Bij een brilsterkteverschil of een eenzijdige brilsterkte is het beeld dat het ene oog doorgeeft aan de hersenen van betere kwaliteit dan het beeld van het andere oog. Hierdoor vertraagt meestal de ontwikkeling van het oog met de laagste sterkte en ontstaat er een achterstand in de ontwikkeling van het leren zien: het oog ziet minder.
In het geval van strabismus schakelen de hersenen het beeld van een van de ogen uit om dubbelzien te voorkomen. Een van de ogen wordt dan gewoonlijk minder vaak gebruikt of afzijdig gehouden bij het kijken met als gevolg amblyopie. Het kan echter zo zijn dat dit niet opgemerkt wordt omdat de ogen cosmetisch recht staan.