Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 33:
De specifieke vorm van zenuwcellen werd voor het eerst in beeld gebracht dankzij het gebruik van [[zilverchromaat]], een nieuwe [[contraststof]] ontdekt door [[Camillo Golgi]] in 1873 (zie [[golgikleuring]]). Vanaf 1888 gebruikte [[Santiago Ramón y Cajal]] die techniek om de schakelingen te analyseren in een groot aantal gebieden van de hersenen. Hij was de belangrijkste vertegenwoordiger van de ''neuronentheorie'' of [[neurondoctrine]], de voor die tijd revolutionaire veronderstelling dat het zenuwstelsel uit [[cel (biologie)|cellen]] bestaat, net als alle andere [[weefsel (biologie)|weefsels]]. Golgi en Cajal deelden in 1906 de [[Nobelprijs voor Fysiologie of Geneeskunde|Nobelprijs voor Geneeskunde]].<ref name="Bear">Mark F. Bear, Barry W. Connors en Michael A. Paradiso, "Neuroscience - Exploring the Brain," 4de uitgave Wolters-Kluwer 2016.</ref>
 
De logische volgende stap was de analyse van de ''[[synaps|synaptische]] transmissie,'' het mechanisme waarmee één zenuwcel een signaal doorgeeft aan een andere. Vooral in de jaren 1930 en 1940 woedde een felle controverse tussen enerzijds voorstanders van een [[elektrische stroom]] als verklaring, en anderzijds degenen die volhielden dat de transmissie binnen de synaps [[biochemie|scheikundig]] van aard was. De experimenten van [[Stephen Kuffler]] in 1942 en van [[Paul Fatt]] en [[Bernard Katz]] in 1952 beslechtten het pleit grotendeels in het voordeel van scheikundige overbrenging, hoewel latere experimenten aantoonden dat met name bij [[ongewervelde dieren]] ook elektrische connecties voorkomen.<ref name="Pannese"/>
 
== Morfologie ==