt]] tekent de Filipijnse Grondwet in 1935. Quezon staat rechts naast Roosevelt.]]
In 1930 veranderde het politieke klimaat in de Verenigde Staten. De Democraten, die van oudsher positiever tegenover de Filipijnse onafhankelijkheid stonden dan de Republikeinen, kregen de meerderheid in het [[Huis van Afgevaardigden (Verenigde Staten)|Huis van Afgevaardigden]] en verwierven ongeveer evenveel zetels als de Republikeinen in de Senaat. Daarbij kwam nog dat ook de Republikeinse politici er in die tijd positiever tegenover stonden. Dit had te maken met de wens om Amerikaanse producenten te kunnen beschermen tegen goedkope Filipijnse producten, door het heffen van [[Douanerechten|invoerrechten]]. In december 1931 vertrok daarom een nieuwe onafhankelijkheidsmissie onder leiding van Osmeña en Roxas naar de Verenigde Staten. Quezon, die last had van opspelende tuberculoseklachten, besloot in verband met zijn gezondheid niet mee te gaan. Een lange periode van debatteren door het Amerikaanse Congres en lobbyen door de Filipijnse politici van de onafhankelijkheidsmissie resulteerde in 1932 uiteindelijk in de Hare-Hawes-Cutting Bill. Met deze wet zouden de Filipijnen binnen 10 jaar onafhankelijk worden, maar de Verenigde Staten zouden nadien nog wel enkele militaire bases in de Filipijnen behouden. In de tien jaar durende overgangsperiode zouden de Filipijnen met de status van [[Commonwealth (Verenigde Staten)|gemenebest]] een grote mate van autonomie genieten. Na de onafhankelijkheid zouden voor Filipijnse producten dezelfde invoerrechten gelden als voor andere landen. De Hare-Hawes-Cutting Bill werd in december 1932 met grote meerderheid door zowel het Huis als de Senaat aangenomen. Hierop besloot de Republikeinse president [[Herbert Hoover]] gebruik te maken van zijn [[vetorecht]]. Het Congres ontkrachtte het veto echter weer door de wet met een meerderheid ruimer dan twee derde definitief aan te nemen.
 
Voor de onafhankelijkheidswet definitief was, moest het Filipijnse Congres er nog mee instemmen. Manuel Quezon liet vanuit Manilla weten niet achter de nieuwe wet te staan, omdat hij de opgenomen bepalingen te nadelig vond voor het Filipijnse volk. Wat volgde was een bitter politiek gevecht. De Nacionalista Party spleet opnieuw uiteen in twee fracties. De "Pros" onder leiding van Osmeña en Roxas en de "Antis" onder leiding van Quezon. Na een maandenlang politiek steekspel was het uiteindelijk Quezon die het gevecht won. De Hare-Hawes-Cutting Bill werd met grote meerderheid door het Filipijnse Congres verworpen.
Regel 107:
 
==== Filipijnse grondwet en verkiezingen in 1935 ====
[[AfbeeldingBestand:Aguinaldo and Quezon in 1935.JPG|{{Largethumb}}thumb|Aguinaldo (links) en Quezon in 1935]]
{{Wikisource-en-klein|Constitution of the Philippines (1935)}}
 
Op 30 juli 1934 begonnen de 202 leden van de constitutionele conventie aan hun opdracht om een [[Filipijnse Grondwet]] voor het [[Gemenebest van de Filipijnen]] te ontwerpen. Hoewel Quezon had verklaard geen interesse te hebben om zelfs ook maar aanwezig te zijn bij de constitutionele conventie, had hij desondanks veel invloed op het uiteindelijke resultaat.<ref>{{aut|Gopinath}} (1987), p.29</ref> Op 8 februari 1935 stemde het grootste deel van de leden van de conventie in met de tekst van de nieuwe grondwet en halverwege dat jaar werd de nieuwe grondwet middels een referendum ook door de Filipijnse bevolking goedgekeurd. Het Gemenebest van de Filipijnen kregen een president als regeringsleider, met vergaande bevoegdheden. Om de kans op een dictatoriaal regerende
president te beperken, was bepaald dat een herverkiezing na afloop van de termijn van zes jaar niet mogelijk was. De wetgevende macht zou worden gevormd door de eenkamerige [[Nationale Assemblee van de Filipijnen|Nationale Assemblee]]. Dit laatste was tegen de wens van Quezon. Later dat jaar besloten de twee fracties van de Nacionalista Party op initiatief van de leiders Quezon en Osmeña, zich na langdurige onderhandelingen te herenigen voor de [[Filipijnse verkiezingen 1935|verkiezingen van 1935]]. Op 16 juni wezen de partijconventies van beide fracties Quezon en Osmeña aan als Nacionalista kandidaten voor respectievelijk president en vicepresident. De verkiezingen op 18 september 1935 werden een groot succes voor de herenigde partij. Quezon versloeg generaal [[Emilio Aguinaldo]] en bisschop [[Gregorio Aglipay]] bij de presidentsverkiezingen en Osmeña werd verkozen tot vicepresident. Ook won de partij het grootste deel van de zetels in de Nationale Assemblee.
 
