Michel Didisheim: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k -/- spaties voor ref (verzoek op WP:VPB)
Regel 4:
Didisheim is de zoon van René Didisheim ([[Brussel (stad)|Brussel]], 1907 - [[Ukkel]], 1994). Hij werd advocaat en nam bij de aanvang van de [[Tweede Wereldoorlog]] weer dienst als kapitein-commandant in het Belgisch Leger. Vanaf 1940 was hij actief in het Verzet en in 1941 vluchtte hij te voet over de Pyreneeën naar Engeland, van waar hij als officier in de [[Brigade Piron]] het land in 1944 hielp bevrijden en verder meestreed in Nederland en Duitsland. Hij werd vervolgens Belgisch vertegenwoordiger en secretaris-generaal in de Agence Interalliée des Réparations (I.A.R.A.). Na het leger te hebben verlaten, schreef hij de geschiedenis van de Brigade Piron. Hij werd in 1984, voor bewezen diensten, in de adelstand verheven, met de bij eerstgeboorte overdraagbare titel van baron.
 
De moeder van Michel Didisheim was Claire Maigret de Priches (1906-1983), uit een notabele familie van [[Saint-Symphorien (België)|Saint-Symphorien]] bij [[Bergen (België)|Bergen]]. Zij trad ook toe tot het Verzet en werd in 1942 gevangengenomen. Ter dood veroordeeld in Essen, werd ze naar het concentratiekamp van [[Ravensbrück]] gevoerd en werd haar veroordeling omgezet in een 'Nacht und Nebel'-gevangenis van onbepaalde duur. Het is pas in extremis dat ze in april 1945 werd gered door een Rode Kruismissie onder leiding van de Zweedse graaf [[Folke Bernadotte]].
 
De ouders van Michel Didisheim waren in 1930 in Wimbledon getrouwd. Af en toe doken geruchten op dat hij de zoon zou zijn van koning [[Leopold III van België]]. Geruchten waar Didisheim nooit op reageerde, tot hij ze uiteindelijk formeel tegensprak. In [[La Libre Belgique]] van 16 oktober 2008 verklaarde hij: ''"… tegenover geruchten staat men volkomen machteloos, ik wil er alleen maar aan herinneren dat ik de zoon ben van René Didisheim en Claire Maigret de Priches (...contre des rumeurs on est totalement impuissant mais je voudrais simplement rappeler que je suis le fils de René Didisheim et de Claire Maigret de Priches. Punt, aan de lijn!)"'' <ref>http://www.lalibre.be/actu/belgique/article/453107/michel-didisheim-pret-a-repliquer-aux-rumeurs.html</ref> Ook in een interview verschenen in Humo bevestigde hij dit.
 
Michel Didisheim heeft een zus, Francine Didisheim (Ukkel, 2 maart 1933 - [[Parijs]], 7 september 2011), echtgenote van medicus Bernard de La Gorce. Ze was medestichter, secretaris-generaal en ondervoorzitter van het werk van priester [[Joseph Wresinski]] (1917-1988), [[ATD Vierde Wereld]] (Aide à Toute Détresse).
 
==Huwelijk==
Michel Didisheim is in 1956 in [[Wenen]] getrouwd met gravin Monika von und zu Trauttmansdorff-Weinsberg (°1933). Haar beide ouders, graaf Josef Trauttmansdorf en barones Helen Economo von San Serffwerden, werden als leden van het Oostenrijkse Verzet in 1945 door de nazi's gefusilleerd.
 
Michel en Monika Didisheim hebben drie zoons en twee dochters.
 
Nadat hij in 1984 in de Belgische erfelijke adel was opgenomen, door de opname van zijn vader, René Didisheim, verkreeg hij in 1986 de baronstitel voor zichzelf en al zijn nakomelingen. In 1996 verkreeg hij de titel [[Graaf (titel)|graaf]], eveneens voor zichzelf en al zijn nakomelingen.
Regel 23:
 
==Leger==
Na zijn opleiding tot officier in het kader van de militaire dienstplicht, meldde Didisheim zich begin 1952 als vrijwilliger voor het Belgische bataljon van paracommando's dat in [[Korea]] streed. Hij voerde er een peloton aan en klom op tot de graad van kapitein-commandant.
 
Na het einde van de gevechten werd hij, omwille van zijn universitair diploma en van zijn kennis van het Engels, benoemd tot Belgisch vertegenwoordiger in de Wapenstilstandcommissie in [[Panmunjeom]].
Regel 32:
Didisheim begon zijn beroepsloopbaan als directieattaché bij de [[Sabena]] (1956-1962). Hij werd vervolgens gedetacheerd naar het [[kabinet (België)|kabinet]] van eerste minister [[Gaston Eyskens]] en van daar naar verschillende kabinetten van opeenvolgende ministers van buitenlandse handel en van ontwikkelingssamenwerking, waar hij attaché en uiteindelijk kabinetschef werd.
 
In 1962 werd hij secretaris en vervolgens kabinetschef van prins Albert, voorzitter van de Belgische Dienst voor Buitenlandse Handel. In die functie had Didisheim mee de leiding van tal van economische missies, die hij telkens hielp voorbereiden.
 
Hij was ook de drijvende kracht achter de inspanningen van de Prins voor het leefmilieu en het bouwkundig erfgoed.