Verlichting (stroming): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Versie 53309158 van 77.175.158.229 (overleg) ongedaan gemaakt.
Label: Ongedaan maken
k Linkfix ivm sjabloonnaamgeving / parameterfix
Regel 1:
[[Bestand:David - Portrait of Monsieur Lavoisier and His Wife.jpg|thumb|right|''[[Antoine Laurent Lavoisier]] en Marie-Anne Pierrette Paulze'' door [[Jacques-Louis David]] 1788, ''[[Metropolitan Museum of Art]]'', New York.]]
 
[[Bestand:Wright of Derby, The Orrery.jpg|thumb|De filosoof geeft uitleg bij een [[planetarium|model van het zonnestelsel]] door [[Joseph Wright of Derby]]]]
Regel 10:
De Verlichting kent een kritische en een constructieve zijde. De kritische of radicale verlichters nemen het (geïnstitutionaliseerde) geloof en onredelijkheid op de korrel. Zij komen op voor een [[scheiding tussen kerk en staat]] gebaseerd op rechtvaardigheid en democratie. De constructieve of gematigde verlichters, zoals [[Joseph Priestley]] zoeken manieren om kennis (wetenschap) en religie met elkaar te verbinden.
 
In de eerste helft van de achttiende eeuw hielden de filosofen van de Verlichting zich bezig met het populariseren van de wetenschap, het zoeken naar [[kennis]], [[waarheid]], [[geluk (emotie)|geluk]] en [[volmaaktheid]].<ref>Vries, M. de (2001) Beschaven! Letterkundige genootschappen in Nederland 1750-1800, p. 158.</ref> In de tweede helft van de achttiende eeuw werden de grondslagen gelegd voor [[economie]], [[sociologie]], [[pedagogie]], [[antropologie]], en [[geografie|land- en volkenkunde]]. Tijdens de Verlichting hadden geleerden en amateurs grote belangstelling voor de natuur. Het ging hen om het ontdekken van de wetmatigheden. In de zeventiende eeuw en nog lang daarna werd het begrip 'filosofie' gewoonlijk gebruikt voor wat nu [[natuurwetenschap]] wordt genoemd.<ref>Clark, G. (1959) De zeventiende eeuw, p. 227.</ref> De filosofen uit de [[renaissance]] hadden voornamelijk aandacht besteed aan God en de mens, en de natuur was daarbij verwaarloosd.<ref>Clark, G. (1959) De zeventiende eeuw, p. 229.</ref>
 
Niet alle 17e- en 18e-eeuwers beschouwden het tijdperk waarin zij leefden als ''verlicht'', een periode waarin men het duistere verleden achter zich had gelaten. Tegenover de Verlichting stond het [[obscurantisme]]. Het was eerder een tijd van [[redelijkheid en billijkheid|redelijkheid]] dan van rede; meer een houding, een doel of een streven dan een filosofisch stelsel.
 
=== Grondleggers: Descartes en Spinoza ===
[[René Descartes]] legde met de uitspraak ''[[Cogito ergo sum]]'' het fundament voor de verlichting. Alleen door het gebruik van de [[rede]] en het gezonde [[verstand]] komt men tot [[waarheid]].<ref>Kennismaking met vreemd gedachtegoed was daarbij niet echt nodig en zijn volgelingen, de cartesianen, hadden weinig belangstelling voor vreemde culturen. In: Leibniz. Over de Natuurlijke Theologie van de Chinezen, p. 42. Vertaald en ingeleid door [[Karel van der Leeuw|Karel L. van der Leeuw]] (2006).</ref>
 