Regel 118:
 
==== Defensie ====
[[AfbeeldingBestand:PMA gusali.JPG|thumb|right|260px|De Philippine Military Academy]]
Een van de belangrijkste zorgen van Quezon was de defensie van de Filipijnen. Hij wilde voorkomen dat de onafhankelijke Filipijnen weerloos in handen zouden vallen van een andere grote mogendheid, zoals het expansionistische [[Japanse Keizerrijk]]. Daarom vroeg hij zijn vriend [[Douglas MacArthur]] als adviseur ten aanzien van de opbouw van Filipijnse defensie. MacArthur, op dat moment opperbevelhebber van de Amerikaanse strijdkrachten, zag dit als een mooie afsluiting van zijn carrière en stemde toe. Direct na Quezons verkiezing tot president kwam hij naar de Filipijnen om zijn inmiddels uitgewerkte plan te presenteren en met zijn werk als adviseur te beginnen. Het plan en de daarvoor benodigde wetgeving werd door Quezon met het Filipijnse Congres besproken en kort daarop werd de ''National Defense Act'' als eerste wet door het Filipijnse parlement goedgekeurd. De bedoeling was om binnen tien jaar tijd, wanneer de onafhankelijkheid een feit zou zijn, een leger van tienduizend soldaten op te leiden, aangevuld door nog eens vierhonderdduizend reservisten. Alle jongens ouder dan zes werden voortaan geacht militaire training te volgen en ook was voorzien in de oprichting van een nieuwe vierjarige opleiding voor Filipijnse officieren. De [[Philippine Military Academy]] werd in 1936 opgericht naar het voorbeeld van [[West Point (academie)|West Point]] in de [[Verenigde Staten]], zodat de eerste officieren in 1940 zouden afstuderen.<ref>{{aut|Alfred W. McCoy}} (1999) ''Closer Than Brothers – Manhood at the Philippine Military Academy'', Yale University Press, New Haven p.23</ref> Er was behoorlijk wat kritiek op het defensieplan. Critici vroegen zich af of het plan wel betaalbaar was voor de Filipijnen. Daarbij was de gedachte dat de Filipijnen toch niet goed te verdedigen waren en zeker niet zonder marine. Daarnaast waren sommigen bang dat Quezon een sterk leger zou gaan gebruiken om een dictatuur te vormen, zodra de onafhankelijkheid een feit was.<ref>{{aut|Gopinath}} (1987), p.151-154</ref>
</ref> Er was behoorlijk wat kritiek op het defensieplan. Critici vroegen zich af of het plan wel betaalbaar was voor de Filipijnen. Daarbij was de gedachte dat de Filipijnen toch niet goed te verdedigen waren en zeker niet zonder marine. Daarnaast waren sommigen bang dat Quezon een sterk leger zou gaan gebruiken om een dictatuur te vormen, zodra de onafhankelijkheid een feit was.<ref>{{aut|Gopinath}} (1987), p.151-154</ref>
 
==== Onderwijshervormingen ====
Regel 128 ⟶ 127:
Om de [[Economie van de Filipijnen|Filipijnse economie]] goed voor te bereiden op de naderende Filipijnse onafhankelijkheid nam Quezon maatregelen op drie verschillende gebieden. Ten eerste deed hij pogingen om de Tydings-McDuffy Law te laten amenderen. In die wet waren ongunstige en eenzijdige [[Douanerechten|invoerrechten]] en quota voor Filipijnse exportproducten naar de VS vastgelegd, vanaf het moment dat de Filipijnen onafhankelijk zouden worden. Omdat de Amerikaanse afzetmarkt voor Filipijnse exportproducten verreweg de belangrijkste was, zou dit ernstige gevolgen voor de Filipijnse economie hebben. Quezon zond in 1939 Sergio Osmeña naar de VS om daar deze zaak te bepleiten. Uiteindelijk werden er enkele verbeteringen doorgevoerd.
 
