Bemonsteringstheorema van Nyquist-Shannon: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Josq (overleg | bijdragen)
deze figuur geeft (volgens het Engelstalige lemma) een voorbeeld van een functie waarop het theorem zinvol toegepast kan worden. Zonder een dergelijke toelichting is deze figuur verwarrend: zij demonstreert het theorema niet
k + shannon
Regel 5:
De tijd tussen de bemonsteringen wordt het ''nyquistinterval'' genoemd.
 
Als een signaal bemonsterd wordt en er komen [[frequentie]]s in voor hoger dan de nyquistfrequentie, resulteert dit in een [[aliasing|"teruggevouwen" signaal]] waarvan de frequentie beneden de nyquistfrequentie is. Deze fout, c.q. vervorming van het signaal, wordt [[aliasing]] genoemd. Om dit te voorkomen, moet het bemonsteringssysteem voorzien zijn van een ''anti-aliasing filter''. Dit is een [[Filter (elektronica)|analoog laagdoorlaat-filter]] dat signalen met frequenties hoger dan de nyquistfrequentie uit het ingangssignaal verwijdert. Men kan ook bewust van dit vouweffect gebruikmaken om de frequentie van een signaal naar beneden te brengen: zo zal een signaal met een frequentie van 12 kHz dat op 20 kHz bemonsterd wordt, hetzelfde lijken als de bemonstering van een 8 kHz ingangssignaal (De 12 kHz vouwt om de 10 kHz nyquistfrequentie). Dit geeft een probleem als het ingangssignaal componenten met zowel 8 kHz als 12 kHz bevat; in dat geval is uit het bemonsterde signaal niet meer op te maken wat van de 8 kHz en 12 kHz afkomstig is.
 
Het door Nyquist opgestelde theorema houdt geen rekening met [[Ruis (signaal)|ruis]] na conversie naar het discrete domein. [[Claude Shannon]] breidde in 1949 de theorie uit door wel rekening te houden met de beperking veroorzaakt door ruis. Hij stelde de [[wet van Shannon-Hartley]] op voor de maximale informatiecapaciteit van een bandbreedtegelimiteerd kanaal met ruis.
Regel 14:
 
==Zie ook==
* [[aliasingClaude Shannon]]
*[[aliasing]]
*[[AD-converter|ADC]]
*[[digitaal]]