[[Baruch Spinoza]], die voortbouwde op het denkwerk van Descartes, accepteerde als een van de eersten ''geen'' andere verklaring dan die gebaseerd op de rede. Spinoza kreeg navolgers in Duitsland, zoals [[Gottfried Wilhelm Leibniz]] en [[Ehrenfried Walther von Tschirnhaus]]. Zijn boeken werden al snel vertaald in het Frans, maar zijn filosofie bleef een heikel punt: ze zou leiden tot [[atheïsme]] en [[fatalisme]], en is in bijna alle landen van Europa fel bestreden. In Engeland werd Spinoza volledig genegeerd. Daar ontwikkelde zich het [[empirisme]] met het inzicht dat niet de rede, maar waarneming ten grondslag lag aan nieuwe kennis. In Frankrijk ontwikkelde zich met [[Denis Diderot|Diderot]], [[Paul Henri Thiry d'Holbach|Holbach]] en [[Friedrich Melchior Grimm|Melchior Grimm]] een [[Radicale verlichting|radicale richting]]. Deze zette zich af tegen meer gematigde verlichtingsdenkers als [[Jean-Jacques Rousseau|Rousseau]] en [[Voltaire (hoofdbetekenis)|Voltaire]], die een bepaalde vorm van religie accepteerden in hun filosofie. (Afhankelijk van de staatsvorm en de invloed van de vorst of kerk was deze vraag de kern van het debat in andere Europese landen, waar ofwel het [[Rooms-Katholieke Kerk|katholieke]], het [[Anglicanisme|anglicaanse]], het [[Calvinisme|calvinistische]], het [[Lutheranisme|lutherse]] of het [[Russisch-Orthodoxe Kerk|Russisch-orthodoxe]] geloof werd beleden.) In Duitsland ontstond een nog gematigder richting, zich baserend op de voorzichtige Leibniz en diens navolger [[Christian Wolff (filosoof)|Christian Wolff]].
Regel 23:
== Historische afbakening ==
[[Bestand:Jan Baptist Weenix - Portrait of René Descartes.jpg|thumb|[[René Descartes]] was een uitgesproken [[rationalisme|rationalist]], maar verwierp het [[religie|geloof]] niet.]]
Het is niet mogelijk om het exacte begin en einde van de Verlichting aan te duiden, maar ruwweg laat men deze periode duren van 1650 tot het jaar waarin Napoleon zichzelf als keizer kroonde (1804).<ref>http://www.protestant.nl/encyclopedie/themas/filosofie/verlichting{{dode link|datum=september 2017 |bot=InternetArchiveBot }}</ref><ref>https://web.archive.org/web/20140619060147/http://martinfrost.ws/htmlfiles/enlightenment_age.html</ref> Het begin van de Verlichting zou volgens [[Stephen Toulmin]] kunnen liggen bij de ontdekkingen van [[Galileo Galilei]] of de boeken van [[René Descartes]].<ref>Stephen Toulmin, [http://books.google.nl/books?hl=nl&id=6bYgQ26xGXMC&pg=PR9 Cosmopolis: the hidden agenda of modernity]</ref> Engelsen zijn geneigd de Verlichting te zien als een gevolg van de publicatie van Newtons [[Philosophiae Naturalis Principia Mathematica]], rond 1687.
 
== Geschiedenis ==
Regel 41:
Rond 1700 was de helft van alle boeken die werden gepubliceerd nog gewijd aan de theologie, die echter steeds meer terrein verloor aan reisboeken.<ref>J.H. Plumb (1975) England in the Eighteenth Century, p. 30.</ref> Wetenschappers doorbraken met hun [[Empirie|empirische]] kennis, opgedaan door middel van [[vrij onderzoek]], [[experimenten]] en [[waarnemingen]], de eeuwenoude [[hegemonie]] van de theologie, en vervingen de [[traditionele]] kennis en gewoonten. Het idee dat in de natuur wetmatigheden staken die niet met de Bijbel konden worden verklaard, veroorzaakte een [[wetenschappelijke revolutie]].
 