Daarnaast nam de regering Quezon maatregelen om de Filipijnse economie zelf te versterken en stimuleren. De belangrijke Filipijnse landbouwsector werd gestimuleerd om een grotere diversiteit aan producten te produceren en zo minder afhankelijk te zijn van producten als suiker, [[kopra]], tabak en [[abaca]]. Daarnaast werden maatregelen genomen om de Filipijnen te industrialiseren. Zo werd geprobeerd om de energieproductie te vergroten en werd geïnvesteerd in de verbetering van de infrastructuur. Er waren in die tijd heel weinig wegen in de Filipijnen. Met name op Mindanao, waar de overheid grote onontgonnen gebieden wilde laten koloniseren, was het binnenland nog een groot onontgonnen [[regenwoud]]. Ondanks het feit dat het aantal kilometer goede verharde weg door de investeringen tussen 1936 en 1941 bijna verdrievoudigde, bleef de capaciteit echter ver achter bij de behoefte.
 
Als laatste moest de Filipijnse economie zelfvoorzienender worden. Hierdoor zou de economie robuuster worden en dus minder gevoelig voor de negatieve effecten van de naderende onafhankelijkheid. Het aandeel van buitenlandse bedrijven in de economie moest drastisch omlaag. Dit probeerde hij onder andere te bereiken door het stimuleren van [[economisch nationalisme]]. De Filipijnse bevolking werd aangezet tot het kopen van producten en diensten van eigen bodem, zodat de afhankelijkheid van de Amerikanen, Chinezen en Japanners kleiner zijn worden. Ook werd in 1939 de zogenaamde Anti-Dummy Law aangenomen, die ervoor moest zorgen dat buitenlandse zakenmensen en investeerders geen Filipijnse stroman konden aanstellen in hun bedrijf.
 
==== Sociaal beleid ====
[[Bestand:President Manuel Quezon of Philippine Commonwealth broadcast from Washington today to his fellow-countrymen in Manila.jpg|thumb|260px|Quezon tekent documenten (1937)]]
De sociaal-economische situatie van het grootste deel van de Filipijnse bevolking in die jaren was slecht. De meeste grote [[landgoed]]eren van de rooms-katholieke [[kloosterorde]]s waren tijdens de ambtstermijn van de Amerikaanse gouverneur-generaal [[William Howard Taft|Taft]] verkocht aan de Filipijnse rijke elite. De meeste landbouwgrond was sindsdien in handen van enkele honderden rijke families. Het arme deel van de bevolking op het Filipijnse platteland was hierdoor gedwongen om te proberen onder zeer slechte arbeidsomstandigheden de kost te verdienen op een van deze grote ''haciendas''. De slechte arbeidsomstandigheden en het gebrek aan kansen om een goed bestaan op te bouwen zorgde voor veel ontevredenheid en onrust onder het arme deel van de bevolking. Quezon probeerde de problemen aan te pakken met een heel pakket aan maatregelen op sociaal-economisch terrein die hij gezamenlijk aanduidde als [[sociale rechtvaardigheid]] (social justice), daarbij geïnspireerd door soortelijke programma's in het buitenland zoals Roosevelts [[New Deal (VS)|New Deal]]. Naast het voorkomen van sociale onrust was een bijkomend voordeel voor Quezon dat hij er veel steun onder de arme bevolking mee verwierf.
 
Een van de maatregelen die Quezon nam was het invoeren van een minimumloon voor Filipijnse arbeiders. Ook werd wettelijk vastgelegd dat een werkweek maximaal zes dagen van acht uur mocht omvatten. Daarnaast werd met diverse maatregelen geprobeerd om de zeer ongelijke machtsverhouding tussen werkgevers en hun werknemers te verbeteren en te bemiddelen in de veelvuldige conflicten die er waren. Ondanks deze successen was het programma over het geheel gezien geen succes. Hoewel Quezon tijdens een werkbezoek aan [[Mexico (land)|Mexico]] in 1937 erg onder de indruk was geweest van het herverdelen van land door de Mexicaanse president [[Lázaro Cárdenas del Río|Lázaro Cárdenas]], lukte het hem door tegenwerking van het Filipijnse parlement niet om soortgelijke [[landhervormingen in de Filipijnen]] door te voeren. In plaats daarvan maakte hij grote stukken grond beschikbaar in nog niet gecultiveerde gebieden in de provincie [[Isabela (provincie)|Isabela]] op [[Luzon (eiland)|Luzon]] en Davao op [[Mindanao]]. Veel wetgeving bleek in de praktijk bovendien niet te werken. Arbeiders trokken bij conflicten met werkgevers nog steeds veelal aan het kortste eind en veel misstanden, zoals kinderarbeid en prostitutie, bleven bestaan.<ref>{{aut|Gopinath}} (1987), p.92-96</ref>
Regel 145 ⟶ 144:
 
