Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 3:
'''Eiwitten''' of '''proteïnen''' vormen een grote klasse van [[biomolecuul|biologische moleculen]], die bestaan uit [[biopolymeer|polymere ketens]] van [[aminozuur|aminozuren]]. De aminozuren in deze ketens zijn verbonden door [[peptidebindingen]]. [[Polypeptiden]] bestaan uit een lange keten van aminozuren die met elkaar verbonden zijn. Pas wanneer polypeptiden nog eens [[eiwitvouwing|ruimtelijk opgevouwen]] worden door interacties tussen de atomen van de aminozuren spreekt men van een proteïne. [[eiwitsynthese|Synthese]] (aanmaak) van eiwit-polymeren uit [[monomeer|monomere]] aminozuren vindt binnen iedere [[cel (biologie)|cel]] van alle soorten [[organisme]]n plaats.
 
Eiwitten hebben verschillende functies: ze komen voor als bouwstoffen (celstructuren als [[ribosoom|ribosomen]] en het [[cytoskelet]] worden (mede) gevormd uit eiwitten), [[enzym]]en en [[immunoglobine|afweerstoffen]]. Voor [[heterotroof|heterotrofe]] ("andersvoedende") organismen zijn eiwitten in hun [[voedsel]] essentieel. Heterotrofen [[proteolyse|breken]] de uit voedsel verkregen (plantaardige en/of dierlijke) eiwitten af tot aminozuren, waaruit ze vervolgens hun eigen, "lichaamseigen eiwitten" aanmaken. [[autotroof|Autotrofe]] ("zelfvoedende") organismen als planten en algen, maken hun eigen aminozuren (en daaruit vervolgens eiwitten) aan. Eiwitten zitten in hogere concentraties onder andere in [[peulvruchten]], [[vlees]], gevogelte, [[Ei (voeding)|eieren]], [[Vis (voeding)|vis]], [[zuivelproduct]]en en [[Noot (botanisch)|noten]].
 
== Functies van eiwitten ==