Isaac Newton toonde aan dat in het heelal te ontdekken wetten golden. Voor de filosofen golden die wetten op alle vlakken: van de [[natuurwetenschappen]] tot de [[sociale wetenschappen]]. Meer wetenschap betekende meer macht en mogelijkheden om de maatschappij te veranderen. Vooruitgang door wetenschappelijk inzicht in natuur en technologie is tijdens de Verlichting een breed gedragen wens. De boekenproductie explodeerde na 1750. Er waren boeken op de markt waarin de verworvenheden werden uitgelegd in een voor iedereen begrijpelijke taal, in het bijzonder voor vrouwen. Het Latijn verloor zijn hegemonie, het gebruik van de landstaal nam in plaats daarvan toe onder de wetenschappers.
 
=== De wetenschap en de Encyclopédie ===
[[Bestand:Encyclopedie de D'Alembert et Diderot - Premiere Page - ENC 1-NA5.jpg|thumb|Titelpagina van het eerste deel van de ''[[Encyclopédie]]'']]
{{Zie hoofdartikel|Encyclopédie}}
Kenmerkend is de poging tot een kritisch en samenvattend overzicht van de stand van het weten via de beroemde ''Encyclopédie''. Deze encyclopedie kwam tot stand tussen 1750 en 1776 onder leiding van de [[Encyclopedist|Franse encyclopedisten]] Denis Diderot en [[Jean Le Rond d'Alembert]]. Voltaire, Rousseau, [[Charles Montesquieu]], [[Anne Robert Jacques Turgot|Turgot]] en [[Cornelis de Pauw]] leverden artikelen.
 
De Encyclopédie ondervond tegenstand en het koninklijk privilege werd in 1759 herroepen. De Encyclopédie bedreigde het sociale systeem van drie standen, adel, geestelijkheid, burgers, en daarmee de staat, door het bestrijden en beledigen van religie en door het uitdragen van een politieke visie, die het begrip "burger" gelijkstelde met "bezitter" – twee standen, rijk en arm, wat later tijdens de [[Franse Revolutie]] vertaald zou worden in "actieve" burgers en "passieve" – deze laatste (waaronder vrouwen) zonder stemrecht. Een aantal encyclopedisten, in het bijzonder [[Paul Henri Thiry d'Holbach|d'Holbach]] droegen atheïstische ideeën uit, en toonden hoe mechanische wetmatigheden en [[natuurwetten]] de wereld sturen. Dit alles tot consternatie van menige intekenaar op de fraaie verzameling kennis, die ongevraagd geconfronteerd werd met polemische lemma's, en met de vertragingen door de wrijving met de censuur.
 
=== Ideeën, ethiek en moraal ===
Regel 74:
 
Montesquieu en Voltaire vernieuwden de geschiedschrijving.
Vóór de Verlichting golden de klassieken, zoals [[Publius Cornelius Tacitus|Tacitus]], als betrouwbare bronnen voor geschiedschrijving. Volgelingen van René Descartes wezen erop dat deze bronnen vaak strijdig waren met archeologische vondsten, de Bijbel en [[Oude Egypte|Egyptische]] bronnen. De literatuur concentreerde zich op de actualiteit en het menselijke. De [[satire]] (zowel [[poëzie]] als [[proza]]) ontwikkelde zich onder invloed van [[Alexander Pope]] en [[Jonathan Swift]]s ''Gulliver's Travels'' tot een belangrijk genre. In de architectuur uitten de idealen van de verlichting zich in burgerlijke gebouwen, ordelijk, sober streng en [[Neo-classicisme|neoclassicistisch]]; stucwerk met wetenschappelijke instrumenten.
 
===Schilderkunst en muziek===
Regel 83:
[[Bestand:Tiepolo, Giovanni - Deckenfresko im Treppenhaus der Würzburger Residenz - Detail Fürstin Afrika v.1.jpg|thumb|Fresco in het trappenhuis van de [[residentie van Würzburg]] door Tiepolo]]
 
Veel componisten uit het tijdperk van de verlichting baseerden hun muziek op oosterse verhalen, of uit de [[Nieuwe Wereld]].
* [[Georg Friedrich Händel]]
* [[Montezuma (Graun)]]
Regel 90:
[[Johann Sebastian Bach]] en Händel lieten zich inspireren door het [[Piëtisme (kerkgeschiedenis)|piëtisme]], maar met toepassing van wiskundige principes, zoals het [[contrapunt]].
 