==== Verkiezingen van 1941 ====
In november 1941 vonden de verkiezingen voor de president en vicepresident en voor de afgevaardigden van het Filipijnse Congres plaats. Aan de verkiezingen mochten naast de Nacionalista Party alleen de Popular Front Party van [[Juan Sumulong]] en de radicale Ganap Party meedoen. Door de grondwetswijzigingen kon Quezon zich herkiesbaar stellen en duidelijk was dat zowel Quezon als Osmeña herkozen zouden worden.<ref name="Time">''[http://www.time.com/time/magazine/article/0,9171,801271-1,00.html Territories: Bedroom Campaign]'', [[Time Magazine]] (24 november 1941)</ref> Quezons doel was echter een volledig door Nacionalistas gevuld Congres. Alle 122 Nacionalista kandidaten voor het Congres waren door hem vooraf persoonlijk uitgekozen. Enkele kandidaten die zich tegen hem keerden, kregen een andere aantrekkelijke functie aangeboden.<ref name="Time" /> [[Filipijnse verkiezingen 1941|De verkiezingen van 1941]] leverden praktisch de door Quezon gewenste uitslag. Quezon versloeg Sumulong, ondanks het feit dat hij het grootste deel van de campagne vanuit zijn ziekbed voerde, met 82% van de stemmen. Vicepresident Osmeña won met 92% van de stemmen van [[Evelio Javier]]. De gehele Senaat werd Nacionalista en in het Huis van Afgevaardigde wisten slechts drie onafhankelijke kandidaten de hegemonie van de partij te doorbreken.<ref name="Quirino_p329">{{aut|Quirino}} (1971), p.329/330</ref> Een van de oorzaken van de grote overmacht was de manier van stemmen tijdens deze verkiezingen. Door slechts een partijnaam in te vullen kon in een keer voor alle kandidaten van die partij worden gekozen. Indien men dit niet wilde, moest men in korte tijd 27 namen van alle individuele kandidaten op het kiesbiljet schrijven.<ref name="Time" /><ref name="Quirino_p329" />
 
=== Tweede termijn (1941-1944) ===
 
==== Japanse invasie van de Filipijnen ====
[[Bestand:Quezon Roosevelt.jpg|thumb|right|260px|Quezon en zijn familie worden welkom geheten door Roosevelt bij aankomst in [[Washington D.C.|Washington]] (1942)]]
Enkele uren na de [[aanval op Pearl Harbor]] op 8 december 1941 begon ook de Japanse aanval op Filipijnen. Quezon, die in [[Baguio]] verbleef, keerde direct terug naar Manilla. Toen enige weken later duidelijk werd dat de stad in Japanse handen zou vallen, werd Quezon samen met familieleden en kabinetsleden naar het eiland [[Corregidor]] geëvacueerd. Daar bevond zich ook het hoofdkwartier van generaal [[Douglas MacArthur]], die door president Roosevelt was benoemd tot commandant van het Amerikaanse leger in het Verre Oosten. Nadat duidelijk was geworden dat beloofde versterkingen niet zouden arriveren en de Filipijnse en Amerikaanse troepen de [[Slag om de Filipijnen (1941-1942)|Slag om de Filipijnen]] uiteindelijk zouden verliezen werden Quezon en zijn familie en kabinetsleden via de [[Visayas]] geëvacueerd naar [[Mindanao]], vanwaar ze met enkele [[B-17 Flying Fortress|B17]] bommenwerpers werden overgevlogen naar [[Australië (land) |Australië]]. Van daar vertrokken ze, enkele dagen na de [[Slag om Bataan|val van Bataan]], per schip naar de Verenigde Staten.
 
Regel 162 ⟶ 160:
 
== Ziekte en overlijden ==
[[Bestand:Manuel quezon catafalque.jpg|thumb|right|260px|Quezons [[sarcofaag]] in de [[Quezon Memorial Circle]]]]
Quezon leed gedurende lange tijd aan [[tuberculose]]. Al tijdens een bezoek aan medische specialisten in [[New York (stad)|New York]] in 1927 bleken Quezons beide longen met tuberculosebacteriën geïnfecteerd. Hij kreeg daarop het advies een jaar lang rust te nemen in een [[sanatorium]] in [[Monrovia (Californië)|Monrovia]]. Zes maanden later keerde hij weer terug naar de Filipijnen. Nadien speelde de ziekte regelmatig op en bracht hij nog diverse keren lange periodes door in sanatoriums in de [[Verenigde Staten]]. Ook kreeg hij eind 1931 acht maanden ziekteverlof van de Senaat.
 
Regel 188 ⟶ 186:
{{References|2=2}}
}}
{{commonscatCommonscat|Manuel L. Quezon}}
{{Navigatie presidenten Filipijnen}}
{{Persoonsgegevens