Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
aanpassing
Regel 21:
 
[[Bestand:Rhynia stem.jpg|left|thumb|Een doorsnede van een [[stam (plant)|stam]] van ''Rhynia gwynne-vaughanii'' uit de Rhynie Chert (Onder-Devoon).]]
''Rhynia'' had een [[wortelstok]] die over de bodem liep, waaruit min of meer [[dichotome vertakking]]en in de vorm van [[stengel]]s omhoog groeiden. De vaten die vloeistoffen omhoog brachten ([[tracheïde]]n) waren versterkt met ringvormige of schroefvormige structuren, die in ''Aglaophyton'' misten.<ref>Zie voor de [[plantenfysiologie]] bijvoorbeeld {{aut|Bateman et al}} (1998); {{aut|Edwards}} (1980)</ref> Veel populaties moeten uit [[Klonen (biologie)|klonen]] hebben bestaan. Bewijs voor de voortplanting van de [[gametofyt]] zijn gevonden in de vorm van kleine bolletjes ([[Gametangium|gametangia]]) op de stammen van ''Rhynia'', die als fossiel de geslachtsnaam ''Remyophyton delicatum'' hebben gekregen.<ref>{{aut|Kerp et al}} (2004)</ref> Net als bij ''Aglaophyton major'', ''[[Horneophyton]] lignieri'' en ''[[Nothia]] aphylla''<ref>Zie {{aut|Remy & Hass }}(1996) en {{aut|Remy & Remy}} (1980) over ''Aglaophyton''; {{aut|Remy & Hass}} (1991a) over ''Horneophyton'' en {{aut|Remy & Hass}} (1991b) over ''Nothia''</ref> waren de gametofyten van ''Rhynia'' slechts van één geslacht per as: ze waren eenhuizig (mannelijk of vrouwelijk). Deze assen waren mede gevormd uit [[vaatcelTracheïde|vaatcellen]]len, in tegenstelling tot bijna alle gametofyten bij moderne [[varens]], uitgezonderd het geslacht ''[[Psilotum]]''.<ref>{{aut|Holloway}} (1939)</ref>
 
{{Appendix|2=