Diverse componisten bootsten natuur- en vogelgeluiden na in hun muziek.
* [[Antonio Vivaldi (componist)|Antonio Vivaldi]]
* [[Georg Philipp Telemann]]
Regel 106:
[[Bestand:Salon de Madame Geoffrin.jpg|thumb|De salon van madame Geoffrin. In de Franse [[Literaire salon|salons]], waarin ook voor vrouwen een rol was weggelegd, kwamen wetenschappers, letterkundigen en aristocraten bijeen. Sommigen traden op als beschermers voor wie in juridische of financiële moeilijkheden raakte.]]
 
De manier waarop de verlichting vorm kreeg verschilde per land, er bestonden verschillende ontwikkelingen naast elkaar. "Elkaar bestrijdende filosofische stelsels tuimelden over elkaar heen"<ref>Pierre Bayle. Over Spinoza, p. 23. Bezorgd onder redactie van Henri Krop en Jacob van Sluis. 2006.</ref>, maar was overal een poging de heersende religieuze en politieke problemen te lijf te gaan.
 
In Frankrijk was de verlichting in de eerste plaats een reactie op het [[absolutisme]] van [[Lodewijk XIV]]. Daar leidde de strenge [[censuur (informatie)|censuur]] ertoe dat velen het land uit vluchtten of in de gevangenis belandden. In Amsterdam, Den Haag en Leiden, waar de [[hugenoten]] eerder al hun toevlucht hadden gezocht, bevonden zich Franse drukkerijen, die hun drukwerk naar Frankrijk lieten smokkelen. Van de bijna dertig wetenschappelijke tijdschriften in Europa werden er zodoende achttien in Nederland gedrukt.<ref>Israel, J. (2001) p. 171</ref> <br>
 
Zowel Engeland als Frankrijk waren zeer rijk aan [[genootschap]]pen, maar telden meer algemene dan literaire genootschappen, terwijl in Nederland het omgekeerde het geval was.<ref>Vries, M. de (2001) Beschaven! Letterkundige genootschappen in Nederland 1750-1800, p. 317.</ref> De oprichting van de [[Royal Society of London for the Improvement of Natural Knowledge]] (1662) en de [[Académie des Sciences]] getuigen van de interesse voor nieuw onderzoek om de verouderde standpunten te vervangen.
 
In Duitsland ontstond ook het [[Piëtisme (kerkgeschiedenis)|piëtisme]]. Beide bewegingen beïnvloedden elkaar. Mogelijk zijn gevoel en verstand geen tegenstellingen, maar vullen elkaar aan.<ref>http://www.felix-en-sofie.nl/boeken/726/carel-peeters--gevoelige-ideeen/</ref> In Spanje drong de verlichting nauwelijks door; in Rusland bleef zij beperkt tot een deel van de aristocratie, ondanks de inspanningen van de met Voltaire en Diderot bevriende tsarina Catharina de Grote. De beweging verspreidde zich naar de Europese kolonies en inspireerde de voor onafhankelijkheid strijdende Amerikanen Thomas Paine, Benjamin Franklin en Thomas Jefferson.
Regel 119:
 
== Belangrijke vertegenwoordigers van de Verlichting ==
[[Bestand:Spinoza.jpg|right|thumb|[[Baruch Spinoza]]]]
 
===Nederland===
* [[Franciscus van den Enden]] was een van de eersten die een democratische staatsvorm verdedigde. Hij was de leermeester van Spinoza;
* [[Baruch Spinoza]] was een filosoof die voor wonderen geen andere verklaringen accepteerde dan die gebaseerd op de rede. Hij was geen atheïst, maar de grondlegger van het [[deïsme]]. Volgens Spinoza was God niet de schepper van de wereld, maar de wereld een onderdeel van het goddelijke.<ref>http://www.guardian.co.uk/commentisfree/belief/2011/feb/07/spinoza-philosophy-god-world</ref> Wonderen zijn niet het bewijs van goddelijke macht, maar van menselijke [[onwetendheid]]. De aanwezigheid van God wordt niet bewezen door wonderen, maar door de orde in de natuur. Als we de oorzaken van ons handelen niet kennen, spreken we over de [[vrije wil]], maar voor Spinoza was dit ook een gevolg van onwetendheid. Volgens Spinoza is onwetendheid het voornaamste obstakel bij het nastreven van een deugdzaam leven, niet egoïsme.<ref>http://www.guardian.co.uk/commentisfree/belief/2011/mar/21/spinoza-ethics-of-the-self?INTCMP=SRCH</ref> Goed en kwaad moeten volgens hem beschouwd worden als gelijkwaardig aan gezond en ongezond. <!--Overgaan van passiviteit naar activiteit is volgens Spinoza altijd overweldigend, bevrijdend en vreugdevol.{{feitBron?|}}-->
* [[Balthasar Bekker]] bestreed in zijn boek ''De betoverde weereld'' het geloof in demonen;
* [[Pierre Bayle]], de [[scepticisme|sceptische]] filosoof uit Rotterdam, probeerde als een van de eersten geloof en wetenschap te scheiden. Bayle stelde zich op als [[Outside the box-denken|"outsider"]] en nam afstand van de filosofische en theologische conflicten. Hij vroeg zich af of een samenleving van enkel atheïsten overlevingskansen had. De Chinese samenleving was voor hem het bewijs dat religie voor moraal en deugd niet nodig was.<ref>Leibniz. Over de Natuurlijke Theologie van de Chinezen, p. 40. Vertaald en ingeleid door Karel L. van der Leeuw (2006).</ref> Al zijn boeken waren verboden in Frankrijk; zijn ''Dictionnaire historique et critique'' was een enorm succes;
Regel 138:
* [[Willem Jacob 's Gravesande]] gaf als eerste aanschouwelijk onderricht in de [[experimentele natuurkunde]];
* [[Isaac de Pinto]] was een politiek en economisch specialist in [[staatsschuld]], evenals [[David Hume]]. Pinto bestreed de Encyclopedisten in hun materialistische opvattingen.
* [[Allard Hulshoff]] was een doopsgezinde dominee; hing democratische, patriottische en anti-orangistische standpunten aan.
* [[Jan Wagenaar (historicus)|Jan Wagenaar]], historicus, schreef over de [[politieke geschiedenis|politieke]], [[kerkgeschiedenis|kerk-]] en [[economische geschiedenis]] van Nederland. Wagenaar concludeerde dat niet van elke ramp gezegd kan worden dat het een straf van God is en ook niet dat elke zegen een beloning van God is;
* [[Pieter Burman Junior]] verzamelde vanaf 1756 zijn vrienden in een gezelschap dat min of meer onbedoeld de trekken kreeg van een politieke beweging;
Regel 149:
* [[Keizer Jozef II]] voerde het burgerlijk huwelijk in en gaf de protestanten en joden rechten.
* [[Zeger Bernhard van Espen]], hoogleraar in Leuven, die de voorrang van het burgerlijk gezag op het kerkelijke voorstond.
* [[Febronius]] (Johann Nikolaus von Hontheim), hulpbisschop van Trier, die de wereldlijke macht van de paus aanviel en voorstellen deed om de macht van de paus over de plaatselijke kerken in te perken.
* [[Philippe Joseph Jean Veranneman de Watervliet]], volgeling van Febronius en auteur van politiek-filosofisch werk.
* [[Bernardus Detert]], uitgever van een verlicht spectatoriaal halfmaandelijks blad in Brugge.
Regel 170:
|[[Bestand:Louis-Michel van Loo 001.jpg|thumb|[[Denis Diderot]]]]
|-
|[[Bestand:Voltaire.jpg|thumb|right|[[Voltaire]], 1718]]
|-
|[[Bestand:Allan Ramsay 003.jpg|thumb|right|[[Jean-Jacques Rousseau]] in Armeense kledij door Allen Ramsey (1766) uit de periode dat hij in Engeland verbleef]]
|-
|[[Bestand:Alembert.jpg|thumb|right|Jean le Rond d'Alembert]]
|}
 
Regel 194:
* [[Julien Offray de La Mettrie]] vond dat de mens niet wezenlijk van een machine verschilt en dat al ons denken en voelen tot eigenschappen van materie zijn te herleiden;
* [[Georges-Louis Leclerc]] kan worden beschouwd als een van de grondleggers van de biologie en de geologie;
* [[Jean-Jacques Rousseau]] was een componist en medewerker aan de ''Encyclopédie''. Hij leefde van zijn pen en schreef briljante verhandelingen over ongelijkheid, veroorzaakt door de toenemende welvaart, en de verhouding van de burger tot de staat. ''[[Het maatschappelijk verdrag]]'' had veel invloed op de [[Franse Grondwet van 1793]]. [[Emile, of Over de opvoeding]] is zijn invloedrijkste boek. Het werk is kort na verschijnen in beslag genomen. De controverse draaide om de geloofsbelijdenis van een [[kapelaan]] uit [[Hertogdom Savoye|Savoie]]. Rousseau verwerpt centrale dogma's uit de [[Rooms-katholieke Kerk|rooms-katholieke]] en [[Protestantisme|protestantse]] kerken en bepleit een alternatieve [[natuurgodsdienst]]. <br> Rousseau wordt meestal tot het tijdperk van de Verlichting gerekend, maar is daarbinnen een afwijkend figuur en een onverteerbare brok.<ref>[[R.F. Beerling|Beerling, R.F.]] (1977) Het cultuurprotest van Jean-Jacques Rousseau. Studies over het thema pathos en nostalgie, p. 10.</ref> <!--In zijn persoonlijke leven stond hij herhaaldelijk op gespannen voet met zijn omgeving. Rond 1760 had Rousseau gebroken met bijna al zijn voormalige vrienden. De gekwelde--> Rousseau zette met zijn "Julie" de aanstoot tot de [[Romantiek (stroming)|Romantiek]]. De vijfde brief uit de ''Overpeizingen van een eenzame wandelaar'' over zijn verblijf in 1765 aan het [[Bielermeer]] is een hoogtepunt in het Franse proza.<ref>Het licht der rede. De Verlichting in brieven, essays en verhalen, p. 260-261. Samengesteld en ingeleid door Cyrille Offermans.</ref> Rousseau schreef een autobiografie waarin hij als niemand tevoren zijn zielenroerselen blootlegde.
* [[Denis Diderot]] was een [[Radicale verlichting|radicale verlichter]], samen met d'Holbach en Grimm. Hij was de aanzetgever tot de ''Encyclopédie'' samen met d'Alembert. Hij kreeg ruzie met zijn oude vriend Rousseau, die onvermurwbaar bleek. Al in 1765 kocht Catharina de Grote zijn bibliotheek, maar de boeken werden pas na zijn dood verscheept. Veel van zijn werk is eerst toen gepubliceerd;
* [[Jean Le Rond d'Alembert]] was een wiskundige en filosoof;
* [[Claude Adrien Helvétius]] was een uitgesproken atheïst; Frederik de Grote nam in dienst om de belastingen te hervormen.
* [[Baron d'Holbach]] redigeerde de bijdragen in de ''Encyclopédie'' over de metallurgie, de geologie, de geneeskunde, de mineralogie en de chemie. Hij hield twee keer per week open huis, waar geleerden en schrijvers elkaar konden ontmoeten. In zijn ''Essai sur les préjugés'' stelt hij dat volkeren zich zomaar laten uitbuiten, beroven en bereid zijn te vechten in zinloze oorlogen allereerst te verklaren is uit bijgeloof en onnozele gelovigheid, waardoor het denken van de mensen beneveld wordt met ‘dwalingen’ waardoor de grootste onderdrukker verandert in een ‘godheid’.<ref>[https://books.google.nl/books?id=y-sFAAAAQAAJ&hl=nl&pg=PA26#v=onepage&q&f=false Baron d’Holbach, Essai sur les préjugés, p. 26.]</ref>.
* [[Anne Robert Jacques Turgot]] schreef verschillende artikelen voor de ''Encyclopédie'' en een pamflet waarin hij de religieuze tolerantie verdedigde. Als minister van Financiën deed hij belangrijke voorstellen tot hervormingen, die werden weggestemd en aldus aanleiding vormden voor de Franse Revolutie;
* [[Antoine Lavoisier]] was de vader van de moderne scheikunde;
* [[Jacques Charles]] was een natuurkundige die als de eerste mens de zon twee keer zag ondergaan, maar maakte nooit weer een vlucht in [[luchtballon]].
* [[Jacques-Henri Bernardin de Saint-Pierre]] was een Franse ingenieur, wereldreiziger, schrijver, botanicus, vegetariër en professor [[moraalfilosofie]]. Bernardin was de belangrijkste vertegenwoordiger van Rousseaus ideeën; met zijn "[[Paul et Virginie]]", waarin standsverschil, ongehuwd moederschap, [[voorzienigheid]] en slavernij werden behandeld, beïnvloedde hij de romantische schrijvers van de negentiende eeuw;
* [[Marquis de Condorcet]] was de meest optimistische Verlichtingsfilosoof. Hij pleitte voor een liberale economie, vrij en gelijk publiek onderwijs, grondwettelijk recht, en gelijke rechten voor vrouwen en mensen van alle rassen. Zijn ideeën en geschriften hebben de Franse en de wereldpolitiek beïnvloed en blijven invloedrijk tot aan de dag van vandaag;
* [[Emmanuel Joseph Sieyès]] was een Franse [[abbé]], politicus, grondwetspecialist en revolutionair;
Regel 211:
 
===Engeland===
[[Bestand:John Locke by Sir Godfrey Kneller, Bt.jpg|right|thumb|[[John Locke (filosoof)|John Locke]]]]
[[Bestand:Thomas Hobbes (portrait).jpg|thumb|[[Thomas Hobbes]]]]
 
Regel 220:
* [[Anthony Ashley Cooper (3e graaf van Shaftesbury)|Anthony Ashley Cooper]] was op school een matige leerling, maar eenmaal op reis in het buitenland begon hij zich te ontwikkelen en voor van alles te interesseren. Hij was een tegenstander van religies, maar niet geheel areligieus. Lord Ashley woonde jarenlang in Rotterdam;
* [[John Locke (filosoof)|John Locke]] was een lijfarts van [[Lord Ashley]] en politiek filosoof; woonde eveneens in Rotterdam. Hij gaf de achttiende eeuw de naam de Eeuw van de Rede;
* [[Gilbert White]], natuurvorser en de eerste [[ecoloog]]. White observeerde en registreerde het weer, de stand van de gewassen, de trek van de vogels, het gedrag van zijn schildpad en de goudvissen in een kom van een gastheer. Zijn aantekeningen bevatten gedetailleerde gegevens over het klimaat en de veranderingen van planten en dieren onder de wisselende omstandigheden. White was geobsedeerd door de jaarlijkse aankomst en het vertrek van de zwaluwen, waarvoor hij nog geen verklaring had.
* [[Jethro Tull (landbouwwetenschapper)|Jethro Tull]] was een Engels landbouwwetenschapper voor de [[Industriële revolutie]]. Hij wordt gezien als een van de eersten die de landbouw wetenschappelijk en empirisch benaderde.
* [[Joseph Priestley]]s natuurwetenschap was een integraal onderdeel van zijn theologie. Hij probeerde consequent om het [[rationalisme]] van de Verlichting te fuseren met het christelijke [[theïsme]].<ref>{{aut|Tapper}}, 10</ref> In zijn metafysische teksten probeerde Priestley om [[theïsme]], [[materialisme (filosofie)|materialisme]] en [[determinisme (filosofie)|determinisme]] te combineren, een project dat wel "gedurfd en origineel" is genoemd.<ref name="Tap314" /> Hij geloofde dat een goed begrip van de natuurlijke wereld de vooruitgang zou bevorderen en uiteindelijk zou leiden tot het [[millennialisme|Christelijke Millennium]].<ref name="Tap314">{{aut|Tapper}}, 314</ref> Priestley geloofde sterk in de een vrije en open uitwisseling van ideeën. Hij bepleitte tolerantie en gelijke rechten voor [[Engelse dissenters|religieuze dissenters]].
* [[James Burnett, Lord Monboddo|James Burnett]] was een filosoof en [[linguïst]], die zich bezighield met de ontwikkeling van de eerste concepten van [[evolutie]], en wordt gezien als de voorloper van het idee van het principe van de [[natuurlijke selectie]];
* [[Daniel Defoe]] schreef ''[[Robinson Crusoe]]'' over een "wilde" die geaccepteerd zou moeten worden zoals hij was. Het boek werd een van de meest gelezen en vertaalde werken. Voor [[Jean-Jacques Rousseau]] was ''Robinson Crusoe'' het enige boek dat zijn pupil Emile mocht lezen.
Regel 246:
 
===Duitsland===
[[Bestand:Gottfried Wilhelm von Leibniz.jpg|right|thumb|[[Gottfried Wilhelm von Leibniz]]]] [[Bestand:Immanuel Kant (painted portrait).jpg|thumb|[[Immanuel Kant]]]]
[[Bestand:Oer-Weimarer Musenhof.jpg|thumb|<!--''Weimar's Courtyard of the Muses'' demonstrates the importance of [[Weimar (Thüringen)|Weimar]].-->[[Friedrich Schiller|Schiller]] is aan het voorlezen in een park buiten [[Weimar (Thüringen)|Weimar]]; [[Christoph Martin Wieland|Wieland]] en [[Johann Gottfried von Herder|Herder]] zitten links, [[Johann Wolfgang Goethe|Goethe]] staat rechts bij de pilaar. Schilderij uit 1860 door Theobald von Oer]]
 
Regel 348:
 
== Literatuur ==
[[Bestand:Goya-El sueño de la razón.jpg|thumb|right|[[De slaap van de rede brengt monsters voort]], het bekendste werk uit de Los Caprichos door [[Francisco de Goya]].]]
 
* [[Carel Peeters]] (2008). ''Gevoelige ideeën; over de andere Verlichting''. Amsterdam: De Harmonie.
Regel 361:
* Jonathan Israel (2017). ''Revolutionaire ideeën. Een intellectuele geschiedenis van de Franse Revolutie''. Franeker: Van Wijnen
* [[Max Horkheimer]] en [[Theodor Adorno]] (2007). ''[[De dialectiek van de verlichting]]''. Amsterdam: Boom.
* [[Paul Hazard]] (1990). ''Crisis in het Europese denken. Europa op de drempel van de Verlichting, 1680-1715''. Amsterdam: Agon.
* Ulrich im Hof (1994). ''Europa en de Verlichting''. Europese contouren onder redactie van [[Jacques Le Goff]]. Amsterdam: Agon
 
Regel 372:
 
{{Appendix|2=
 
== Referenties ==
{{References}}
}}
{{wiktWikt|Verlichting}}
 
[[Categorie:De verlichting| ]]